item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
148p | Kapas tahoen | Malvaceae |
Beschrijving | Een forsche heester, die in alle warme landen groeit en een van de soorten is, waarvan de vruchten de katoen leveren. De zaden zijn oliehoudend. Voortplanting geschiedt door uitzaaien. |
gebruikt bij: | ||
86 | Blaasaandoening | |
98 | Blaasziekte | |
958 | Oorpijn | |
1279 | Urineeren (overmatig) |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
149p | Kapoelaga | Zingiberaceae |
Beschrijving | Deze struik groeit in West-Java in de lagere bergstreken en
wordt aangeplant om de kleine ronde vruchtjes, die als specerij
worden gebruikt en de echte Perzische kardemom best kunnen
vervangen.
De echte kardemom wordt ter onderscheiding wel kapoelaga sabrang genoemd. Deze vruchtjes zijn wat aromatischer dan het inlandsche product, maar overigens worden beide door elkaar voor dezelfde de doeleinden gebruikt. |
gebruikt bij: | ||
32 | Adem (onwelriekende) | |
278 | Diarhee of buikloop herhaaldelijke aandrang met een moe gevoel in den buik en pijnlijk fondament | |
376 | Fondament (pijnlijk) | |
516 | Hoest (droge) | |
728 | Kramp bij venerische ziekte | |
805 | Maagkramp | |
965 | Opgezet gevoel |
item | Indon. naam | Ned. naam | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
29s | Kapoer sirih | kalkpoeder |
Beschrijving | is fijne gebluschte kalk, zooals die bij het sirih- pruimen wordt gebruikt. Het is geen bepaalde kwaliteit, maar onder dezen naam wordt de gebluschte kalk, die in verschillende recepten voorkomt, in het klein op de pasars verkocht. |
gebruikt bij: | ||
217 | Buikziekte bij volwassenen - door kouvatten op de ingewanden | |
247 | Cholera | |
252 | Cholerine Hieronder verstaat men een lichte cholera | |
433 | Gewrichtsontsteking | |
449 | Griep | |
505 | Hoest als gevolg van kouvatten | |
543 | Huiduitslag (jeukerige) | |
534 539 | Huiduitslag | |
583 | Keelpijn | |
609 | Knokkelkoorts | |
704 | Kouvatten | |
719 | Kraamvrouwenkoorts | |
867 | Menstruatie (pijnlijke) | |
974 | Panoe | |
1009 1013 1017 1020 1021 | Rheumatiek | |
1026 | Ringworm | |
1032 | Rugpijn | |
1034 | Schurft | |
1390 | wonden bij het vee |
item | Indon. naam | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
30s | Karang bang |
Beschrijving | Letterlijk: roode koraalsteen) is het zoogenaamde
orgelkoraal |
item | Indon. naam | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
31s | Kardemom |
Beschrijving | is een specerij, die via Singapore uit Perzie wordt geimporteerd. Amomum cardamomum Overmatig gebruik schaadt de werking der maagsappen. |
item | Indon. naam | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
32s | Karlsbaderzout |
Beschrijving | - Het kunstmatige Karlsbaderzout is in elke apotheek te bekomen. |
gebruikt bij: | ||
152 155 158 | Algemeene opmerkingen en raadgevingen - bij buikziekten - | |
773 | Leverziekte |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
150p | Kasemek | Ebenaceae |
Beschrijving | Deze fraaie plant is inheemsch in China en Japan. Zij groeit in vochtig
bergklimaat. In de Preanger komt ze gecultiveerd en ook wel verwilderd
voor.
Vermeerdering heeft plaats door het uitplanten van uitloopers, die van de moederplant worden afgestoken direct na de vruchtdracht en in den Westmoesson worden uitgeplant. De plant bloeit in December. In September zijn de vruchten rijp, die dan een fraaie heldere oranje kleur hebben. Veelal worden ze eerder geplukt en dan zijn ze geel. |
gebruikt bij: | ||
1110 | Spruw - Hygiënische wenken en dieetvoorschriften |
item | Indon. naam | Ned. naam | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
33s | Katel olie | vet van een bepaalde spin, maar welke. |
Opmerking(pr): | Als U meer weet over dit simplex zou ik dat graag vernemen:piet@hoefsmid26.nl |
Beschrijving | is de olie, die gewonnen wordt uit het vet van een groote zwarte aardspin, de katel. |
gebruikt bij: | ||
460 | Haargroei (bevorderen van den) |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
151p | Kates | Caricaceae |
![]() |
Beschrijving | Een boomachtig kruid, dat de merkwaardige eigenschap heeft, bijzonder
snel te groeien. Uit zaad geplant, heeft men na zes maanden een
houtachtigen stam van circa twee meter hoog, die al vrucht begint te
dragen.
Er zijn mannelijke en vrouwelijke boomen. Aan de mannelijke bloeiwijzen komen nu en dan tweeslachtige bloemen voor,die zich na bevruchting tot een kates of papaja ontwikkelen. Zulke vruchten hangen dan in tegenstelling met de gewone aan een langen steel en heeten papaja gantoeng. Voor medicinaal gebruik worden in het bijzonder de deelen van deze mannelijke boomen genomen. De vruchten, vooral de groote soorten, lijken veel op meloenen, maar zijn langwerpig van vorm. Het vruchtvleesch is zeer sappig en oranje van kleur. De zaden zijn zwart. De vrucht zelf is zeer verkoelend, doch werkt zeer gunstig op de maagsappen en heeft menig maag- en buiklijder genezen. Toch is kates niet voor iedereen goed. Vrouwen met een uitgezette baarmoeder mogen geen kates eten en evenmin zij, die in de urine eiwit verliezen. Hysterische vrouwen en gallijders zullen op den duur van het gebruik van kates een gele gelaatskleur en gele handen krijgen. Nierlijders krijgen na het eten van kates vreeselijken jeuk. Lijders aan eczeem en vrouwen, die last hebben van witten vloed, mogen geen kates eten. Onrijpe papaja kan men als groente stoven. Bij de rijsttafel worden er ook zeer smakelijke gerechten van bereid. De schil van jonge papaja scheidt bij beschadiging een vocht af, dat als getah papaja bekend is en geneeskrachtige eigenschappen heeft. Men moet er voor zorgen, dat dit vocht niet in de oogen komt. Dat zou blindheid ten gevolge kunnen hebben. Krijgt men door een ongeluk deze getah in het oog, wat bij kinderen nog wel eens kan voorkomen, dan is het best, het oog herhaaldelijk te wasschen en te betten ,met suikerwater. De bladeren zijn koortswerend en oefenen bij mensch en dier een zuiverenden invloed uit. Paarden bijvoorbeeld, die minstens eens per week papajabladeren te eten krijgen, zullen vrij blijven van kolieken, maden, slijmophoopingen enz. De bloemen zijn ook een gezond voedsel, dat het bloed zuivert en den eetlust opwekt. Men kan ze met melk en boter stoven. Ook wordt er wel tafelzuur van gemaakt. De bloemen van de papaja gantoeng zijn wel eetbaar maar bitter. Om dien bitteren smaak te verdrijven, worden ze gekookt met jonge blaadjes van koeda-koedaan. Ook de wortels en de wortelbast zijn geneeskrachtig. De gestampte zaden worden zoowel in- als uitwendig gebruikt. Ze zijn verhittend en kunnen zelfs abortus veroorzaken. |
gebruikt bij: | ||
13 | Aambeien of haemorrhoiden | |
161 | Algemeene opmerkingen en raadgevingen - bij buikziekten - | |
146 | Brandwonden | |
191 | Buikziekte bij volwassenen - Ontlasting van harde stof, omgeven door dof draderig slijm | |
187 | Buikziekte bij zuigelingen | |
225 226 | Buikziekten bij volwassenen - door ontstekingen der ingewanden | |
287 | Diarhee of buikloop In hevige mate en meestal een voorbode van leverziekte | |
266 | Diarhee of buikloop | |
297 | Diphtheritis | |
321 | Dysenterie | |
350 356 | Eetlust opwekkend middel | |
367 | Endeldarmontsteking | |
372 373 | Engelsche ziekte | |
378 | Fondament (uitschieten van het) | |
388 | Gal (afdrijven van de) | |
431 | Gewrichtsaandoening | |
596 | Kindervoeding | |
695 | Koortswerende middelen | |
718 | Kraamvrouwenkoorts | |
765 766 | Leverziekte | |
801 | Maagkramp | |
817 | Maagkwalen | |
820 | Maagsappen (opwekken van de) | |
827 832 833 | Maden | |
842 843 | Malaria | |
1275 | Middelen ter bevordering van het urineeren | |
937 | Ontlasting (moeilijke) | |
931 | Ontlasting bij kinderen | |
978 | Podagra | |
1050 | Slapte In de spieren | |
1064 | Slijmkoliek | |
1067 | Speekselafscheiding (te overvloedige) | |
1128 | Spijsvertering (Slechte) | |
1086 1092 | Spruw (Indische) | |
1115 | Spruw - Hygiënische wenken en dieetvoorschriften | |
1141 | Steenpuisten | |
1212 | Transpireermiddel | |
1348 1360 | Witte vloed | |
1420 | Wratten |
item | Indon. naam | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
34s | Katjang |
Beschrijving | Nagenoeg alle peulvruchten worden door de inlanders katjang genoemd. De sperzieboon, die ook in Indië voor de Hollandsche tafel wordt gekweekt en waarvan evenals in Holland de peulen in hun geheel worden gegeten, noemen ze katjang boentjis. Peulen, doperwten en capucijners heeten alle katjang ertjis. |
item | Indon. naam | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
35s | Katjang arab |
Beschrijving | zijn de gepofte ronde erwtjes, die als snoeperij worden
verkocht en gevent. Naar alle waarschijnlijkheid worden deze uit
Engelsch-indië geimporteerd. |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
152p | Katjang idjo | Fabaceae-Faboideae (Leguminosae,Papilionaceae) |
Beschrijving | Deze oude cultuurplant wordt nog veel op sawahs als tweede gewas
geteeld. Het gebruik is zeer groot. De import uit Rangoon en andere
plaatsen overtreft vere, hetgeen wordt uitgevoerd.
Katjang idjo is rijk aan vitaminen en daarom een zeer gezond voedsel. Van algemeene bekendheid is, dat voeding met katjang idjo een voornaam bestrijdingsmiddel is van beri-beri. De kleine ronde boontjes bevatten veel eiwit. Ze zijn laxeerend en opwekkend. Zwakke menschen met een droefgeestig humeur moeten katjang idjo soep met kippenbouillon gebruiken. Ook voor bleekzuchtige en lustelooze kinderen is dit een goede kost. Voor leverlijders en haemorrhoidenpatiënten wordt het eten van katjang idjo een paar maal per week warm aanbevolen. Van de geweekte boontjes, tot meel gestampt, maakt men satroe, een inlandsche soort koekjes en andere versnaperingen, die bijzonder geschikt zijn, om aan zwakke en bleekzuchtige kinderen toe te dienen. Katjang idjo, vooral de geimporteerde kleine soorten, laat men kiemen en na verwijderung van de zaadhuidjes vormen de kleine kiemplantjes de tao ge, die een belangrijk bestanddeel vormt van verschillende Chineesche gerechten en bijvoorbeeld ook in gado-gado voorkomt. Tao ge koope men nooit op den pasar. Voor de bereiding aan huis vindt de lezer de aanwijzingen in het Aanhangsel. Tao ge wordt n.l. veelal ongekookt genuttigd en wat men op den pasar koopt, is maar alte vaak in besmet kaliwater gekiemd. Ten slotte nog de waarschuwing, dat vrouwen met een vergroote baarmoeder geen tao ge mogen eten. |
gebruikt bij: | ||
13 | Aambeien of haemorrhoiden | |
78 | Beri-Beri | |
103 | Bleekzucht bij kinderen | |
372 | Engelsche ziekte | |
597 | Kindervoeding | |
770 | Leverziekte | |
1310 1311 | Verzwikking | |
1455 | Zwakken en zieken |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
153p | Katjang kedele | Fabaceae-Faboideae (Leguminosae,Papilionaceae) |
Beschrijving | Vooral deze katjang wordt in enorme hoeveelheden verbouwd. Het verbruik
is echter zoo groot, dat van een uitvoeroverschot geen sprake is. De
hier gekweekte soorten bevatten veel olie. Wereldleverancier van de
katjang kedele of, zooals ze in den wereldhandel heeten, de sojaboonen,
is Mandsjoerije.
Van kedele wordt volgens het recept, dat men in het Aanhangsel vindt, door elke huismoeder op eenvoudige wijze brood gebakken, dat uitstekend is voor lijders aan suikerziekte. De zwarte katjang kedele wordt gebruikt om er inlandsche soja of ketjop uit te bereiden. De geelbruine wordt voornamelijk verwerkt tot tempe, dat is een door schimmelwerking omgezet meelproduct, dat in grijze koeken op de pasars verkocht wordt en tot tao hoe en tao tjo wordt verwerkt, een consumptie artikel, dat door Chineezen en ook wel door inlanders wordt gemaakt en dient voor de bereiding van zeer voedzame gerechten. |
gebruikt bij: | ||
80 | Bevalling | |
372 | Engelsche ziekte | |
597 | Kindervoeding | |
1183 | Suikerziekte |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
154p | Katjang landjaran,katjang pandjang | Fabaceae-Faboideae (Leguminosae,Papilionaceae) |
Beschrijving | Een windend kruid met peulen, die wel drie kwart meter lang kunnen worden. De bladeren, die op den pasar lembajoeng worden genoemd, worden als groente genuttigd en dienen als veevoeder. De geheele plant is een goede groenbemester. De Javanen gebruiken de in stukjes gesneden peulen in verschillende gerechten. Ze vormen bovendien een aanvullend voedingsmiddel, wanneer de rijst duur is. De gedroogde boonen, die in verschillende kleuren voorkomen, worden, zooals de Hollandsche bruine boonen, gekookt en dan met geraspte klapper gegeten. |
gebruikt bij: | ||
596 597 | Kindervoeding | |
1442 | Zog (middelen ter opwekking van het) | |
1448 | Zoogen |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
155p | Katjang tanah | Fabaceae-Faboideae (Leguminosae,Papilionaceae) |
Beschrijving | Dit zijn de bekende aardnoten, die tegenwoordig een belangrijk
uitvoerproduct vormen en de voornaamste grondstof zijn voor de
fabricatie van de Delftsche slaolie en ook in groote hoeveelheden naar
de margarinefabrieken gaan. In Indië wordt ook olie gewonnen uit deze
katjang, maar het product staat achter bij het Europeesche.
De gedroogde peulen worden, met zout gekookt, als katjang reboes gegeten of vormen, geroosterd tot katjang goreng, een welkome versnapering. Het eigenaardige van deze plant is, dat na de bevruchting, die boven den grond plaats heeft, de bloembodem uitgroeit tot een steeltje, dat zich in den grond boort. Eerst dan begint de ontwikkeling van de eigenlijke peul. De inlanders planten bij voorkeur de soorten, die na drie of vier maanden oogstbaar zijn. Een soort, die vijf tot zeven maanden noodig heeft, om rijpe peulen te leveren, is de zoogenaamde katjang tjina, die veelal wordt aangeplant, om het loof, dat als veevoeder dienst doet. |
gebruikt bij: | ||
5 | Aambeien of haemorrhoiden | |
741 | Laxeermiddelen |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
156p | Kedawoeng | Fabaceae-Mimosoideae (Leguminosae,Mimosaceae) |
![]() |
Beschrijving | Deze groote boom komt op Java beneden 500 m zeehoogte zeer algemeen voor
en is na verwant aan de pete. De boontjes van de kedawoeng worden dan
ook wel als surogaat voor peteboonen gebruikt. Ze zijn echter bitter.
Gepofte boonen gebruikt men wel tegen kolieken. Ze worden daartoe als koffie gebrand, maar mogen niet verkolen. De gebrande boonen worden geschild en dan tot poeder gestampt. De rijpe zaden zijn overal bij de inlandsche medicijnhandelaren te bekomen. De Javanen mengen ze in alle medicijnen, die ze aan kraamvrouwen toedienen. Inderdaad doen ze de kraamvrouw veel goed en wanneer de moeder het kind zelf zoogt, zal dit ook veel minder last hebben van opgezetheid. |
gebruikt bij: | ||
174 | Buikziekte bij kinderen - Dunne schuimige ontlasting | |
191 | Buikziekte bij volwassenen - Ontlasting van harde stof, omgeven door dof draderig slijm | |
193 195 | Buikziekte bij volwassenen, - Dunne afgang | |
282 | Diarhee of buikloop met nu en dan een paar kleine bloed aderen in de ontlasting | |
274 | Diarhee of buikloop | |
309 | Dysenterie | |
408 | Galsteenkoliek | |
613 | Koliek | |
714 | Kraamvrouwen | |
866 | Menstruatie (pijnlijke) | |
1342 | Windkoliek |
item | Indon. naam | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
36s | Kedji beling |
Beschrijving | Onder dezen naam rangschikt de Javaan alle planten, waarvan de sappen de eigenschap hebben, om steen te vergruizen. Enkele meer bekende en veel gebruikte soorten worden in dit boek en in den bijbehoorenden plantenatlas ter onderscheiding met nummer aangeduid. |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
157p | Kedji beling No. 1 | Fabaceae-Faboideae (Leguminosae,Papilionaceae) |
![]() |
Beschrijving | Een kruid, dat op Java van de kust tot op 1300 m zeehoogte voorkomt op
licht beschaduwd en droog terein. Het plantje heeft onbeduidende witte
of rose bloempjes.
Als steenvergruizend middel werkt het vrij zwak, maar het bevordert sterk de urineloozing. Men mag daarom nimmer meer dan zeven kleine ,of vijf groote blaadjes op eenmaal gebruiken. Dat is zoo ongeveer 2 gram versch of 3 1/2 gram gedroogd blad. De bladeren kunnen gedroogd in vooraad worden gehouden. De plant wordt voortgekweekt uit zaad. |
gebruikt bij: | ||
402 | Galsteen | |
910 911 | Nierlijden | |
1339 | Waterzucht |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
158p | Kedji beling No. 2 | Lamiaceae (Labiatae, Verbenceae) |
Beschrijving | Dit heestertje komt in de laagvlakte voor tot op 750 m zee hoogte en is
vrij algemeen. Ook wordt het als sierplant op de erven geplaatst. Het
heeft aardige roomkleurige bloemen. Het sap is zeer werkzaam, doch
verliest door drogen veel van zijn kracht. Voor een dosis mag men niet
meer nemen dan negen middelmatige of zeven groote bladeren.
Om tegelijk het urineeren te bevorderen, worden ze gemengd met de hiervoor genoemde kedji beling No. 1 en omdat de smaak van kedji beling No. 2 minder aangenaam is, doet men er nog daoen meniran bij, dat de maagsappen opwekt. |
gebruikt bij: | ||
911 | Nierlijden |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
159p | Kedji beling No. 3 | Acanthaceae |
![]() |
Beschrijving | Dit kruid met langwerpige blaadjes groeit juist als andijvie vlak bij
den grond. De licht lilakleurige bloemen hebben vijf kroonblaadjes. Het
blad is ruw en heeft een bruinroode nerf. De zaden zijn uiterst klein.
De plant groeit in de warmte, zoowel als in de koude. Wil men haar voor de bladeren op eigen erf kweeken, dan moet ze goed worden bemest. De bladeren kunnen, zonder aan kracht te verliezen, worden gedroogd. |
gebruikt bij: | ||
917 918 | Niersteen. |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
160p | Kedji beling No. 4 | Acanthaceae |
![]() |
Beschrijving | Dit struikachtig gewas komt op Java in het wild voor, meestal in het
warme laagland. Het wordt ,om het nut, dat men van de bladeren trekt,
ook veel op de erven aangeplant en het leent zich uitstekend voor
pagers.
Het vocht uit de bladeren is zoo scherp, dat, naar men beweert, slangen en ander ongedierte het niet wagen, door een haag van deze planten te dringen. De Javanen noemen de plant enjoh kelo. De plant laat zich gemakkelijk stekken en vermenigvuldigt zich door middel van onderaardsche uitloopers. Elk takje, dat den grond raakt, schiet wortel en vormt zoo een nieuw plantje, dat gemakkelijk van de moederplant kan worden gescheiden. De beste variëteit is die met de kleine gele bloemen. De bladeren zijn eenigszins ruw. Het gebruik van enjoh kelo is op den duur te scherp voor de ingewanden. Men mag dit middel hoogstens gedurende vijf maanden achtereen toepassen. Veel van het schadelijke kan men wegnemen, door er daoen woengoe onder te mengen. |
gebruikt bij: | ||
71 | Beet (vergiftige) | |
93 | Blaassteen | |
400 | Galsteen | |
605 | Klem | |
757 | Laxeermiddelen | |
914 918 | Niersteen. |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
161p | gempoor watoe | Dasycladaceae |
Beschrijving | Als Kedji beling moet ook nog worden aangemerkt de gempoor watoe |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
162p | Kedondong | Anacardiaceae |
Beschrijving | Een vruchtboom, die in de Molukken inheemsch is en op Java alleen
gecultiveerd voorkomt.
De vruchten zijn rauw , haast niet te eten, omdat de vezels moeilijk verteren. Gestoofd met suiker en dan gezeefd, vormen ze een zeer smakelijk gerecht. De getah van den boom veroorzaakt bij kinderen huiduitslag en jeukingen. De bladeren worden door de inlandsche vrouwen, vermengd met andere kruiden, gebruikt na de bevalling, om het lichaam te zuiveren. Voor medicinaal gebruik neemt men op Java ook wel de bladeren van de verwante soort |
gebruikt bij: | ||
1451 | Zuivering na de bevalling |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
163p | Kelembak | Polygonaceae |
Beschrijving | Deze, hier van China ingevoerde wortel, is de rabarber, die bij geen
inlandschen medicijnverkooper ontbreekt. In Indië wordt kelembak niet
gecultiveerd, doch komt, in het wild groeiend, wel voor. Aan den
geimporteerden wortel is de voorkeur te geven. Een rabarbersoort, n.l.
de |
gebruikt bij: | ||
21 | Aambeien of haemorrhoiden | |
191 | Buikziekte bij volwassenen - Ontlasting van harde stof, omgeven door dof draderig slijm | |
230 | Buikziekte bij volwassenen - gevolg van endeldarmontsteking | |
234 | Buikziekten bij volwassenen- door inwendige hitte | |
396 | Galkoorts | |
758 | Laxeermiddelen | |
841 | Malaria | |
1098 | Spruw (Indische) |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
164p | Kelor,klengtang | Moringaceae |
![]() |
Beschrijving | Deze kleine boom met gezwollen wortels en ijle kroon komt op Java voor
tot op 300 m zeehoogte. Hij bloeit met geurige witte bloemen.
De wortel is naar reuk en smaak niet van den mierikswortel te onderscheiden. Fijn gemaakt tot een papje, wordt deze uitwendig gebruikt tegen rheumatiek, hoofdpijn enz. Men mag dit pappen niet te lang voortzetten, want het sap veroorzaakt blaren op de huid, die zeer pijnlijk zijn. De getah kelor, dat is de gom, die bij beschadiging uit den bast vloeit, is aanvankelijk wit doch wordt, aan de lucht blootgesteld, spoedig bruin. De bladeren, die naar mosterd smaken, worden wel gegeten, doch zijn verboden voor rheumatische menschen. De driehoekige vruchten, die men op Java klentang noemt, zijn zeer smakelijk als toespijs bij de rijsttafel, maar eveneens slecht voor lijders aan rheumatiek. Blendok kelor is de getah die uitvloeit, wanneer de kelor aan den stam door insecten wordt beschadigd. Deze getah is aanvankelijk wit, doch wordt aan de lucht blootgesteld, spoedig donkerbruin. Ze lost in water niet op, maar zwelt wel, wanneer ze in water wordt gedompeld. |
gebruikt bij: | ||
218 | Buikziekte bij volwassenen - door kouvatten op de ingewanden | |
521 | Hoofdpijn door kouvatten | |
1010 | Rheumatiek | |
1043 | Slaap (onrustige) | |
1066 | Speekselafscheiding (te overvloedige) | |
1308 | Verzwikking |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
165p | Kemadejan | Loranthaceae |
Beschrijving | Deze javaansche naam wordt ook wel kemladejan geschreven. De maleische naam is kajoe menoempang of kajoe pindah. Het zijn woekerplanten die op verschillende boomen voorkomen en vaak oorzaak zijn dat geheele takken afsterven, bijvoorbeeld van den peteboom. De verschillende soorten worden genoemd naar de boomen waar ze op voorkomen. Als medicijn dienen bijv. de kemadejan dalima poetih en de kemadejan kelor. |
gebruikt bij: | ||
855 | Mazelen | |
982 | Pokken | |
1413 | Wormen |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
166p | Kemangi | Lamiaceae (Labiatae) |
![]() |
Beschrijving | Dit welriekende plantje is een soort selasih. Het heeft groene stengels,
groene bladstelen en witte bloemen. De plant wordt veel gekweekt langs
terasranden en op sawahs.
De bladeren hebben een kalmeerende werking en verdrijven lichaamsgassen. Ze worden ook gebruikt, om visch- en vleeschgerechten te kruiden. De vruchtjes zijn een bekend genotmiddel en worden gebruikt op dezelfde wijze als selasih. Men weekt ze in water, waardoor de vruchtwand opzwelt tot een geleiachtige massa, die met stroop of suiker een verkoelenden drank maakt. |
gebruikt bij: | ||
145 | Braken (tegen het) | |
414 | Gassen | |
725 | Kramp | |
740 | Laxeermiddelen | |
804 | Maagkramp | |
1171 | Stuipen | |
1426 | Zenuwachtigheid | |
1444 | Zog (middelen ter opwekking van het) | |
1447 | Zoogen |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
167p | Kemarogan | Cucurbitaceae |
Beschrijving | Een klimplant, die ook wel papasan genoemd wordt. De oude stengels, die
zeer dik kunnen worden, zien er uit, alsof verschillende zijn
samengegroeid.
Volgens de inlanders zijn alle deelen van deze plant geneeskrachtig en er is velerlei gebruik van bekend. De kleine komkommerachtige vruchten worden gekookt gegeten en de jonge ook wel geconfijt. De bladeren zijn glad in tegenstelling met die van de volgende plant met denzelfden inlandschen naam. |
gebruikt bij: | ||
162d | Algemeene opmerkingen en raadgevingen - bij buikziekten - |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
168p | Kemagoran | Cucurbitaceae |
Beschrijving | Een liggend kruid, dat in de laagvlakte op Java zeer algemeen is, vooral
op zonnige plaatsen. Evenals de voorgaande heeft deze komkommerachtige
vruchten.
Als de vruchten rijp zijn, hebben ze een roode kleur. Onrijp zijn ze bitter en worden na verwijdering van de zaden wel geconfijt. Deze plant heeft ruige bladeren, witte bloemen en ranken aan de stengels. |
gebruikt bij: | ||
348 | Eetlust opwekkend middel | |
1017 | Rheumatiek | |
1358 | Witte vloed |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
169p | Kembang poekoel ampat | Nyctaginaceae |
![]() |
Beschrijving | Deze plant, die veel als sierplant in tuinen wordt geplaatst, groeit
zoowel in het warme laagland als in het meer gematigde klimaat van de
lagere bergstreken.
De fraaie bloemen, die in verschillende kleuren voorkomen, zijn trompetvormig. Ze gaan tegen het vallen van den avond open en sluiten zich voor zonsopgang weder. De bladeren doen in korten tijd negenoogen en steenpuisten rijpen. Van het fijne meel uit de zaden maakt men bedak, waartegen echter gewaarschuwd moet worden, omdat dit poeder vaak bruine vlekken op het gelaat veroorzaakt. |
gebruikt bij: | ||
895 | Negenoog | |
994 | Puisten | |
1145 | Steenpuisten |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
170p | Kembang sepatoe | Malvaceae |
Beschrijving | Deze bekende sierheester komt voor met enkele en met dubbele bloemen.
Hij is zeer verbreid, doch wordt desniettemin nergens in het wild groeiend aangetroffen. De roode bloemen gebruikt men in de indische keuken als kleurmiddel. |
gebruikt bij: | ||
139 | Borstkwaal | |
636 | Koorts | |
1053 | Slijm |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
171p | Kembang teleng | Fabaceae-Faboideae (Leguminosae,Papilionaceae) |
Beschrijving | Een klimmend kruid, dat op Java voorkomt tot op 700 m zeehoogte en vaak
als sierplant op de erven wordt gekweekt. Er bestaat een variëteit met
witte en een met blauwe bloemen.
De zoete blauwe bloemen worden gebruikt om gebak te kleuren. Van de variëteit met witte bloemen wordt een atreksel van den wortel als bloedzuiverend middel gedronken. |
gebruikt bij: | ||
29 | Abcessen | |
126 | Bloedzuiverend middel | |
132 | Bloedzweer |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
172p | Kemiri | Euphorbiaceae |
![]() |
Beschrijving | Deze hooge boom wordt in alle kampongs aangeplant. Hij groeit het best
in eenigszins gematigd klimaat en draagt dan overvloedig vruchten. De
boom is gemakkelijk te herkennen aan de bladeren, die aan de onderzijde
wit zijn.
Uit de zaden wordt kemiriolie gemaakt, die dienstig is voor wonden en voor het haar wordt gebruikt. Voor de bereiding van deze olie wordt verwezen naar het Aanhangsel. Voordat de petroleum in Indië bij de inlanders populair was, werd kemiriolie algemeen als lampolie gebruikt. Van de gestampte zaden maakte men vroeger zelfs kaarsen. |
gebruikt bij: | ||
399 | Galsteen | |
461 | Haaruitval | |
467 | Haarverzorging | |
895 | Negenoog | |
1159 | Stopmiddel | |
1393 | wonden (verzachten en opdrogen van) |