item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
120p | Gembili | Dioscoreaceae |
Beschrijving | Een windende plant met eetbare knollen, na verwant aan de gadoeng.
Alleen in West-Java treft men deze knollen wel op de pasars aan. Reeds ten tijde van Rumphius gebruikten de inlanders het raspsel van deze knollen als uitwendige medicijn op allerlei gezwellen en in het bijzonder aan den hals. Zie ook Kentang djawa en Oewi. |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
121p | Gempoor watoe | Rubiaceae |
Beschrijving | Een kruid, dat in de laagvlakte op steenachtigen bodem groeit en waarvan van ouds bekend is dat het steenen vergruist. (gempoor = sloopen of vernietigen en watoe = steen). Het wordt ingenomen, om steenvorming of verkalking in het lichaam tegen te gaan en behoort dus ook tot de kedji beling soorten. De kruipende stengel groeit zeer laag bij den grond, de steeltjes zijn roodachtig, de blaadjes eenigszins ruw en de witte bloempjes zijn onbeduidend klein. Bij langdurig gebruik heeft het verzwakking van de darmen tengevolge. Voor hen, die aan buikkwalen lijden, is het gebruik van gempoor watoe ten strengste verboden. Ook zwangere vrouwen mogen het niet innemen. Zie ook daoen doedoek. |
gebruikt bij: | ||
403 | Galsteen | |
919 | Niersteen. |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
122p | Gendola | Basellaceae |
Beschrijving | Een klimplant met vleezige sappige gaafrandige groene bladeren en
sappige rolronde stengels. De bloempjes zijn lichtrose of resedakleurig.
De bladeren worden als groente gegeten ter vervanging van postelein. |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
123p | Gendola merah | Basellaceae |
![]() |
Beschrijving | Dit is feitelijk dezelfde plant als de hiervoor genoemde, doch een
variëteit met roode bladeren en donkeroode stengels. Ze wordt ook als
groente gegeten. Het hoogrood gekleurde sap uit de schijnvruchten wordt
ingezameld en in poedervorm verkocht als kleurstof voor gebak en
agar-agar. Voor hetzelfde doel gebruikt men wel het sap uit de stelen.
Voor de toepassing wordt verwezen naar recept |
gebruikt bij: | ||
317j | Dysenterie |
item | Indon. naam | Ned. naam | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
24s | Gendon | vet uit grote torrenlarve |
Beschrijving | is de rupsachtige larve van een tor, die groote verwoestingen aanricht
in de toppen van de klapperboomen, die daardoor vaak sterven. Ze worden
door de Javanen ingezameld en in de pan gesmolten. Het vet dient men
teringlijders toe. Men begint met een larve per dag en na een week de
dubbele hoeveelheid. Het middel werkt nog vlugger, wanneer men de
larven even poft, het vet er uit perst en dit, geklutst met een rauw ei
en wat honig, den patiënt laat innemen.
Na dit middel een jaar lang dagelijks te hebben gebruikt, zijn de patiënten in gewicht en sterkte prachtig toegenomen. Naar Europeesche begrippen is dit een onsmakelijk middel. De larve voedt zich echter uitsluitend met plantendeelen uit het hart van den klapperboom en er is per slot zooveel, wat wij gebruiken en lekker vinden, dat heel wat minder zuiver is dan deze larven. Men bedenke daarom, dat door het gebruik een kostbaar menschenleven gered kan worden en wanneer de patiënt er zelf afkeerig van is, behoeft men zich niet bezwaard te gevoelen, wanneer men het hem zonder zijn medeweten toedient. |
gebruikt bij: | ||
790 | Longtering | |
1202 | Tering |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
124p | Geranium | Geraniaceae |
Beschrijving | Van deze welriekende sierplant bestaan heel wat soorten. Die met de
mooie geschulpte bladeren wordt het meest als medicijn gebruikt. Zij
groeit overal en haar geur overtreft die van alle andere soorten. In
Zuid-Europa wordt geranium-olie gestookt uit de bladeren van de zoogenaamde rozengeranium Zuid-Afrika, wordt ook op Java gekweekt, maar wil beneden 1400 m. zeehoogte zelden of nooit bloeien. |
gebruikt bij: | ||
522 | Hoofdpijn door kouvatten | |
1294 | Verkoudheid | |
1380 | wonden (jeukerige) |
item | Indon. naam | Ned. naam | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
25s | Goela djawa | palmsuiker |
Beschrijving | is de op primitieve wijze bereide inlandsche suiker uit het sap van den arenpalm (goela aren), uit het sap van suikerriet (goela teboe), uit het sap van den cocospalm (goela kalapa) en uit het sap van den lontarpalm (goela siwalan). de inlandsche volken stellen de goela kalapa het hoogst. Waar in dit boek sprake is van goela djawa, wordt steeds goela aren bedoeld, die het geurigst is. Het palmsap wordt afgetapt; het rietsap door persing verkregen. Het koken van de suiker uit dit sap gaat voor alle soorten vrijwel op dezelfde wijze. De verkregen suiker is nimmer geheel zuiver. Ze ziet donker geel tot bruin en heeft steeds een bijsmaak, die vaak zeer aangenaam en geurig is, waarom goela djawa veelal wordt geprefereerd boven de zuivere kristalsuiker, zooals de Europesche fabrieken die maken. |
gebruikt bij: | ||
10 | Aambeien of haemorrhoiden | |
29 30 | Abcessen | |
59 | Bedwateren | |
132 | Bloedzweer | |
190 | Buikziekte bij zuigelingen | |
316 322 | Dysenterie | |
336 | Eczeem | |
357 358 | Eetlust opwekkend middel | |
377 | Fondament (uitschieten van het) | |
485 | Heeschheid | |
718 719 | Kraamvrouwenkoorts | |
734 745 | Laxeermiddelen | |
834 | Maden | |
868 | Menstruatie (pijnlijke) | |
928 | Ontlasting | |
989 | Puisten | |
1056 1059 | Slijm | |
1123 | Spruw in den mond | |
1139 | Steenpuisten | |
1192 | Tanden krijgen | |
1218 | Transpireermiddel | |
1298 1299 | Verkoudheid op de borst | |
1410 1412 1415 | Wormen | |
1446 | Zoogen | |
498 499 | hoest | |
1376 | wonden (branderige en zwerende) |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
125p | Gondang | Moraceae |
![]() |
Beschrijving | Een groote boom, die over geheel Java tot op 1500 m zeehoogte verspreid
voorkomt. In niet alte warm klimaat komt hij tot volledige ontwikkeling,
Zoowel het melksap uit den boom zelf, als het sap der vruchten is zuiverend en samentrekkend. Van de variëteit met gele vruchten wordt het vruchtsap met wat zout ingenomen tegen dysenterie. de groene vruchten van een andere variëteit zijn zoet als ze goed rijp zijn en worden gegeten tegen endeldarmontsteking. Over het algemeen werkt het gelei-achtige vruchtvleesch van alle soorten bij veel gebruik laxeerend. De geteh is uitstekend, om wonden van de lucht af te sluiten. Dit middel past men ook bij het vee toe. |
gebruikt bij: | ||
365 | Endeldarmontsteking | |
984 | Pokken (Spaansche) | |
1162 | Stopmiddel | |
197 | Volwassenen - Dunne afgang alleen des morgens en na elken maaltijd krampen | |
1407 | wonden (wasschen, zuiveren en afsluiten van) | |
1390 | wonden bij het vee |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
126p | Gondoroso | Acanthaceae |
![]() |
Beschrijving | Deze op Java weelderig groeiende heester, die tot anderhalven meter hoog wordt, dient veel als pagerplant. Ze heeft smalle puntige bladeren en kleine witte bloemen. Voor de toepassing wordt verwezen naar recepten |
gebruikt bij: | ||
47 | Baarmoederbloeding | |
525 | Hoofdpijn door kouvatten | |
607 | Kneuzing | |
708 | Kouvatten | |
1009 | Rheumatiek | |
1069 | Spit |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
127p | Greges otot | Moraceae |
Beschrijving | Onder dezen naam worden in den inlandschen medicijnhandel de gele
wortels verkocht van ranggitan |
item | Indon. naam | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
26s | Hertshoorn |
Beschrijving | Alhoewel dit geen plantaardig product is (het is het schraapsel van het gewei der mannelijke herten), wordt dit toch hier in het alphabet opgenomen, omdat het een paar maal in recepten vermeld is en de lezers het niet altijd zullen kennen. Het is een - ook in Europa - bekend volksgeneesmiddel, dat in de apotheken te bekomen is. |
gebruikt bij: | ||
375 | Fluimen (opgeven van) | |
792 | Longziekte |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
128p | Iler,miana | Lamiaceae (Labiatae) |
![]() |
Beschrijving | Dit kruid komt in talrijke variëteiten voor op Java van de laagvlakte
tot op 1300 m zeehoogte. Ze hebben alle paarse bloemen aan een lang
steeltje. Met weinig verzorging groeit deze plant overal weelderig. Voor
medicijn is de variëteit met effen donkere roodbruine bladeren het best.
De andere variëteiten zijn fraaier. Er zijn er zelfs met schitterende kleuren, maar die hebben, voor zoover bekend, geen geneeskracht. De plant laat zich door stekken vermenigvuldigen. |
gebruikt bij: | ||
8 9 16 | Aambeien of haemorrhoiden | |
224 | Buikziekten bij volwassenen - door ontstekingen der ingewanden | |
320 325 326 | Dysenterie | |
717 718 | Kraamvrouwenkoorts | |
860 | Menstruatie | |
890 | Navel | |
951 | Oogziekte | |
1364 | wonden |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
129p | Ingas,rengas | Anacardiaceae |
Beschrijving | Een groote boom, die op West-Java en verder over den geheelen Archipel verbreid voorkomt, meestal aan riviermondingen. Het hout is hard en zwaar en wordt wel gebruikt voor prauwen. De boom is echter bij de bevolking gevreesd om de getah uit den bast, die giftig is en bij aanraking met de huid ontstekingen veroorzaakt, zij het ook niet van zoo ernstigen aard als de hieronder genoemde rengas poetih. |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
130p | Ingas,rengas poetih | Anacardiaceae |
Beschrijving | Een boom ongeveer als de mangga, die gevreesd is bij de inlanders, omdat hij beschadiging van den stam een gomachtig sap uitvloeit, dat eerst wit is en later gitzwart wordt. Dit veroorzaakt bij aanraking met de menschelijke huid ontsteking. Als middel daartegen brengen de inlanders sirihkalk, met klapperolie gemengd, op de ontstoken plek. |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
131p | Inggoe | Rutaceae |
![]() |
Beschrijving | Dit kruid, dat in de laagvlakte niet wil bloeien, wordt overal gekweekt wegens de geneeskrachtige eigenschappen van de blauwachtig witte, sterkriekende blaadjes. Ze zijn eenigszins giftig, doch schaden in kleine hoeveelheden bij inwendig gebruik niet. Aftreksel van inggoeblaadjes gebruikt men voor wassching bij stuipen. Waar kinderen in huis zijn, behoort inggoe op het erf te worden gekweekt. De plant laat zich door stekjes gemakkelijk vermenigvuldigen en groeit bij goede verzorging zeer vlug, zoowel in de warmte als in de kou. |
gebruikt bij: | ||
419 | Geelzucht | |
595 | Kindercholera | |
672 | Koorts bij kinderen | |
678 | Koorts bij kleine kinderen | |
961 | Oorsuizing | |
1031 | Roos | |
1175 1176 | Stuipen | |
1211 | Transpireermiddel | |
1464 | Zwartwaterkoorts |
item | Indon. naam | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
27s | Inggoe,getah inggoe |
Beschrijving | is de gomhars, welke ook in de Europeesche geneeskunde bekend is onder den naam van duivelsdrek. Het wordt gewonnen van de wortels van verschillende @gen{Ferula) soorten en hier van elders aangevoerd. |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
132p | Kajoe angin | Usneaceae |
![]() |
Beschrijving | Dit korstmos, baardmos geheeten, komt veel voor boven 1000 m zeehoogte, waar het groeit op hooge boomtakken. Veel licht is een ontbeerlijke factor voor de ontwikkeling van deze plant. Als een dichte, groene en harige massa hangt het van de takken af. Het wordt in het oerbosch ingezameld en is in den inlandschen medicijnhandel geregeld verkrijgbaar. Wat men onder den naam kajoe angin langs dezen weg krijgt is meestal een mengsel van verschillende Usnea soorten. |
gebruikt bij: | ||
157 | Algemeene opmerkingen en raadgevingen - bij buikziekten - | |
176 | Buikziekte bij kinderen - Tengevolge van kouvatten | |
182 | Buikziekte bij kinderen - bij het tanden krijgen | |
167 | Buikziekte bij kinderen - dunne afgang met groene of donkere stof er bij | |
202 | Buikziekte bij volwassenen - Dunne afgang met bloed | |
203 | Buikziekte bij volwassenen - Ontlasting met bloed en slijm | |
199 | Buikziekte bij volwassenen - Veelvuldige ontlasting van enkel slijm gepaard met krampen en een gevoel van uitputting | |
230 | Buikziekte bij volwassenen - gevolg van endeldarmontsteking | |
193 | Buikziekte bij volwassenen, - Dunne afgang | |
242 | Buikziekten - Recept voor gedroogde kruiden | |
309 316 319 | Dysenterie | |
384 | Gal | |
1063 | Slijmkoliek | |
1088 1090 | Spruw (Indische) | |
1297 | Verkoudheid op de borst | |
501 | hoest |
item | Indon. naam | Ned. naam | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
28s | Kajoe anjang | zaden van Elaeocarpus grandiflora |
Beschrijving | heeten de zaden van redjasa.
De licht stroogele en houtige steenwand is bezet met stompe gekromde stekels. Op alle pasars kan men ze vinden. redjasa |
gebruikt bij: | ||
89 | Blaasaandoening als gevolg van kouvatten | |
1277 | Middelen ter bevordering van het urineeren | |
910 | Nierlijden | |
1098 | Spruw (Indische) |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
133p | Kajoe kolombo | Menispermaceae |
Beschrijving | in de apotheek bekend als radix calumba zijn de schijfjes wortelhout van de bijwortels van Jateorhiza palmata |
gebruikt bij: | ||
16 | Aambeien of haemorrhoiden | |
83 | Binnenkoorts |
item | Indon. naam | Ned. naam | Latijnse naam | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
134p | Kajoe manis tjina | zoethout,drop | Fabaceae-Faboideae (Leguminosae,Papilionaceae) |
Beschrijving | Het zijn wortelstukjes van |
gebruikt bij: | ||
21 | Aambeien of haemorrhoiden | |
182 | Buikziekte bij kinderen - bij het tanden krijgen | |
166 | Buikziekte bij kinderen - dunne afgang met groene of donkere stof er bij | |
201 202 | Buikziekte bij volwassenen - Dunne afgang met bloed | |
199 | Buikziekte bij volwassenen - Veelvuldige ontlasting van enkel slijm gepaard met krampen en een gevoel van uitputting | |
191 | Buikziekte bij volwassenen - Ontlasting van harde stof, omgeven door dof draderig slijm | |
200 | Buikziekte bij volwassenen - Ontlasting vrij normaal, doch vergezeld van dun kersrood bloed | |
242 | Buikziekten - Recept voor gedroogde kruiden | |
237 | Buikziekten bij volwassenen - als gevolg van koorts in den buik | |
232 234 | Buikziekten bij volwassenen- door inwendige hitte | |
284 | Diarhee of buikloop In hevige mate en meestal een voorbode van leverziekte | |
310 316 | Dysenterie | |
375 | Fluimen (opgeven van) | |
401 | Galsteen | |
420 | Geelzucht | |
512 514 | Hoest (droge) | |
504 | Hoest als gevolg van kouvatten | |
670 | Koorts bij kinderen | |
841 | Malaria | |
1058 | Slijm | |
1076 1088 1089 1090 1099 | Spruw (Indische) | |
1113 1116 | Spruw - Hygiënische wenken en dieetvoorschriften | |
1246 | Uitslag in den mond | |
1236 | Uitslag | |
1297 | Verkoudheid op de borst | |
196 | Volwassenen - Dunne afgang alleen des morgens en na elken maaltijd krampen | |
498 500 501 | hoest |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
135p | Kajoe oerip | Euphorbiaceae |
![]() |
Beschrijving | Deze boomheester wordt veel als pager geplant. Het zonderlinge uiterlijk
geeft dezen heester meer het voorkomen van een zeegewas dan van plant.
Blaadjes zijn er bijna niet aan. Bij de minste verwonding scheiden de takjes overvloedig melksap af, dat voor inwendig gebruik giftig is. De Maleische naam is patah toelang. In het javaansch heet deze plant tikel baloeng. |
gebruikt bij: | ||
301 | Dorens | |
346 | Eeltwonden | |
1033 | Scherven en splinters in den voet |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
136p | Kajoe poetih | Myrtaceae |
Beschrijving | Deze groote boom met glanzend witten stam, levert de Eucalyptusolie,
die uit de bladeren wordt gedistilleerd. Op Java is deze boom niet
inheemsch. Op het Dieng plateau treft men een andere variëteit aan,
namelijk de Deze wordt daar ook door de bevolking zelf gewonnen. |
gebruikt bij: | ||
25 | Aangezichtspijn | |
148 | Brandwonden | |
217 | Buikziekte bij volwassenen - door kouvatten op de ingewanden | |
247 | Cholera | |
251 | Cholerine Hieronder verstaat men een lichte cholera | |
283 | Diarhee of buikloop met nu en dan een paar kleine bloed aderen in de ontlasting | |
409 | Galsteenkoliek | |
431 | Gewrichtsaandoening | |
449 | Griep | |
505 | Hoest als gevolg van kouvatten | |
609 | Knokkelkoorts | |
709 | Kouvatten | |
719 | Kraamvrouwenkoorts | |
853 | Malaria | |
867 | Menstruatie (pijnlijke) | |
1017 | Rheumatiek | |
1050 | Slapte In de spieren | |
1367 1368 | wonden |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
137p | Kajoe rapat | Apocynaceae |
Beschrijving | Zo heet de bast van |
gebruikt bij: | ||
46 | Baarmoeder (vergroote) | |
52 | Baarmoederverzakking | |
552 | Inscheuring bij de bevalling | |
1357 1359 | Witte vloed |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
138p | woeroe sintok | Lauraceae |
Beschrijving | Kajoe sintok is de bast van den Wat op de pasars als kajoe sintok verkocht wordt, is meestal niet uitsluitend deze bast, maar een mengsel van verschillende bastsoorten. |
gebruikt bij: | ||
210 | Buikziekte bij volwassenen - door verwijding van den dikken darm | |
274 | Diarhee of buikloop | |
1090 | Spruw (Indische) | |
1285 | Venerische ziekte |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
139p | Kajoe tahi | Loganiaceae |
Beschrijving | Een boomheester, die voorkomt in de Minahassa. Vruchten en bladeren van dezen heester zijn als inlandsch geneesmiddel in gebruik. |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
140p | Kajoe tahi | Ulmaceae |
Beschrijving | Kajoe tahi heet ook het medicinale hout, dat sporadisch gevormd wordt
in den stam van |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
141p | Kajoe timor | Tiliaceae |
Beschrijving | De echte kajoe timor, die op Java practisch niet te bekomen is, is de
bast van den boom, die op Timor pasolder heet Java op de pasars koopt, is bast van de soga en te Batavia ook wel bast van de toeri met roode bloemen. |
gebruikt bij: | ||
16 | Aambeien of haemorrhoiden | |
184 | Buikziekte bij kinderen - tengevolge van vallen | |
202 | Buikziekte bij volwassenen - Dunne afgang met bloed | |
203 | Buikziekte bij volwassenen - Ontlasting met bloed en slijm | |
205 | Buikziekte bij volwassenen - Etterige afgang eventueel met bloed | |
239 | Buikziekten bij volwassenen - als gevolg van koorts in den buik | |
281 | Diarhee of buikloop met nu en dan een paar kleine bloed aderen in de ontlasting | |
272 276 | Diarhee of buikloop | |
307 320 323 | Dysenterie | |
893 | Nawee-en | |
1312 | Verzwikking |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
142p | Kalapa | Arecaceae (Palmae) |
Beschrijving | De klapperboom of cocospalm, die de klappers of cocosnoten levert,
groeit het best in de lage kuststreken.
De inlanders onderscheiden verschillende soorten naar de kleur der vruchten, naar de geaardheid der bladnerven of naar nog andere eigenschappen. Voor het meest geneeskrachtig houdt men de kalapa idjo, dat is een laat rijpe soort, die groote vruchten heeft, die, zoolang ze jong zijn, een groene kleur hebben in tegenstelling met de meeste andere variëteiten, waarvan de onrijpe vruchten geel of lichtbruin zijn. Zeer jonge klappers, niet grooter dan een vuist bijvoorbeeld, noemt de javaan bloeloek en wanneer ze niet geplukt, doch toevallig afgevallen zijn, bloeloek loepa. Deze worden gebruikt om er een zalf van te maken tegen moeilijk te genezen wonden. Binnen in den dop van elken klapper bevindt zich vocht, dat klapperwater genoemd wordt. Klapperwater van den kalapa idjo is een beproefd geneesmiddel bij vergiftigingen. Dikwijls wordt het nog gemengd met klapperolie, vooral bij de. behandeling van vergiftiging van het vee en van honden. Het klapperwater uit oude klappers helpt tegen santoninevergiftiging, Welke ontstaat door het gebruik van moengsi arab (inlandsch wormkruid). Het klapperwater, dat bij gebrek aan andere dranken een best middel is, om den dorst te lesschen, is het smakelijkst uit de klappers, die wel reeds hun volledigen wasdom bereikt hebben, maar waarvan de dop nog niet verhard is. Naarmate de vrucht groeit, zet zich tegen den binnenwand van den dop het witte vruchtvleesch (eigenlijk kiemwit) af. Bij jonge klappers is dit zacht; bij oudere wordt het allengs harder. Het jonge vruchtvleesch wordt gaarne als versnapering gegeten. De rijpe noten worden gebroken en het vruchtvleesch gedroogd. Deze stukken vormen onder den handelsnaam copra een zeer belangrijk uitvoerproduct. Het bevat een groot percentage vet, dat in Europa fabriekmatig wordt gewonnen en een belangrijk bestanddeel is van de margarine en andere kunstmatig samengestelde spijsvetten. Door het vruchtvleesch van oude klappers te raspen en met water uit te persen, krijgt men de zoogenaamde klappermelk of santen. Santen is een onontbeerlijk ingrediënt bij de rijsttafelbereiding. Het doet de rijst gemakkelijker verteren. In den Oostmoesson is het echter geraden, niet dagelijks sajoer te eten, die met santen is klaargemaakt. Vooral voor buiklijders en menschen met zwakke magen is het gebruik van veel santen slecht. Klapperolie wordt gekookt uit santen of wel uit het geraspte klappervleesch. Deze olie wordt op uitgebreide schaal in de keuken gebruikt. Versch is ze lang niet onsmakelijk, maar ze wordt spoedig oud en ranzig en krijgt dan een voor den Europeaan weerzinwekkende lucht. Men kan het ranzig worden tegengaan, door een stukje koenir in de olie te leggen. Is ze eenmaal ranzig, dan helpt het opkoken met wat versche klapermelk, of door er een stukje oud brood in te bakken, tot dit goed zwart is geworden. De harde vruchtschalen, welke ook olie bevatten, worden verwerkt tot allerlei huishoudelijke artikelen. De olie, daaruit getrokken, is een middel tegen kiespijn. De asch van de bloem- en bladscheeden gebruiken de inlanders als laxeermiddel, wanneer geen enkel ander middel meer helpt. Jonge, nog niet geopende klapperbladeren werken stoppend. |
gebruikt bij: | ||
22 | Aambeien(droge) | |
77 | Berg | |
110 | Bloedingen (inwendige) | |
147 | Brandwonden | |
248 | Cholera | |
253 | Darmbloeding | |
271 | Diarhee of buikloop | |
312 316 328 | Dysenterie | |
462 | Haaruitval | |
467 | Haarverzorging | |
470 471 474 | Haarwassching | |
520 | Hoofdpijn door kouvatten | |
529 | Hoofduitslag | |
542 | Huiduitslag (jeukerige) | |
554 | Jeuk | |
591 | Kiespijn | |
634 | Koorts | |
754 | Laxeermiddelen | |
759 | Lendenpijn | |
826 | Maden | |
844 845 | Malaria | |
1266 | Middelen ter bevordering van het urineeren | |
895 | Negenoog | |
932 | Ontlasting bij kinderen | |
929 | Ontlasting | |
1019 1022 | Rheumatiek | |
1038 | Schurft | |
1181 | Stijve nek | |
1157 | Stopmiddel | |
1288 1289 1293 | Vergiftiging | |
1313 | Verzwikking | |
1466 | Zwartwaterkoorts | |
1378 | wonden (jeukerige) | |
1387 | wonden (kap-) | |
1409 | wonden (wasschen, zuiveren en afsluiten van) | |
1372 | wonden |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
143p | Kalapa laoet | Arecaceae (Palmae) |
Beschrijving | Dit is een zeer zeldzame enorm groote cocosnoot in het Javaansch kalapa djenggi geheeten. Oostersche volken schrijven aan het kiemwit van deze vrucht wonderbaarlijke werking toe. In den medicijnhandel op Java zijn ze daarom wel eens verkrijgbaar. Zie ook onder Djenggi |
gebruikt bij: | ||
112 | bloedspuwing |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
144p | Kamille | Asteraceae (Compositae) |
Beschrijving | Dit kruid, in Europa welbekend, wordt in de Preanger door de bevolking
aangeplant. De gedroogd bloemhoofdjes mengt men tezamen met de
gedroogde bloemknoppen van patjar tjina onder de thee en noemt dit
mengsel dan teh kembang. Kamille is in elke apotheek te bekomen. Een
Indisch surogaat voor de echte kamille is wedahan. |
gebruikt bij: | ||
500 | hoest |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
145p | Kanari | Burseraceae |
Beschrijving | Deze boom, die inheemsch is in de Molukken, wordt op Java veel als
alleeboom aangeplant. De grootste vruchten krijgt men echter van een
soort, die op Java in het geheel niet voorkomt,
n.l. de De kanarivruchten worden als Indisch surogaat voor amandelen gebruikt. In de Indische keuken worden ze veel gebruikt bij het maken van gebak. Het vocht, dat uit de zaden geperst kan worden, wordt onder den naam van kanarizadenmelk aanbevolen voor zuigelingen met zwakke magen. Van de hand van Dr. Boorsma verscheen er indertijd een boekje over, dat nog te verkrijgen is en waar meerdere bijzonderheden omtrent deze kanarizadenmelk in gevonden worden. De olie, die uit de zaden wordt geperst, is zeer voedzaam en dient hij de bereiding van zalfjes. De boom zelf scheidt onder bepaalde omstandigheden een hars af, dat als getah kanari in den inlandschen medicijnhandel voorkomt. De elemi, die in de Europeesche apotheken gebruikt wordt, is een product uit de Philippijnen afkomstig en heet daarom ook Manilla-elemi. |
gebruikt bij: | ||
739 | Laxeermiddelen | |
798 | Loomheid In de ledematen | |
973 | Opwekkend middel | |
1216 | Transpireermiddel | |
1440 | Zog (middelen ter opwekking van het) | |
1450 | Zuigelingenvoeding |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
146p | kaneel | Lauraceae |
Beschrijving | Kaneel is de takbast van verschillende Cinnamomum soorten. De echte
kaneel komt van Ceylon en is afkomstig van de De Chineesche kaneel is afkomstig van |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
147p | Kangkoeng | Convulvulaceae |
![]() |
Beschrijving | Een kruipend kruid, dat op Java zeer welig groeit, vooral op
vochtige plaatsen in poelen en slooten in het warme laagland.
Het is een gelief de groente, die hij de rijsttafel wordt genuttigd. Er zijn verschillende variëteiten, die lang niet alle even goed en smakelijk zijn. Goede kangkoeng mag in het geheel niet bitter wezen. Om kangkoeng goed te bereiden, wordt het gewasschen, de stelen verwijderd en dan eenigen tijd in zuiver water geweekt, alvorens het te koken. Kangkoengbladeren werken verkoelend en kalmeerend. Als groente gebruikt, werkt kangkoeng zeer gunstig op het gestel van zwangere vrouwen en op de aanstaande baby. De vrouwen zelf zullen minder braken en het kind zal een rustig en kalm gestel krijgen. |
gebruikt bij: | ||
19 | Aambeien of haemorrhoiden | |
240 | Buikziekte bij volwassenen - door haemorrhoiden | |
343 | Eelt | |
983 984 | Pokken (Spaansche) | |
1045 | Slapeloosheid | |
1433 | Zenuwhoofdpijn | |
1459 | Zwangerschap |