item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
294p | Rami | Urticaceae |
Beschrijving | Deze halfheester levert een goede spinbare vezel. De cultuur kon echter
in Nederlandsch-Indië nimmer slagen.
De wortels worden gebruikt ter vervanging van brandnetelwortel. |
gebruikt bij: | ||
465 | Haaruitval | |
792 | Longziekte |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
295p | Randoe | Bombacaceae |
Beschrijving | Deze boom met zijn zuilvormigen, kaarsrechten, gestekelden stam en zuiver
horizontale takken met weinig bladeren is een bekende in het Indische
laagland, waar men hem veel langs wegen vindt aangeplant.
Tot op 1000 m. zeehoogte is de randoe op Java zeer algemeen. De fraaie bloemen zijn welriekend, maar vallen door hun fletse kleur aan de hooge takken weinig op. De randoe levert vruchten, die als kapokvruchten algemeen bekend zijn. Deze vruchten bevatten de oliehoudende kapokpitten en het fraaie witte zijdeachtige zaadpluis, dat, na gezuiverd te zijn, als kapok in den handel komt. De jonge vruchten zijn groen. Als ze rijpen, worden de vruchtbladeren vaalbruin en rimpelig. Het is dan tijd, om ze te oogsten. Men wacht namelijk niet, tot ze afvallen en openspringen, omdat er dan te veel kapok zou verloren gaan. De voortplanting kan geschieden door stekken of door het uitzaaien van de pitten. |
gebruikt bij: | ||
41 | Asthma | |
291 | Diarhee of buikloop met bloed als gevolg van koorts in den buik | |
485 | Heeschheid | |
1298 | Verkoudheid op de borst |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
296p | Randoe alas | Bombacaceae |
Beschrijving | Deze groote boom is de zoogenaamde wilde kapokboom.
De bloemen zijn veelal donker rood. De vruchten worden niet geoogst. Pitten en zaadpluis zijn van veel mindere kwaliteit en omdat de boomen zoo hoog zijn, zon het inzamelen te veel arbeid kosten. De stam is ook glad en recht, doch heeft vooral bij de ouder boomen groote wortellijsten. Het vocht, dat des morgens voor zonsopgang (later heeft geen uitvloeiing meer plaats) uit de wortels kan worden afgetapt, heeft bijzondere beteekenis. Het is verkoelend en zuiverend, smaak- en reukloos, geheel onschadelijk, kan eventueel als drinkwater worden gebruikt en in vele gevallen zeer heilzaam wezen. Dit vocht noemt men deresan. Hoe het gewonnen wordt, vindt men nader omschreven in het Aanhangsel. |
gebruikt bij: | ||
1094 | Spruw (Indische) | |
1234 | Typhus | |
1245 | Uitslag In de keel | |
1247 | Uitslag in den mond | |
1248 | Uitslag op de tong |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
297p | Ranggitan | Moraceae |
Beschrijving | Een kruid van hoogstens een meter hoog, waarvan de stengels aan den voet
houtig worden.
De gele wortels zijn geneeskrachtig en worden in den inlandschen medicijnhandel op Java verkocht ander den naam greges otot. |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
298p | Ranti,ranti bali | Solanaceae |
Beschrijving | Dit kruid levert de vruchten, die als tomaten bekend zijn.
De cultuur eischt weinig zorg en slaagt in Indië in de bergstreken zeer goed. De plant behoeft lossen zandigen grond en vooral niet te veel vocht. Er wordt in Indië meer en meer werk van gemaakt en, al mogen de Indische tomaten niet zoo groot worden als de Hollandsche, de kwaliteit behoeft voor het Hollandsche product zeker niet ander te doen. Tomaten zijn zeer gezond, rijk aan vitaminen en oefenen een merkbaar goeden invloed uit op de spijsvertering. |
gebruikt bij: | ||
13 | Aambeien of haemorrhoiden | |
22 | Aambeien(droge) | |
106 | Blindedarmontsteking | |
107 | Bloed | |
421 | Geelzucht | |
927 | Ontlasting | |
984 | Pokken (Spaansche) | |
1129 | Spijsvertering (Slechte) |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
299p | Ranti djawa | Solanaceae |
Beschrijving | Dit is een wild groeiende tomaat of wel een verwilderde vorm. Men treft
deze op Java, Sumatra, de kleine Soenda eilanden en in de Molukken aan.
De vruchten worden niet grooter dan een knikker. Ze smaken goed en het uitgeperste sap wordt wel gedronken. |
gebruikt bij: | ||
544 | Huiduitslag (jeukerige) |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
300p | Rawah,kekoro gatel | Fabaceae-Faboideae (Leguminosae,Papilionaceae) |
Beschrijving | Dit is een windende heester. De vruchten zijn peulen.
Stengels, bladeren en vruchten zijn dicht bezet met fijne goudgele haren, die aan den scherpen top minimaal kleine weerhaakjes hebben, waarmede ze zich in de huid hechten en hevig jeukende pijnen veroorzaken. Deze haartjes worden wel voorzichtig van de peulen geschrapt en bewaard, om als jeukpoeder dienst te doen. Krijgt men door een ongeluk of tengevolge van een misplaatste aardigheid zulk jeukpoeder op de huid, dan in geen geval met water wasschen. Dat zou de pijn slechts verergeren. Olie of droge asch verzacht de pijn, die dan geleidelijk verdwijnt, al gaat het niet zoo spoedig, als men zal wenschen. |
item | Indon. naam | Ned. naam | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
55s | Reboeng | bamboespruiten |
Beschrijving | heeten de jonge spruiten van verschillende bamboesoorten, die als
groente worden gegeten en met azijn tot een zeer smakelijk tafelzuur zijn
te bereiden.
Ook jonge loten van andere planten schijnen wel reboeng te worden genoemd, zoo bijvoorbeeld die van laos. |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
301p | Redjasa | Elaeocarpaceae |
![]() |
Beschrijving | Een laag vertakte kromme boom, die in Midden- en West- Java in het wild
wordt aangetroffen en beneden 500 m. zeehoogte algemeen wordt aangeplant
om de fraaie bloemen, die in trossen groeien.
De bast en de bladeren zijn geneeskrachtig evenals de zaden, die ander den naam van anjang-anjang af kajoe anjang worden verkocht. Deze zaden hebben een licht stroogele en houtige steenwand die bezet is met stompe gekromde stekels. Op alle pasars kan men ze vinden. |
gebruikt bij: | ||
89 | Blaasaandoening als gevolg van kouvatten | |
694 | Koortswerende middelen | |
793 | Loomheid | |
1277 | Middelen ter bevordering van het urineeren | |
910 | Nierlijden | |
1098 | Spruw (Indische) |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
302p | Remboeloeng | Arecaceae (Palmae) |
Beschrijving | Deze uitstoelende palm, die vaak vijf of meer stammen heeft, is de echte
sagopalm.
Hij levert de beste atap en wordt op Sumatra rambia of roembia genoemd. Van de bladeren maakt men ook kadjangmatten. Op Java komt de sagopalm weinig voor, maar in de Molukken en op Celebes bestaan heele bosschen van deze palmen. Veelal zijn die bosschen door de bevolking zelf aangelegd. Er behoeft niet veel zorg aan besteed te worden, alleen de eerste paar jaar en dan kan alles aan zichzelf worden overgelaten en na 10 tot 15 jaar kan met uitkappen worden begonnen. Voor de winning van de sago moeten de stammen namelijk worden geveld. Op Celebes en in de Molukken wordt de saga met veel zorg bereid en het mooie zuivere product, dat men daar krijgt, is een voornaam voedingsmiddel in die streken. Een uitvoerartikel is het echter niet, al gaat er nog heel wat voor consumptie naar Java. De groote hoeveelheden sago voor den export zijn afkomstig uit het Westelijk deel van den Archipel. Dit product is veel onzuiverder en wordt voor een deel in Singapore verwerkt tot parelsaga. Voor de bereiding van sago wordt verwezen naar het Aanhangsel. voor de |
gebruikt bij: | ||
1438 | Zog (middelen ter opwekking van het) | |
1446 | Zoogen |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
303p | Remek getih | Verbenaceae |
![]() |
gebruikt bij: | ||
720 | Kraamzuivering | |
863 | Menstruatie (ongeregelde en pijnlijke) |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
304p | Remek getih | Verbenaceae |
Beschrijving | Deze heester, naverwant aan de vorige, wordt hooger n.l. tot 2 m. en
heeft fraaie roode bloemen. Hij wordt ook als sierplant gekweekt en komt
hier en daar verwilderd voor.
De bladeren van deze plant zijn geneeskrachtig. |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
305p | Remoedjoeng,remoekdjoeng,koemis koetjing | Lamiaceae (Labiatae) |
![]() |
Beschrijving | Dit kruid met houtachtige stengels, dat meer dan een meter haag kan
worden, treft men veel aan langs beekjes en water loopen. Het is
een dankbaar plantje, dat met een weinig verzorging en veel zon op een
geschikte plaats op het eigen erf ook welig zal groeien.
De fraaie bloemen hebben lange uitstaande meeldraden, die aan de snorharen van een kat doen denken, waarom deze plant in het Maleisch dan ook koemis koetjing genoemd wordt. De bladeren, die een paars gekleurden rand hebben en paarse nerven, zijn een gerenommeerd middel tegen nierlijden. De stengels zijn vierkant. Vermenigvuldiging geschiedt door stekken of zaden. |
gebruikt bij: | ||
88 | Blaasaandoening als gevolg van kouvatten | |
363 | Eiwit in de urIne | |
401 | Galsteen | |
1278 | Middelen ter bevordering van het urineeren | |
913 | Niersteen. | |
921 | Nierziekte. | |
978 | Podagra | |
1016 | Rheumatiek | |
1187 | Suikerziekte | |
1255 | Urineeren met bloed | |
1339 | Waterzucht | |
498 | hoest |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
306p | Resah | Zingiberaceae |
Beschrijving | Een kruidachtige plant die wel drie meter hoog wordt en dan stengels
heeft van 3 cm dik.
De vruchten waarvan zoowel roode als witte voorkomen worden rauw gegeten. Ook maakt men er wel manisans van. De rijpe zaden zijn welriekend. |
gebruikt bij: | ||
1208 | Transpiratielucht |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
307p | Rewoeloe, waron | Malvaceae |
Beschrijving | Een kruid, dat op Java in het wild beneden 650 m. zeehoogte wel langs de
wegen voorkomt.
De zaden zijn onder den naam muskuszaad in den Europeeschen handel en worden ook in Indië gebruikt in verschillend inlandsche reukwerken, in boreh en in bedak. Het moet zelfs een goed middel zijn tegen rooden hond, omdat het de prikkelbaarheid van de zweetvaatjes vermindert. |
gebruikt bij: | ||
1030 | Roode hond |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
308p | Roekem | Flacourtiaceae |
Beschrijving | Een lage boom met vele doorns aan de takken en donkeroode sappige vruchten,
die smaken als kruisbessen.
De vruchten zijn zeer gezond. Men maakt er gelei en stroop van. Die van de wildgroeiende variëteit zijn kleiner, zeer zuur en wrang. |
gebruikt bij: | ||
1163a | Stopmiddel |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
309p | Roempoet djarem | Fabaceae-Faboideae (Leguminosae,Papilionaceae) |
![]() |
Beschrijving | Een tenger kruid, dat overal op Java op zonnig en grazig terein groeit
vaak tussen het gras en door de inlanders dan ook als roempoet of soeket
wordt aangeduid.
Een Nederlandsche naam voor dit plantje is zwarte klaver, wilde klaver of dwergklaver. |
gebruikt bij: | ||
201 | Buikziekte bij volwassenen - Dunne afgang met bloed | |
284 | Diarhee of buikloop In hevige mate en meestal een voorbode van leverziekte | |
317b | Dysenterie |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
310p | Saga,saga manis | Fabaceae-Faboideae (Leguminosae,Papilionaceae) |
![]() |
Beschrijving | Een halfheester met dunne stengels.
De peulen bevatten glanzend gladde, roode zaden met zwarte vlekjes en worden paternosterboontjes genoemd. Rauw zijn deze boontjes zeer giftig; gekookt echter geheel onschadelijk. De inlandsche goudsmeden bereiden er een soort lijm uit, die ze bij het soldeeren gebruiken. De gladde dunne blaadjes en de steeltjes smaken naar zoethout. |
gebruikt bij: | ||
10 21 | Aambeien of haemorrhoiden | |
83 | Binnenkoorts | |
164 | Buikziekte bij kinderen - Geringe ontlasting met persingen | |
202 | Buikziekte bij volwassenen - Dunne afgang met bloed | |
242 | Buikziekten - Recept voor gedroogde kruiden | |
232 234 | Buikziekten bij volwassenen- door inwendige hitte | |
512 | Hoest (droge) | |
506 | Hoest bij kinderen | |
599 | Kindervoeding | |
658 | Koorts als gevolg van zweren in de ingewanden | |
1057 | Slijm | |
1088 1089 | Spruw (Indische) | |
1116 | Spruw - Hygiënische wenken en dieetvoorschriften | |
1121 | Spruw in den mond |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
311p | Saga pohon,saga oetan | Fabaceae-Mimosoideae (Leguminosae,Mimosaceae) |
Beschrijving | Deze boom, die evenals de voorgaande ook peulvruchten voortbrengt, heeft
daarin echter geheel roode zaden en wordt daarom ook wel koraalboom genoemd.
Men slijpt deze zaden aan twee tegenoverliggende zijden een weinig plat en rijgt ze dan tot snoeren met de platte kanten tegen elkaar aan. De bladeren van dezen boom zijn niet geneeskrachtig. De zaden zijn den goudsmeden op dezelfde wijze dienstbaar. De bast bevat een weinig zeepstof en wordt daarom wel gebruikt, om er het haar of de kleeren mede te wasschen. |
item | Indon. naam | Ned. naam | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
56s | Sago | zetmeel uit de sagopalm |
Beschrijving | is het voedzame verkoelende meel, dat gewonnen wordt uit het merg van den remboeloeng |
gebruikt bij: | ||
333 | Dysenterie | |
1103 | Spruw - Hygiënische wenken en dieetvoorschriften | |
1163b | Stopmiddel | |
1439 | Zog (middelen ter opwekking van het) | |
1446 | Zoogen |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
312p | Salak | Arecaceae (Palmae) |
Beschrijving | Een nagenoeg stamlooze, sterk uitstoelende palm met scherpe stekels langs
de bladstelen.
Deze palm, die veel vocht en schaduw behoeft, wordt op Java veel aangekweekt meestal onder andere vruchtboomen. De salakvruchten zijn donkerbruin van kleur en geschubd. De rijpe vruchten hebben zacht en zoet vruchtvleesch. Menschen, die aan den endeldarm lijden of met haemorrhoiden sukkelen, zullen goed doen, geen salak te eten. |
gebruikt bij: | ||
380 | Fondament (uitschieten van het) |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
313p | Salam | Myrtaceae |
![]() |
Beschrijving | Een groote boom, die op Java wildgroeiend voorkomt beneden 1400 m. zeehoogte
en veel wordt aangeplant om de jonge bladeren, die gedroogd en - aan lidi's
geregen - op de pasars worden verkocht.
In de Indische keuken vervangen deze bladeren het laurierblad. De rijpe vruchtjes worden wel gegeten en zijn niet onsmakelijk. De bast wordt als kleurstof gebruikt. |
gebruikt bij: | ||
1152 | Stopmiddel |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
314p | Sambang darah | Euphorbiaceae |
![]() |
Beschrijving | Een sterk vertakt heestertje met kleine gele bloemen, dat veel in tuinen
wordt aangetroffen.
De bladeren zijn bovenop groen en aan de onderzijde roodachtig van kleur. De getah is zeer giftig. De wortels kunnen gedroogd zeer lang worden bewaard zonder hun geneeskrachtige eigenschappen te verliezen. Vermenigvuldiging geschiedt door stekken. In Midden-Java noemt men dit heestertje ook wel remek daging. |
gebruikt bij: | ||
111 | Bloedingen (inwendige) | |
875 | Miskraam | |
1324 | Vloeiingen als gevolg van venerische ziekte | |
1322 | Vloeiingen na de bevalling of bij miskraam | |
1317 | Vloeiingen | |
118 | bloedspuwing |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
315p | Sambang geteh,sarap | Acanthaceae |
![]() |
Beschrijving | Een liggend kruid, dat veel in het wild voorkomt en ook wel in tuinen
langs de paden wordt aangetroffen.
De bladeren zijn rood-paars en de bloemen wit. Volgens de inlanders moeten de bladeren bloedstelpende eigenschappen bezitten. Het plantje wordt ook veel gebruikt bij het opmaken van grafkransen. De javanen noemen het ook remek daging. |
gebruikt bij: | ||
132 | Bloedzweer | |
317i | Dysenterie | |
1168 | Storting na de bevalling | |
1326 | Vloeiingen in de wisseljaren |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
316p | Sambang tjolok | Amaranthaceae |
![]() |
Beschrijving | Een kruid met roodachtige bladeren, dat vaak als sierplant wordt
gekweekt en alleen door stekken te vermenigvuldigen is. De stengels
zijn meestal vrij slap. De gekweekte exemplaren groeien. eenigszins
heesterachtig op, wanneer de omstandigheden. gunstig zijn.
Wildgroeiend komt de plant niet voor, maar wordt wel zeer veel verwilderd aangetroffen. |
gebruikt bij: | ||
863 | Menstruatie (ongeregelde en pijnlijke) | |
1253 | Urineeren met bloed | |
1359 | Witte vloed |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
317p | Sambilata | Acanthaceae |
![]() |
Beschrijving | Een laag, sterk vertakt kruid, dat van oudsher hij de Javanen de goede
reputatie heeft een doeltreffend middel tegen giftige slangebeten te zijn.
Deze plant groeit in de warmte en vermenigvuldigt zich door zaad. De bladeren zijn donkergroen en erg bitter. De bloemen zijn wit met zwart en zeer klein. De bladeren zijn eetlustopwekkend. Bij het vee doet men bladmoes op de wonden, wanneer er vrees bestaat voor bloedvergiftiging. |
gebruikt bij: | ||
68 69 | Beet (vergiftige) | |
105 | Blindedarmontsteking | |
123 | Bloedvergiftiging | |
352 | Eetlust opwekkend middel | |
605 | Klem | |
690 691 | Koorts (verkoelende middelen bij) | |
644 | Koorts als gevolg van geinfecteerde wonden | |
645 | Koorts als gevolg van insectenbeten | |
652 | Koorts als gevolg van zweren in de ingewanden | |
952 | Oogziekte | |
1035 1036 | Schurft | |
1187 | Suikerziekte | |
1230 1231 | Typhus | |
1467 | Zwelling van been of voet |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
318p | Sambodja | Apocynaceae |
![]() |
Beschrijving | Een lage boom met krommen stam en sterk gebogen takken, die steeds op
inlandsche begraafplaatsen wordt aangetroffen.
Er is een variëteit met witte en een met oranjeachtige bloemen. Een aftreksel van den bast is waterafdrijvend en wordt aan paarden gegeven, wanneer deze, koliek hebben en niet kunnen urineeren. |
gebruikt bij: | ||
26 | Abcessen | |
150 | Bubogezwellen | |
302 | Dorens | |
445 | Glasscherven en glassplinters | |
587 | Kiespijn | |
1276 | Middelen ter bevordering van het urineeren | |
1070 | Splinters in de huid | |
1333 | Waterzucht | |
116 | bloedspuwing |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
319p | Sana,sana kembang | Fabaceae-Faboideae (Leguminosae,Papilionaceae) |
![]() |
Beschrijving | Een groote boom met welriekende bloemen, die verspreid voorkomt over den
geheelen Archipel doch in West-java schaarsch is.
Men vindt hem veel aangeplant in tuinen en lanen beneden 800 m. zeehoogte. Het roode sap is een bekend middel tegen buikloop en spruw. |
gebruikt bij: | ||
259 | Diarhee of buikloop | |
1082 | Spruw (Indische) | |
1118 | Spruw in den mond |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
320p | Sana kling | Fabaceae-Faboideae (Leguminosae,Papilionaceae) |
Beschrijving | Deze boom, die voorkomt in Midden- en in Oost-java levert het Java
palissanderhout, dat zeer gewild is voor meubels en betimmeringen. Van
Makasser en Ambon wordt wortelhout van dezen boom uitgevoerd, waarvan men in Europa pijpen maakt en fineer voor de meubelindustrie. In tegenstelling met de hiervoor genoemde is van dezen boom geen medicijnen gebruik bekend. |
item | Indon. naam | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
57s | Sangkal toelang |
Beschrijving | Met dezen naam duiden de inlanders in Midden Java een
plant aan die veel gelijkt op de kajoe oerip. Euphorbia tirucalli
De bladeren zijn echter donkergroen. Zoowel de getah als de bladeren zijn geneeskrachtig. |
gebruikt bij: | ||
1421 | Wratten | |
1387 | wonden (kap-) |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
321p | Sangket | Lamiaceae (Labiatae) |
Beschrijving | Een kruid met vierkanten stengel, voorkomend op braakliggende sawahs,
drassig terein en langs waterkanten tot op 600 m. zeehoogte.
De sappen hebben een kalmeerende werking. |
gebruikt bij: | ||
478 | Hartkloppingen | |
564 565 | Kalmeermiddelen | |
649 | Koorts als gevolg van overspanning | |
894 | Nawee-en | |
1007 | Rheumatiek | |
1046 | Slapeloosheid | |
1172 1173 | Stuipen | |
1422 | Zenuwachtige kinderen | |
1428 | Zenuwachtigheid | |
1432 | Zenuwhoofdpijn | |
1434 | Zenuwtoevallen |
item | Indon. naam | Ned. naam | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
58s | Santen | klappermelk |
Beschrijving | is het vocht, dat geperst wordt uit geraspt klappervleesch. De
Hollandsche naam is klappermelk. Zie verder bij Kalapa. |
gebruikt bij: | ||
780 | Lintworm | |
1089 | Spruw (Indische) |
item | Indon. naam | Ned. naam | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
59s | Saparantoe | pennen van Sindora sumatrana. |
Beschrijving | heeten de stekelige platte pennen van de sindoer. |
gebruikt bij: | ||
274 | Diarhee of buikloop | |
1089 | Spruw (Indische) | |
1321 | Vloeiingen na de bevalling of bij miskraam |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
322p | Sarangan | Fagaceae |
Beschrijving | Een groote boom, die verbreid is over het Westelijk deel van den Archipel
en ook in West- en Midden-java voorkomt.
Het hout is zeer gezocht. De vruchten, die in smaak niet onderdoen voor de Europeesche tamme kastanje worden in het bosch verzameld en op de pasars verkocht. Uitwendig zijn ze geel-bruin en met stekels bezet. De kernen worden gepoft of gekookt en zijn zeer voedzaam. Buiklijders mogen ze echter niet eten. |
gebruikt bij: | ||
1437 | Zog (middelen ter opwekking van het) |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
323p | sawi | Brassicaceae |
Beschrijving | Vele groentesoorten, botanisch aan elkaar verwant, doch in uiterlijk
vaak zeer verschillend, komen als sawi ter markt.
Zoowel bij Europeanen als inlanders is de sawi zeer gewild. Uiterlijk gelijkt sawi vaak veel op andijvie en verschilt in smaak daarvan ook niet veel. Sawi is zeer gezond en zuivert het lichaam door het verhoogen van de nierwerking. Voor nierlijders echter, die last hebben van jeukerigen uitslag, is het beter, geen sawi te eten. Hieronder volgen enkele der meest voorkomende sawi soorten. |
gebruikt bij: | ||
389 | Gal (afdrijven van de) | |
1259 | Middelen ter bevordering van het urineeren | |
910 | Nierlijden | |
1136 | Steenpuisten |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
324p | Sawi hoema | Brassicaceae |
Beschrijving | Dit is een variëteit met lange stengels en smalle bladeren. Deze ijle plant groeit in West-Java op sawahs en wordt alleen in het binnenland gegeten. |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
325p | Sawi idjo | Brassicaceae |
Beschrijving | Deze grootbladige variëteit van dezelfde plant smaakt eenigszins scherp, wordt in hoofdzaak gezouten gebruikt en is dan bestemd voor consumptie onder de Chineesche bevolking. |
gebruikt bij: | ||
1124 | Spruw in den mond |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
326p | Sawi lemah | Brassicaceae |
![]() |
Beschrijving | Een laag kruid, dat op vochtig bouwland en langs waterkanten voorkomt tot op 1300 m. zeehoogte. |
gebruikt bij: | ||
87 | Blaasaandoening als gevolg van kouvatten | |
97 | Blaasziekte | |
1267 | Middelen ter bevordering van het urineeren |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
327p | Sawi poetih | Brassicaceae |
Beschrijving | Deze sawi wordt voor de Europeesche tafel het meest gekweekt. Het is een forsche plant met groote bladeren, die aan de onderzijde forsche nerven hebben. |
gebruikt bij: | ||
1446 | Zoogen |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
328p | Sawi tjina | Brassicaceae |
Beschrijving | Deze sawi - ook wel sawi poetih genoemd en te Batavia, waar ze voornamelijk
verhandeld wordt, met den Chineeschen naam van petsai wordt aangeduid -
is uitsluitend bestemd voor Chineesche consumptie.
Zaad wordt hier te lande niet gewonnen. Het wordt elk jaar uit China aangevoerd. |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
329p | Sawo djawa | Sapotaceae |
Beschrijving | Deze dikke vruchtboom, veelal gekroond en laag vertakt, treft men
wildgroeiend aan op zandige stranden en wordt door de bevolking ook wel
op de erven aangeplant.
Het hout is zeer gewild voor meubels, draaiwerk en gereedschap. De vruchten, die roodbruin zijn en kleiner dan sawo manila, zijn op Java overal op de pasars te bekomen. Ze zijn vrij smakeloos. Inlandsche kinderen eten ze gaarne. Ze werken stoppend en kinderen, die last van koorts hebben, moeten ze niet eten. |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
330p | Sawo manila | Sapotaceae |
Beschrijving | Een kleine vruchtboom, die dicht vertakt is en veel getah bevat.
Deze boom groeit alleen in het warme laagland. De smalle donkergroene bladeren zitten aan het einde van de takjes dicht opeen. De vruchten zijn zoo groot als een eendenei, hebben een vaalbruine schil en zijn zoet van smaak. Ze bevatten meerdere zwarte, eenigszins afgeplatte pitten of zaden. De beste gekweekte variëteiten, die men vermenigvuldigt door tjangkokans, hebben vaak in het geheel geen pitten. Tegen dat de Westmoesson intreedt, graaft men op een meter afstand rondom den stam een greppel van een meter breed en een halven meter diep. Deze vult men met allerlei afval, laat dit een paar weken open liggen en dekt het dan weder met aarde af. Dit is voor deze boomen de beste wijze van mesten. De sawo betawi is wel de lekkerste variëteit Deze is helaas ongeschikt om over groote afstanden vervoerd te Worden. Als vrucht, die niet in de onmiddelijke omgeving ter pasar kan worden gebracht kiest men daarom de sawo koelon. Deze en de voorgaande zijn eirond. Tot de betere soorten wordt ook gerekend de sawo madja. De minst gewilde is wel de sawo apel, die platter van vorm is dan de andere. Sawo manila mag niet te veel en zeker niet dagelijks worden gegeten Men krijgt er persingen van. Binnen in de vrucht naast de zaden treft men vaak een of meer hoornige plaatjes aan. Dat is verharde getah, die in ieder geval verwijderd moet worden. Voor buiklijders is sawo manila altijd nadeelig. |
gebruikt bij: | ||
698 | Koortswerende middelen | |
1163i | Stopmiddel |