item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
404p | Tjengkeh | Myrtaceae |
Beschrijving | Deze boom, die in de Molukken inheemsch is en op Java in het geheel niet
wordt aangetroffen, levert de kruidnagels, in het Maleisch boenga lawang
of kembang lawang geheeten.
Kruidnagels zijn de gedroogde bloemkoppen van dezen boom. Ze worden als specerij gebruikt en de aromatische olie, die er uitgehaald wordt, treft men ook in de apotheken aan. De bladeren zijn ander den naam daoen tjengkeh in den inlandschen medicijnhandel te bekomen. |
gebruikt bij: | ||
33 | Adem (onwelriekende) | |
166 | Buikziekte bij kinderen - dunne afgang met groene of donkere stof er bij | |
420 | Geelzucht | |
489 | Heeschheid | |
588 | Kiespijn | |
716 | Kraamvrouwen | |
810 | Maagkramp | |
841 | Malaria | |
1272 | Middelen ter bevordering van het urineeren | |
945 | Ontstekingen (inwendige) | |
1011 1023 | Rheumatiek | |
1076 | Spruw (Indische) | |
1285 | Venerische ziekte | |
196 | Volwassenen - Dunne afgang alleen des morgens en na elken maaltijd krampen | |
1357 | Witte vloed |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
405p | Tjeremai,Tjerme | Euphorbiaceae |
Beschrijving | Een kleine boom met lichtgroene en kortgesteelde bladeren, die over den
geheelen Archipel gekweekt wordt aangetroffen vooral in de warme
kuststreken.
De vruchten, die zuur zijn, worden gebruikt bij de bereiding van verschillende spijzen. Ze worden ook wel geconfijt, of tot een smakelijke gelei verwerkt. De bladeren worden wel gebruikt, om er een vermageringsthee van te trekken. Het gebruik is echter niet zonder gevaar voor de gezondheid en moet daarom worden afgekeurd. Het sap, dat bij insnijding uit den wortel vloeit, is zeer giftig en wordt wel gebruikt, om bij hanengevechten de sporen mede te behandelen. |
gebruikt bij: | ||
303 | Duizelingen |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
406p | Tjintjaoe | Menispermaceae |
Beschrijving | Een vrij zeldzaam voorkomende liaan, die in West-Java veel wordt aangeplant.
Stukken wortel kan men geregeld bij de inlandsche medicijnverkoopers vinden. De bladeren worden in water gekneusd, waardoor een graan gekleurd geleiachtig vocht onstaat, dat een bekend genotmiddel is ander den naam tjintjaoe wordt rondgevent en met stroop gedronken. |
gebruikt bij: | ||
314 | Dysenterie | |
1117 | Spruw - Hygiënische wenken en dieetvoorschriften |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
407p | Toeri | Fabaceae-Faboideae (Leguminosae,Papilionaceae) |
![]() |
Beschrijving | Een groote boom, die op Java niet inheemsch is, maar veelvuldig wordt
aangeplant om het groote nut, dat de inlanders er van hebben en om de
fraaie bloemen.
Er is een variëteit met witte en een met roode bloemen. De witte bloemen worden wel gekookt of gestoofd gegeten. Men verwijdert dan eerst zorgvuldig de groene kelken, omdat die bitter smaken. Deze spijs verkoelt het lichaam in de warme maanden. Ook de lange peulen worden wel gegeten. Veelvuldig gebruik veroorzaakt echter duizeligheid. De duiven eten graag de oude zaden, maar ze bekomen hen slecht. De bladeren dienen als veevoeder. De bast van het onderste gedeelte van den stam wordt als medicijn gebruikt. De toeristammen worden dikwijls aangetast daar larven. Het vet van deze Larven - vermengd met enkele kruiden - is een geneesmiddel tegen spruw. Bast van de roode toeri wordt te Batavia wel verkocht ander den naam kajoe timor en gebruikt voor hetzelfde doel, waar de echte kajoe timor dienstig voor is. |
gebruikt bij: | ||
13 | Aambeien of haemorrhoiden | |
317d | Dysenterie | |
715 | Kraamvrouwen | |
1089 | Spruw (Indische) | |
197 | Volwassenen - Dunne afgang alleen des morgens en na elken maaltijd krampen | |
1355 1356 | Witte vloed |
item | Indon. naam | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
71s | Toewak |
Beschrijving | is het palmsap, dat wordt afgetapt uit de onrijpe bloeikolven van
de arenpalm, de nipapalm, de lontarpalm en de cocospalm.
Ter onderscheiding heet de versche ongegiste toewak ook wel toewak manis en de gegiste toewak heet dan toewak keras. De op Java meer gebruikelijke naam voor dit palmsap is legen. De gegiste palmwijn noemt men in de Molukken sagoeer. |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
408p | Trawas | Lauraceae |
Beschrijving | Een boom, die op Sumatra voorkomt en waarvan de gedroogde bladeren in den medicijnhandel op Java bekend zijn als trawas of daoen trawas. |
gebruikt bij: | ||
154 157 | Algemeene opmerkingen en raadgevingen - bij buikziekten - | |
176 | Buikziekte bij kinderen - Tengevolge van kouvatten | |
182 | Buikziekte bij kinderen - bij het tanden krijgen | |
167 | Buikziekte bij kinderen - dunne afgang met groene of donkere stof er bij | |
202 | Buikziekte bij volwassenen - Dunne afgang met bloed | |
203 | Buikziekte bij volwassenen - Ontlasting met bloed en slijm | |
242 | Buikziekten - Recept voor gedroogde kruiden | |
319 | Dysenterie | |
354 | Eetlust opwekkend middel | |
384 | Gal | |
423 | Geelzucht | |
665 | Koorts (hooge) | |
659 | Koorts als gevolg van zweren in de ingewanden | |
906 | Nieren (zuivering van de) | |
1084 | Spruw (Indische) | |
1116 | Spruw - Hygiënische wenken en dieetvoorschriften | |
1255 | Urineeren met bloed | |
1465 | Zwartwaterkoorts |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
409p | Tremboekoe | Acanthaceae |
Beschrijving | Dit kruid wordt in Midden-Java veel in de bosschen aangetroffen en groeit
in warm en meer gematigd klimaat.
Het laat zich daar stekken vermenigvuldigen. De donkergroene bladeren hebben in het midden lichtgroene vlekken, die soms eigenaardige figuren vormen. De bloemen zijn lichtpaars van kleur. |
gebruikt bij: | ||
828 | Maden |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
410p | Trenggoeli | Fabaceae-Caesalpinioideae (Leguminosae,Caesalpiniaceae) |
![]() |
Beschrijving | Een kromme boom, die in de laagvlakte thuis behoort en fraaie bloemen
draagt, die er als gele trossen aan hangen. Naar aanleiding hiervan heet
de boom ook Indische goudenregen.
De peulen zijn lange zwarte pijpen gevuld met een geleiachtige massa. Deze gelei dient als laxeermiddel en kan ook geconserveerd in vooraad worden gehouden. Voor de conservering verwijzen we naar het Aanhangsel. |
gebruikt bij: | ||
386 387 | Gal (afdrijven van de) | |
738 | Laxeermiddelen | |
984 | Pokken (Spaansche) | |
1149 | Stoelgang | |
1375 | wonden (branderige en zwerende) | |
1409 | wonden (wasschen, zuiveren en afsluiten van) | |
1400 | wonden aan den voet |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
411p | Trenggoeli | Fabaceae-Caesalpinioideae (Leguminosae,Caesalpiniaceae) |
Beschrijving | Een andere boom met denzelfden inlandschen naam doch met roode bloemen,
die veel als sierboom wordt aangeplant en op Java beneden 400 m zeehoogte
ook wel wildgroeiend wordt aangetroffen.
De peulen van dezen boom bevatten gele zaden. |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
412p | Tuinboon | Fabaceae-Faboideae (Leguminosae,Papilionaceae) |
Beschrijving | De cultuur van deze boonen - ook wel groote boonen of Roomsche boonen
genoemd - is in Indië zeer moeilijk. Ze worden dan ook zeer weinig en
alleen in de drogere bergstreken van Midden- en Oost-Java gekweekt.
Het product is uitsluitend bestemd voor de Europeesche tafel. |
gebruikt bij: | ||
383 | Fijt |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
413p | Ui,Bombay-uien | Alliaceae (Amaryllidaceae,Liliaceae) |
Beschrijving | Deze ui, ook wel ajuin genaamd, wordt daar de inlanders in bijna al hun
gemengde medicijnen gebruikt.
De echte uien worden in Indië niet gekweekt. Ze komen echter op de pasars veelvuldig voor ander den naam van Bombay-uien. De naam geeft al aan, dat het een import-artikel is. Voor huishoudelijk gebruik geeft men veelal de voorkeur aan de Indische Sint Jans ui of sjalot. Deze wordt hier wel gekweekt. Zie aldaar. |
gebruikt bij: | ||
20 | Aambeien of haemorrhoiden | |
90 | Blaasaandoening bij kinderen | |
134 | Bof | |
174 | Buikziekte bij kinderen - Dunne schuimige ontlasting | |
164 | Buikziekte bij kinderen - Geringe ontlasting met persingen | |
185 | Buikziekte bij kinderen - tengevolge van ingewandswormen | |
195 | Buikziekte bij volwassenen, - Dunne afgang | |
310 316 325 326 334 | Dysenterie | |
375 | Fluimen (opgeven van) | |
401 | Galsteen | |
443 | Gezwellen (etterige) | |
506 | Hoest bij kinderen | |
678 | Koorts bij kleine kinderen | |
632 | Koorts | |
729 | Krampen na de bevalling | |
855 | Mazelen | |
1262 1268 | Middelen ter bevordering van het urineeren | |
962 | Oorsuizing | |
982 | Pokken | |
1004 | Rheumatiek | |
1061 | Slijm | |
1126 | Spijsvertering (Slechte) | |
1089 1091 | Spruw (Indische) | |
1140 | Steenpuisten | |
1176 1177 | Stuipen | |
1236 | Uitslag | |
1314 | Vlekken in het aangezicht | |
1325 | Vloeiingen als gevolg van een val | |
1335 | Waterzucht |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
414p | Vanielje | Orchidaceae |
Beschrijving | Een klimplant, die sedert een eeuw ook op Java wordt gekweekt.
De cultuur en de bereiding vereischen veel zorg. De bevruchting bijvoorbeeld heeft geheel kunstmatig plaats met behulp van kleine puntige bamboestokjes, omdat het insect, dat in het land van oorsprong de kruisbestuiving bewerkstelligt, hier niet voorkomt. De vruchten worden onrijp geoogst, met veel zorg gebroeid en gedroogd tot de bekende zwartglimmende vanieljestokjes, die gebruikt worden om puddingen, ijs enz. een vanieljegeur mede te deelen. |
item | Indon. naam | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
72s | Venkelolie |
Beschrijving | De olie, die uit de venkelvruchtjes geperst wordt Foeniculum vulgare. |
gebruikt bij: | ||
188 | Buikziekte bij zuigelingen | |
410 | Galsteenkoliek | |
411 | Gassen | |
968 | Opgezet gevoel |
item | Indon. naam | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
73s | Venkelwater |
Beschrijving | is een distillaat van venkelvruchtjes. |
item | Indon. naam | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
74s | Vogelnestjes (Eetbare). |
Beschrijving | Hoewel allerminst van plantaardigen oorsprong,
moet dit product toch niet onvermeld blijven en moge er een plaatsje in
het alphabet voor worden ingeruimd.
Ze worden gevormd daar het opgedroogde slijmerige speeksel van een soort gierzwaluw. Deze vogel maakt aan de hooge kusten ander vooruitstekende rotspunten - goed beschut tegen den regen - zijn napvormig nestje. Ook op het land treft men deze nestjes wel op goed beschutte plaatsen aan, bijvoorbeeld in leegstaande woningen en werkplaatsen. Het nestjes kan twee of drie eitjes bevatten. Als de jongen zijn uitgekomen, zit de vogel tegen den rand aan, omdat het nestjes den jongen vogels nauwelijks ruimte biedt. Zooals de nestjes gewonnen worden, zijn ze erg verontreinigd met kleine veertjes. Men weekt ze een nacht in water en pluist de veertjes er uit. Ze worden dan op een zacht vuur gekookt (nog beter getimd of gestoomd), tot alles opgelost is. Men zeeft het dan nog eens en gebruikt het met melk of magere kippenbouillon. De zwakste magen kunnen deze kost verdragen. Ook voor zieken is het een gemakkelijk te verteren voedingsmiddel. |
gebruikt bij: | ||
454 | Haargroei (bevorderen van den) |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
415p | Lelie,Vuurlelie (Chineesche) | Amaryllidaceae |
![]() |
Beschrijving | Een bolgewas, dat inheemsch is in tropisch Amerika, hier is ingevoerd en
op Java veel als sierplant wordt gekweekt in tuinen.
De fraaie bloemen zijn oranje van kleur. |
gebruikt bij: | ||
136 | Bof | |
300 | Diphtheritis | |
444 | Gezwellen (uitwendige) aan den hals | |
581 | Keelgezwel (uitwendig) |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
416p | Vijg | Moraceae |
Beschrijving | Deze subtropische boom, die langs de kusten van de Middellandsche Zee veel
voorkomt, wil met enige zorg ook in Indië wel groeien en vruchtdragen
zelfs in de warmere streken.
Het is jammer, dat er niet meer werk van gemaakt wordt, want de versche vijgen zijn zeer gezond. Menschen met keelklachten moeten veel versche vijgen eten, zo mogelijk dagelijks. In vele gevallen is het wenschelijk, de pitjes eerst te verwijderen. |
gebruikt bij: | ||
13 | Aambeien of haemorrhoiden | |
510 | Hoest bij kinderen | |
576 | Keelaandoening | |
765 | Leverziekte | |
1062 | Slijm | |
1148 | Stem | |
1150 | Stoelgang |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
417p | Waloeh djepan,laboe siem | Cucurbitaceae |
![]() |
Beschrijving | Een klimplant, die een halve eeuw geleden op Java is ingevoerd.
De eenzadige vruchten zijn zoo groot als een vuist. In de warmte worden ze geelachtig tot witachtig groen. Ze behoeven veel zon. Staan de planten op beschaduwd terein, of groeien ze in koudere streken, dan ruipen de vruchten wel, maar ze behouden hun donkergroene kleur. De vruchten zijn verkoelend en worden gestoofd gegeten. |
gebruikt bij: | ||
13 | Aambeien of haemorrhoiden | |
1111 | Spruw - Hygiënische wenken en dieetvoorschriften |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
418p | Waroe | Malvaceae |
![]() |
Beschrijving | Deze boom, ook wel waroe laoet of waroe lengis geheeten, is in de kuststreken
zeer algemeen en wordt veel op en bij de erven aangeplant.
Op goeden grond heeft hij een rechte stam en smalle kroon. Op slechten grond is de stam krom en de kroon breeder. De bladeren zijn glimmend groen en aan de onderzijde licht behaard. |
gebruikt bij: | ||
181 | Buikziekte bij kinderen - in de kentering | |
190 | Buikziekte bij zuigelingen | |
370 | Endeldarmontsteking | |
455 | Haargroei (bevorderen van den) | |
463 | Haaruitval | |
687 | Koorts (verkoelende middelen bij) | |
637 | Koorts | |
702 | Koortswerende middelen | |
784 | Longtering | |
1089 | Spruw (Indische) | |
1281 | Urineeren (pijnlijk) | |
1321 | Vloeiingen na de bevalling of bij miskraam | |
116 | bloedspuwing | |
495 500 | hoest |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
419p | Waroe gombong | Malvaceae |
![]() |
Beschrijving | Een snelgroeiende kleine boom, die op Java zelden in het wild wordt
aangetroffen, doch algemeen langs de wegen en op de erven wordt
aangeplant. Hij laat zich gemakkelijk stekken.
De bastvezel van deze zoowel als van den voorgaanden boom wordt gebruikt, om er een soort touw uit te maken. Beide waroe soorten hebben bladeren, die aan de onderzijde nabij de hoofdnerf duidelijk waarneembare klieren hebben, die een zoet vocht afscheiden, dat de mieren lokt. Bij de gewone waroe bevinden ze zich dicht bij den bladvoet en hij de waroe gombong verder naar het midden. |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
420p | Wedahan | Asteraceae (Compositae) |
![]() |
Beschrijving | Dit kruid, dat in de bergen voorkomt op steenachtig en vochtig terein, behaarde stengels heeft en bij kneuzing een aromatischen geur afgeeft, wordt wel aangeduid met den naam Indische wilde kamille. De javanen noemen deze plant kembang pentil of goendoel. |
gebruikt bij: | ||
217 | Buikziekte bij volwassenen - door kouvatten op de ingewanden | |
1221 | Transpireermiddel |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
421p | Wewejan | Pontederiaceae |
Beschrijving | Een omhooggericht moeraskruid, dat tot een halven meter hoog kan worden.
Op Java is het zeer algemeen tot op 1500 m zeehoogte. De wortels worden gebruikt tegen ingewandskwalen. |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
422p | Widjen,bidjen | Pedaliaceae |
Beschrijving | Een sterk riekende plant met houtachtigen stengel, die het sesamzaad
levert, waaruit de sesamolie wordt geperst.
Het zaad is geelwit, licht- af donkerbruin en soms zelfs bijna zwart. Het wordt gebruikt, om over gebak te strooien zooals anijszaad. |
gebruikt bij: | ||
81 | Bevalling |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
423p | Widoeri | Asclepiadaceae |
![]() |
Beschrijving | Een heester, die overal wordt aangetroffen op schralen grond en niet te
vochtig terein.
De bladeren zijn blauwachtig groen, de stengels wollig en de bloemen lila van kleur. De getah is dun vloeibaar, wit van kleur en bitter met een zoeten nasmaak. De Javanen gebruiken deze getah, om rotte tanden en kiezen te laten uitvallen. Men zij echter voorzichtig, want gave kiezen, die er mede in aanraking komen, zouden ook kunnen gaan afbrokkelen en uitvallen. |
gebruikt bij: | ||
148 | Brandwonden | |
149 | Bronchitis | |
151 | Bubogezwellen | |
302 | Dorens | |
554 | Jeuk | |
586 | Kiespijn | |
1071 | Splinters in de huid | |
1147 | Steenpuisten |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
424p | Woedani | Combretaceae |
![]() |
Beschrijving | Een klimmende heester met lange slappe twijgen, die over den geheelen
Archipel verbreid is en op Java in de laagvlakte veel in heggen voorkomt en ook wel als sierplant. De groei is zeer eigenaardig. Als het heestertje een paar voet hoog is, komt uit den Wortel een gedoornde stengel, die veel dikker is dan de stam van het boompje zelf en te stijf , om zich ergens om heen te winden. Uit dezen stengel groeien dan zijtakken met anderen bladstand en zonder dorens. Als de plant twee jaar oud is, komen aan de uiteinden van de twijgen voor het eerst bloemen. Deze zijn oorspronkelijk rose en worden later donkerood. Ze groeien in lange trossen. Een andere naam voor deze plant is tjeggoek. De zaden zijn aan beide einden toegespitst en hebben elk vijf uitstekende kanten. |
gebruikt bij: | ||
410 | Galsteenkoliek |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
425p | Woengoe | Acanthaceae |
![]() |
Beschrijving | Deze heester met donkere roodbruine bladeren heet ook wel demoeng of
poeding, komt op Java voor tot op 1250 m. zeehoogte en wordt vaak als
sierplant of pagerplant gebruikt.
De bladeren heeten daoen woengoe af daoen temen-temen. Ze bevatten olie, vooral die, welke in hooger gelegen streken groeien. De bloemen zijn donkerpaars. Deze heester laat zich gemakkelijk stekken. |
gebruikt bij: | ||
7 11 14 20 | Aambeien of haemorrhoiden | |
399 400 401 | Galsteen | |
417 | Gastrische koortsen | |
752 | Laxeermiddelen | |
764 | Leverziekte |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
426p | Woeni | Euphorbiaceae |
Beschrijving | Een hooge vruchtboom, die op Java wildgroeiend wordt aangetroffen van 50
tot 1400 m zeehoogte.
De vruchten groeien als bessen aan trossen. Ze zijn iets groter dan erwten. Eerst zien ze rood en later worden ze bijna zwart. De wilde bessen blijven zuur, maar de gekweekte zijn zoet, als ze rijp zijn, en worden verwerkt tot gelei en bessensap. Wat als stroop woeni wordt verkocht op de pasars, is maar al te vaak een surogaat, waarvan het nuttigen eerder nadeelig dan voordeelig voor de gezondheid zal zijn. Het duurt lang, voor de boom uit zaad draagt, waarom men beter doet, stekken te nemen van een goeden boom. |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
427p | Wortel,gele peen | Apiacea |
Beschrijving | Deze worden over geheel Java vooral in de bergstreken verbouwd en zijn
een gewoon pasar-artikel.
De witte peen of pastinaak |
gebruikt bij: | ||
374 | Engelsche ziekte | |
826 | Maden | |
1419 | Wormen |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
428p | Zuurzak,nangka belanda | Annonaceae |
Beschrijving | Een kleine laagvertakte boom met rolronde roodachtige twijgen en smalle
lederachtige bladeren, die van baven donkergroen zijn en aan de onderzijde
lichter van kleur.
Hij groeit op kalkachtigen bodem in de warmte en heeft zeer smakelijke vruchten, die het best uitgeperst gegeten kunnen worden, want de vezels zijn moeilijk verteerbaar en kunnen krampen veroorzaken. De Hollandsche naam is een verbastering van den Maleischen naam sirsak. De vruchten worden ook wel doerian blanda genoemd. |
gebruikt bij: | ||
923 | Ongedierte | |
1146 | Steenpuisten |