item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
331p | Selasih | Lamiaceae (Labiatae) |
Beschrijving | Een kruid, dat wel een meter hoog kan worden veel langs wegen en akkeranden
aangetroffen tot op 400 m. zeehoogte en zelfs nog hooger gekweekt wordt.
Er zijn variëteiten met groene met roodbruine en met zwarte stengels. De eerste noemt men selasih poetih of selasih idjo eri de laatste selasih itam. Voor medicinale doeleinden wordt de voorkeur gegeven aan de laatste. De blaadjes worden als kruiderij gebruikt en de vruchtjes vormen een genotmiddel. In water zwelt de vruchtwand namelijk op tot een geleiachtige massa en met wat stroop of suiker wordt een verkoelenden drank verkregen Ze zijn wat grooter dan de kemangipitjes die op dezelfde wijze worden gebruikt Zie ook Kemangi. |
gebruikt bij: | ||
13 | Aambeien of haemorrhoiden | |
28 | Abcessen | |
161 | Algemeene opmerkingen en raadgevingen - bij buikziekten - | |
191 | Buikziekte bij volwassenen - Ontlasting van harde stof, omgeven door dof draderig slijm | |
226 | Buikziekten bij volwassenen - door ontstekingen der ingewanden | |
266 | Diarhee of buikloop | |
322 | Dysenterie | |
661 | Koorts als gevolg van zweren in de ingewanden | |
1112 1113 | Spruw - Hygiënische wenken en dieetvoorschriften | |
1404 | wonden (wasschen, zuiveren en afsluiten van) |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
332p | Selderie selderij | Apiacea |
Beschrijving | Selderij wordt in Indië ook op elke hoogte gekweekt.
De waterselderie die alleen kan slagen op een bodem van grof zand en fijn grint, overstroomd door helder bronwater wordt maar weinig aangeplant omdat de omstandigheden zelden gunstig zijn. Bladselderie is algemene Deze behoeft drogen grond en is zeer dankbaar voor toediening van kippenmest die vele andere cultuurplanten juist in het geheel niet kunnen verdragen. Knolselderie wordt meestal door Europeanen voor eigen gebruik op het erf gekweekt. De bladeren, de bladstelen en de knollen worden in de soep gebruikt. Als specerijplant is ze ook bij de inlanders bekend en gewild geworden. Zij, die afscheiding van eiwit in de urine hebben, mogen geen selderie gebruiken. |
gebruikt bij: | ||
610 | Knokkelkoorts | |
1012 | Rheumatiek |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
333p | Seligi | Euphorbiaceae |
![]() |
Beschrijving | Een kleine breedvertakte heester, die niet hooger wordt dan 1.5 m. en vaak als pagerplant wordt gebruikt. |
gebruikt bij: | ||
66 | Beenkneuzing | |
1309 | Verzwikking |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
334p | Semanggi goenoeng | Apiacea |
Beschrijving | Een tenger kruipend kruid met lichtgroene blaadjes en gele bloemetjes, dat
op Java algemeen voorkomt beneden 2500 m. zeehoogte vooral op vochtig
grasland aan de oevers van rivieren en waterloopen en ook wel patikan
tjina wordt genoemd.
De blaadjes ruiken en smaken naar peterselie, maar zijn zuur. De inlanders eten ze rauw of gekookt. De uitgekookte blaadjes moet men niet eten. Voor verschillende gestellen zijn ze zelfs giftig. |
gebruikt bij: | ||
42 | Asthma | |
164 | Buikziekte bij kinderen - Geringe ontlasting met persingen | |
508 | Hoest bij kinderen | |
1090 | Spruw (Indische) |
item | Indon. naam | Ned. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
335p | Semangka | watermeloen | Cucurbitaceae |
Beschrijving | Deze klimplant wordt overal in Indië aangeplant om de vruchten, de
zoogenaamde watermeloenen.
In het laagland en hooger tot bijna 100 m. zeehoogte slaagt de cultuur het best. Niettemin vereischt het kweeken veel zorg en een uitgezocht terein, om de vruchten groot en rijp te laten worden, zonder dat ze rotten, of door ongedierte worden beschadigd. De semangkavrucht is van buiten glad groen of eenigszins gemarmerd. De vorm is rond of gerekt en vaak grooter dan een menschenhoofd. Er zijn variëteiten met geel-wit en met licht oranjekleurig vruchtvleesch. De laatste schijnen het lekkerst te zijn, ofschoon er over het algemeen zeer weinig smaak aan is. Wel zijn ze ontzettend saprijk. Men eet ze met goela teboe, want met goela aren gegeten zijn ze eenigszins giftig, waarvan personen met zwakke ingewanden het meeste last ondervinden. Ze krijgen er krampen en zelfs buikloop van. De zwarte zaden worden, na in de zon gedroogd te zijn, in de pan geroosterd en dan gezouten. In dezen toestand worden ze op Java onder den naam kwatji of koewali verkocht. |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
336p | Semboeng | Asteraceae (Compositae) |
![]() |
Beschrijving | Een tot vier meter hooge heester, die in verschillende vormen voorkomt. Hij
is meestal beneden onvertakt.
De stengels zijn dicht bezet met fijne haartjes. Hij groeit het best op zonnig en niet te droog terein zelfs op groote hoogte en heeft graag wind en tocht. De bladeren smaken bitter en ruiken specerijachtig. Ze bevatten kamfer en worden zoo algemeen voor medicinale doeleinden gebruikt, dat men dezen heester daarom veel op inlandsche erven aantreft. |
gebruikt bij: | ||
154 | Algemeene opmerkingen en raadgevingen - bij buikziekten - | |
192 | Buikziekte bij volwassenen, - Dunne afgang | |
241 | Buikziekten bij volwassenen - door malaria | |
244 245 246 | Cholera | |
251 | Cholerine Hieronder verstaat men een lichte cholera | |
326 | Dysenterie | |
394 | Galafscheiding (bevorderen van de) | |
407 408 | Galsteenkoliek | |
451 452 | Griep | |
480 | Hartkwaal | |
483 | Hartzwakte | |
616 | Koliek | |
617 619 638 640 | Koorts | |
705 | Kouvatten | |
771 | Leverziekte | |
793 | Loomheid | |
806 | Maagkramp | |
849 850 851 852 | Malaria | |
866 | Menstruatie (pijnlijke) | |
879 | Moeraskoorts | |
967 | Opgezet gevoel | |
969 | Opium (ontwennig) | |
1063 | Slijmkoliek | |
1076 | Spruw (Indische) | |
1219 | Transpireermiddel | |
1250 | Urine (Eiwit In de) | |
1296 | Verkoudheid op de borst | |
1341 | Windkoliek |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
337p | Semboeng koewoe,semboeng lelaki | Asteraceae (Compositae) |
![]() |
Beschrijving | Een kruid, dat zeer algemeen voorkomt, tot 1 m. hoog kan worden en waarvan de jonge toppen door de bevolking als groente wordt gegeten. |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
338p | Senggani | Melastomataceae |
![]() |
Beschrijving | Een heester, die overal op Java wordt aangetroffen tot
1600 m. zeehoogte. Er is een variëteit met paarse en een met witte bloemen.
Kinderen eten de vruchtjes gaarne. De bladeren worden op de pasars gedroogd verkocht, meestal verpulverd tot grof poeder. |
gebruikt bij: | ||
192 | Buikziekte bij volwassenen, - Dunne afgang | |
1086 | Spruw (Indische) | |
1163c | Stopmiddel |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
339p | Sengitan | Caprifoliaceae |
Beschrijving | Deze heester, die ook wel de Javaansche vlier wordt genoemd, heeft
lancetvormige blaadjes, waarvan de stelen een weinig behaard zijn.
De fijne bloemen groeien in schermvormige trossen. De vruchtjes zijn eerst geel, dan groen en ten slotte bijna zwart. De plant komt in het wild voor boven 4000 voet. |
gebruikt bij: | ||
751 | Laxeermiddelen | |
1264 | Middelen ter bevordering van het urineeren | |
1223 | Transpireermiddel |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
340p | Sennabladeren | Fabaceae-Caesalpinioideae (Leguminosae,Caesalpiniaceae) |
Beschrijving | Sennabladeren worden hier evenals in Europa als purgeermiddel gebruikt.
Het zijn de bladeren van Het gedroogde blad, dat zoowel in de Europeesche apotheken als bij de inlandsche medicijnhandelaren te bekomen is, wordt uit Britsch-Indië geimporteerd. |
gebruikt bij: | ||
1085 | Spruw (Indische) |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
341p | Sente | Araceae |
![]() |
Beschrijving | Deze plant wordt over den geheelen Archipel als voedingsgewas geplant in
het bijzonder in het oostelijk deel.
De stam, die ruig is en zwartbruin van kleur, moet enkele jaren oud zijn, om eetbaar te wezen. Inwendig is hij wit en droog. Voor de bereiding worden de stukken gestoomd, gekookt of gepoft. De bladeren zijn zeer groot. In verschillende streken noemt men deze plant bira en naar de kleur der bladstelen onderscheidt men dan een bira poetih, een bira merah en een birah itam. De eerstgenoemde is scherp van smaak en minder geschikt, om gegeten te worden. De beide andere variëteiten gelijken veel op elkaar en zijn bij goede cultuur nagenoeg niet scherp van smaak, vooral de oudere exemplaren. Sente wordt als regel aangeplant op de erven. Om dikke stammen te krijgen, moeten bloemen en uitloopers zorgvuldig worden weggesnoeid en moet gezorgd worden, dat de bladeren niet door rupsen of hoenders worden beschadigd. Het sap uit de bladstelen is geneeskrachtig. De inlanders noemen het toewak sente. Als het blad wordt afgesneden, vloeit dit sap rijkelijk. |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
342p | Sereh | Poaceae (Graminea) |
Beschrijving | Een sterk uitstoelende grassoort met smalle blauwgroene bladeren, die bij
kneuzing geurig zijn.
Het wordt alom als specerij gebruikt en is een vast bestanddeel van een volksdrank, die met djaha bereid wordt. De aetherische olie uit bladeren en stengels wordt door distillatie gewonnen. De sereholie wordt uitwendig gebruikt bij verzwikkingen en beenbreuken van het pluimvee. |
gebruikt bij: | ||
429 | Gewrichten (pijnlijke) | |
1019 | Rheumatiek | |
1218 | Transpireermiddel |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
343p | Sereh wangi | Poaceae (Graminea) |
Beschrijving | Sereh wangi is het alleen in gekweekten staat bekende citronella gras, waaruit de voor export bestemde citronella olie wordt gedistilleerd. |
gebruikt bij: | ||
1311 | Verzwikking |
item | Indon. naam | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
60s | Seriawan |
Beschrijving | De bloemhoofdjes van legetan worden in den inlandschen medicijnhandel legentan verkocht onder den naam kembang seriawan. |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
344p | Seriawan | Rutaceae |
Beschrijving | De bladeren van den klimmenden, scherp gestekelden heester De vruchten van dezen heester noemt men ook kembang seriawan. |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
345p | Seriawan | Menispermaceae |
Beschrijving | Een liaan met gele takken die tot 20 m. lang kan worden en beneden 800 m. zeehoogte op Java voorkomt, worden in den inlandschen medicijnhandel als kajoe seriawan verkocht. Ook het vocht, dat rijkelijk uit den dikken stam vloeit hij beschadiging, is geneeskrachtig en wordt gedronken tegen spruw. De vruchten lijken op gele pruimen en groeien aan groote trossen. |
gebruikt bij: | ||
84 | Binnenkoorts | |
673 674 | Koorts bij kleine kinderen | |
1095 1096 | Spruw (Indische) |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
346p | Seriawan | Symplocaceae |
Beschrijving | Een boom, die om zijn geneeskrachtige eigenschappen veel wordt aangeplant,
maar wildgroeiend zeer zeldzaam is.
De vrij groote en stijve bladeren zijn bovenop glanzend groen en aan de onderzijde bruinachtig met dikke bruine nerven. Ze zijn een erkend middel tegen Indische spruw en onder meer opgenomen in de officieele Nederlandsche Pharmacopee. Ze maken deel uit van alle djamoes, die als obat seriawan worden verkocht. De bast wordt in West-Java als kocht seriawan of kajoe seriawan verkocht. |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
347p | Seriawan | Vitaceae |
Beschrijving | Een klimmende heester, die voorkomt beneden 1000 m. zeehoogte. De bladeren
zijn aan de onderzijde bruin en hebben bovenop een dubbele rij bleekgroene
of geelwitte vlekken.
Ze worden om hun aangenomen zuren smaak rauw gegeten, en zijn een geneesmiddel tegen maagpijn. |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
348p | Seriawan soesoen | Menispermaceae |
![]() |
Beschrijving | Deze melksaphoudende liaan komt voor beneden 500 m. zeehoogte en wordt
tot 30 m. lang.
Wortels en takken worden in Midden- en Oost-Java verkocht onder den naam van kajoe seriawan. Deze plant is giftig, want in Palembang mengt men de fijngestampte stengels onder de rijst ter verdelging van ratten en muizen en met de gestampte bast bedwelmt men vissen. |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
349p | Setjang | Fabaceae-Caesalpinioideae (Leguminosae,Caesalpiniaceae) |
Beschrijving | Deze kleine boom groeit in de lagere streken en wordt veel voor pagers
gebruikt.
De stammen en dikke takken zijn bezet met stekels. Het hout is ook onder den naam kajoe sapang algemeen in gebruik als verfhout en een schraapsel wordt onder den naam van kajoe setjang verkocht door de inlandsche medicijnhandelaren. |
gebruikt bij: | ||
164 | Buikziekte bij kinderen - Geringe ontlasting met persingen | |
184 | Buikziekte bij kinderen - tengevolge van vallen | |
210 | Buikziekte bij volwassenen - door verwijding van den dikken darm | |
316 | Dysenterie | |
953 | Oogziekte | |
1285 | Venerische ziekte | |
1383 | wonden van de huid |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
350p | Sidagoeri | Malvaceae |
![]() |
Beschrijving | Een heestertje met oranjekleurige bloemen, dat tussen het gras op
weidegronden opschiet.
De wortel wordt wel gekauwd tegen tandpijn. Inslikken van het sap is zeer nadeelig. Het werkt sterk afdrijvend en kan abortus met den dood ten gevolge hebben. De plant vermenigvuldigt zich door zaad. |
gebruikt bij: | ||
74 | Beet (vergiftige) | |
529 | Hoofduitslag | |
542 | Huiduitslag (jeukerige) | |
556 | Jeuk | |
839 | Maden | |
1249 | Uitslag (venerische) | |
1243 | Uitslag op het hoofd |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
351p | Sidawajah | Lythraceae |
Beschrijving | Een rijk vertakte heester, die op Java voorkomt in de laagvlakte en op
gras-wildernissen in het lage bergland.
De vruchtdragende twijgjes zien er uit als gesteelde bloemen en worden in den inlandschen medicijnhandel geregeld verkocht. Gebrand en fijn gemalen dienen ze als strooipoeder op wonden. Ook wordt er thee van getrokken. |
gebruikt bij: | ||
22 | Aambeien(droge) | |
154 | Algemeene opmerkingen en raadgevingen - bij buikziekten - | |
125 | Bloedvergiftiging | |
203 | Buikziekte bij volwassenen - Ontlasting met bloed en slijm | |
234 | Buikziekten bij volwassenen- door inwendige hitte | |
666 | Koorts (hooge) | |
1271 | Middelen ter bevordering van het urineeren | |
889 | Navel | |
1096 1091 1099 | Spruw (Indische) | |
1252 | Urineeren met bloed | |
1392 | wonden (verzachten en opdrogen van) |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
352p | Simaruba | Simaroubaceae |
Beschrijving | Deze boom groeit in Indië niet.
Deze bast wordt geimporteerd en is zoowel bij de inlandsche medicijnhandelaren als in de Europeesche apotheken te bekomen. |
gebruikt bij: | ||
16 | Aambeien of haemorrhoiden | |
202 | Buikziekte bij volwassenen - Dunne afgang met bloed | |
210 | Buikziekte bij volwassenen - door verwijding van den dikken darm | |
239 | Buikziekten bij volwassenen - als gevolg van koorts in den buik | |
259 275 | Diarhee of buikloop | |
306 329 | Dysenterie |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
353p | Simbar mendiangan | Polypodiaceae |
![]() |
Beschrijving | Een varensoort, de zoogenaamde hertshoornvaren, die tegen boomstammen groeit.
De eenigszins leerachtige bladeren zijn vertakt als een hertengewei. |
gebruikt bij: | ||
7 | Aambeien of haemorrhoiden | |
50 | Baarmoedergezwellen | |
229 | Buikziekten bij volwassenen - door ontstekingen der ingewanden | |
733 | Kropgezwel |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
354p | Sindoer | Fabaceae-Caesalpinioideae (Leguminosae,Caesalpiniaceae) |
Beschrijving | Een boom, die alleen in het Palembangsche voorkomt en nog wel uitsluitend
op zandige gronden, die een deel van het jaar onder water staan.
De platte stekelige peulen zijn onder den naam van saparantoe een algemeen bekend geneesmiddel. |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
355p | Sirih | Piperaceae |
![]() |
Beschrijving | Een klimplant, nauw verwant aan de gewone peper. Ter wille van de
specerijachtig smakende bladeren worden ze bijna op elk inlandsch erf
aangekweekt.
Sirih laat zich gemakkelijk stekken en kippenmest is er goed voor. Voor medicinale doeleinden wordt veelal een variëteit gebruikt, die met den naam sirih itam wordt aangeduid. |
gebruikt bij: | ||
31 | Abcessen in den mond | |
63 | Beenen (gezwollen) van zwangere vrouwen | |
339 | Eczeem | |
409 | Galsteenkoliek | |
428 | Gewrichten (pijnlijke) | |
450 | Griep | |
484 | Heeschheid | |
552 | Inscheuring bij de bevalling | |
850 | Malaria | |
881 | Mond (onaangename lucht uit den) | |
883 | Mondbloeding | |
898 899 | Neusbloeding | |
1206 | Transpiratielucht | |
1345 1346 1348 1353 1354 1358 1360 1361 1363 | Witte vloed | |
1378 | wonden (jeukerige) | |
1401 | wonden (wasschen, zuiveren en afsluiten van) |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
356p | Sirkaja | Annonaceae |
Beschrijving | Een kleine vruchtboom, die op drogen steenachtigen bodem het best gedijt,
doch veel warmte behoeft.
De takken en bladeren zijn bij kneuzing welriekend. De vruchten zijn zeer smakelijk. Ze zijn erg zacht en houden veel vocht in. Ze kunnen daarom moeilijk over groote afstanden worden vervoerd, wat ze tot een lastig handelsartikel maakt. De getah uit den bast is giftig. Sirkaja mag- niet gegeten worden door hen, die aan dysenterie lijden. |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
357p | Sjalot | Alliacae (Amaryllidaceae,Liliaceae) |
Beschrijving | Deze Indische Sint Jans ui, waarvan de groote roode wel de meest voorkomende
is, wordt in de Indische keuken algemeen gebruikt.
Voor medicinale doeleinden prefereert men de echte ui, die hier onder den naam Bombay-ui overal verkrijgbaar is. Deze Bombay-uien worden hier niet gekweekt en zijn dus een importartikel. De roode sjalot heet in het Maleisch bawang merah en in het Javaansch brambang abang. De witte sjalot, die hoofdzakelijk voor het maken van tafelzuur dient, heet in het Maleisch bawang atjar en in het Javaansch brambang poetih. |
gebruikt bij: | ||
20 | Aambeien of haemorrhoiden | |
90 | Blaasaandoening bij kinderen | |
134 | Bof | |
174 | Buikziekte bij kinderen - Dunne schuimige ontlasting | |
164 | Buikziekte bij kinderen - Geringe ontlasting met persingen | |
185 | Buikziekte bij kinderen - tengevolge van ingewandswormen | |
195 | Buikziekte bij volwassenen, - Dunne afgang | |
310 316 325 326 334 | Dysenterie | |
375 | Fluimen (opgeven van) | |
401 | Galsteen | |
443 | Gezwellen (etterige) | |
506 | Hoest bij kinderen | |
678 | Koorts bij kleine kinderen | |
632 | Koorts | |
729 | Krampen na de bevalling | |
855 | Mazelen | |
1262 1268 | Middelen ter bevordering van het urineeren | |
962 | Oorsuizing | |
982 | Pokken | |
1004 | Rheumatiek | |
1061 | Slijm | |
1126 | Spijsvertering (Slechte) | |
1089 1091 | Spruw (Indische) | |
1140 | Steenpuisten | |
1176 1177 | Stuipen | |
1236 | Uitslag | |
1314 | Vlekken in het aangezicht | |
1325 | Vloeiingen als gevolg van een val | |
1335 | Waterzucht |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
358p | Sla | Asteraceae (Compositae) |
Beschrijving | Sla wordt voor de Europeesche tafel in Indië zeer veel verbouwd.
In de koude streken slaagt ze beter dan in de warme, waar eerder geoogst moet worden, om doorschieten te voorkomen. Sla is verkoelend. Rauwe sla is gemakkelijker te verteren dan gestoofde. Voor kinderen moet gestoofde sla goed fijn gesneden worden. Buiklijders mogen in het geheel geen sla eten. |
gebruikt bij: | ||
13 | Aambeien of haemorrhoiden |
item | Indon. naam | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
61s | Slaolie |
Beschrijving | is een zuivere, zachte en zoete olie, die door de Nederlandsche
oliefabrieken in Delft wordt vervaardigd. De voornaamste grondstof is de
olie uit katjang tanah.
Deze olie, die voor de Hollandsche keuken een goeden naam heeft, wordt in Indië ook geimporteerd en in de Indische keuken gaarne gebruikt waar men anders klapperolie zou moeten nemen of de veel duurdere olijfolie. |
gebruikt bij: | ||
9 | Aambeien of haemorrhoiden | |
77 | Berg | |
204 | Buikziekte bij volwassenen - Ontlasting met bloed en slijm | |
224 | Buikziekten bij volwassenen - door ontstekingen der ingewanden | |
407 | Galsteenkoliek | |
711 | Kraamvrouwen | |
742 | Laxeermiddelen | |
890 | Navel | |
1236 | Uitslag |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
359p | Soeket kemangi | Poaceae (Graminea) |
Beschrijving | Dit is een naaldvormig sereh gras, dat op zonnig bergterein voorkomt beneden 2700 m zeehoogte. Het wordt ook wel alang-alang wangi genoemd. |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
360p | Soekmadiloewih | Haloragaceae |
Beschrijving | Een stengelloos kruid, dat in West- en Midden-Java tussen 1600 en 2300 m
zeehoogte in vochtige wildernissen groeit, vaak in groote hoeveelheden
bijeen. De vruchtpluimen komen in den inlandschen medicijnhandel voor.
De inlanders gebruiken ze als opwekkend middel. |
gebruikt bij: | ||
1357 | Witte vloed |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
361p | Soeren | Meliaceae |
Beschrijving | Een hooge boom, die veel wordt aangeplant om het timmerhout en op Java
voorkomt tot 2000 m zeehoogte.
De bast ruikt naar Sandelhout en is bitter, doch niet onaangenaam van smaak. Die van de roode variëteit wordt als medicijn gebruikt. Ook koeien, die mager blijven, opstaande haren hebben en er ziekelijk uitzien, geneest men vaak met een aftreksel van dezen bast. Men neemt dan 20 tot 30 gram en laat dit met een wijnflesch water tien minuten zacht trekken. |
gebruikt bij: | ||
349 | Eetlust opwekkend middel | |
664 | Koorts (hardnekkige) | |
696 | Koortswerende middelen |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
362p | Soering,zuring | Polygonaceae |
Beschrijving | Deze Hollandsche plant wordt tegenwoordig in Indië in de bergstreken ook
gekweekt. Daarnaast komt ook de wilde zuring Zuring is bloedzuiverend, doch verboden voor menschen met gevoelige ingewanden. Gaar zijnde, moet zuring feitelijk altijd door een zeef worden geperst, waardoor ze gemakkelijker te verteren is. Men moest meer profijt trekken van de goede eigenschappen van zuring en die vooral in de warmste maanden veel gebruiken bijvoorbeeld in soep of tot moes gestoofd met goela djawa. |
gebruikt bij: | ||
13 | Aambeien of haemorrhoiden | |
1144 | Steenpuisten | |
1371 | wonden |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
363p | Soga | Fabaceae-Caesalpinioideae (Leguminosae,Caesalpiniaceae) |
Beschrijving | Deze boom, die overal op Java wordt aangekweekt als sierboom, wordt
wildgroeiend aangetroffen in de droge strandbosschen van Midden- en
Oost-Java. De bast is een bekend medicijn en geregeld op de pasars te bekomen onder den naam van kajoe timor. Onder denzelfden naam levert men ook bast van de roode toeri, die in het gebruik even goed schijnt te voldoen. Volwassen boomen laten zich wel stekken; de boom wordt eveneens uit zaad vermenigvuldigd. |
gebruikt bij: | ||
16 | Aambeien of haemorrhoiden | |
184 | Buikziekte bij kinderen - tengevolge van vallen | |
202 | Buikziekte bij volwassenen - Dunne afgang met bloed | |
203 | Buikziekte bij volwassenen - Ontlasting met bloed en slijm | |
205 | Buikziekte bij volwassenen - Etterige afgang eventueel met bloed | |
239 | Buikziekten bij volwassenen - als gevolg van koorts in den buik | |
281 | Diarhee of buikloop met nu en dan een paar kleine bloed aderen in de ontlasting | |
272 276 | Diarhee of buikloop | |
307 320 323 | Dysenterie | |
893 | Nawee-en | |
1312 | Verzwikking |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
364p | Sosor bebek | Crassulaceae |
![]() |
Beschrijving | Een kruid met vlezige blaadjes, dat op steenachtigen bodem waar veel zon
is, wordt aangetroffen tot op 1000 m zeehoogte en vermoedelijk verwilderd is.
Om het vele nut wordt het ook wel in tuinen gekweekt. Bij de afgeplukte bladeren vormen zich in de insnijdingen aan den rand nieuwe plantjes. |
gebruikt bij: | ||
180 | Buikziekte bij kinderen - tengevolge van Inwendige hitte | |
204 | Buikziekte bij volwassenen - Ontlasting met bloed en slijm | |
206 | Buikziekte bij volwassenen - Etterige afgang eventueel met bloed | |
223 229 | Buikziekten bij volwassenen - door ontstekingen der ingewanden | |
254 | Darmbloeding | |
285 | Diarhee of buikloop In hevige mate en meestal een voorbode van leverziekte | |
292 | Diarhee of buikloop met bloed als gevolg van koorts in den buik | |
324 | Dysenterie | |
662 | Koorts als gevolg van zweren in de ingewanden | |
630 | Koorts | |
1091 1101 | Spruw (Indische) | |
1377 | wonden (branderige en zwerende) |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
365p | Srigading | Oleaceae (Verbenaceae) |
![]() |
Beschrijving | Een boomheester, die veel wordt aangeplant om de welriekende witte bloemen
met oranjeroode hartjes.
Deze bloemen ontluiken tegen den avond en vallen tegen den ochtend af. De afgevallen bloemen worden verzameld en op de pasars te koop aangeboden. De bladeren voelen eenigszins ruw aan. |
gebruikt bij: | ||
717 719 | Kraamvrouwenkoorts |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
366p | Sroeni laoet | Asteraceae (Compositae) |
Beschrijving | Een zeer geurig kruid met lange stengels, die vaak aan de knoopen wortels vormen. Het wordt in het laagland aan rivieroevers en op zonnige plekken aan het strand aangetroffen. |
item | Indon. naam | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
62s | sukade |
Beschrijving | geconfijte schil van enkele vruchten zooals djaroek kates Citrus medica. Voor de bereiding wordt verwezen naar het Aanhangsel. |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
367p | Tahi oeler sawah | Polyporaceae |
Beschrijving | Dit is een in den grond voorkomende zwam, die op boomwortels groeit en
een knolvormig uiterlijk heeft. De grootte is uiteenloopend en varieert
tussen die van een aardappel en die van een kinderhoofd.
Inwendig zijn deze knollen droog en vuil wit en te vergelijken met talk. In Indië groeien ze niet. Ze worden uit China aangevoerd en het gebruik is zoo algemeen, dat elke toekang rempa-rempa ze heeft. Komen ze in plaats van in gedroogde hoekig stukken in schijfjes in den handel, dan noemt men ze sari tombong. Tahi oeler sawah verliest door koken zijn kracht. |
gebruikt bij: | ||
52 | Baarmoederverzakking | |
269 | Diarhee of buikloop | |
944 | Ontstekingen (inwendige) |
item | Indon. naam | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
63s | Tahi semoet |
Beschrijving | is de lakhars, die wordt afgescheiden door een schildluis, die
op enkele Indische boomen leeft zooals doerian, kesambi, ploso, ramboetan
en zuurzak.
Op Sumatra noemt men ze ambalau en op Java blendok tembalo of gala-gala. Tot poeder gestampt, mengen de inlanders ze wel onder de medicijnen, die ze aan herstellende zieken toedienen, om spoedig weer op krachten te komen. Het is uit dit ruwe product, dat de zuivere schellak wordt gewonnen. |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
368p | Tales, keladi | Araceae |
Beschrijving | Dit kruid wordt over den geheelen Archipel aangeplant om de knollen, die
er uitzien als rapen en in een punt eindigen.
Ze zijn bezet met uitloopers, die voor vermenigvuldiging dienen. De knollen zijn zeer smakelijk. Op Java zijn ze een gewilde versnapering en in de Buitengewesten zijn ze hier en daar volksvoedsel. Rauw gegeten, veroorzaken ze jeuk, tenzij de geschilde knollen eerst een nacht in het zout hebben gestaan. Men eet ze gewoonlijk gepoft of geroosterd. Het hart van het kruidachtige stammetje wordt ook gekookt of gestoomd gegeten onder den naam lompong. Tales komt onder verschillende vormen voor, waarbij sommige met zeer fraai geteekende bladeren, zoodat ze als sierplant in tuinen dienst kunnen doen. Als zoodanig heeten ze caladium. Zij die veel aan heeschheid lijden doen beter geen tales te eten. Ook voor herstellende zieken is tales minder geschikt. |
gebruikt bij: | ||
382 | Fijt | |
685 | Koorts (verkoelende middelen bij) |