item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
173p | Kemlandingan | Fabaceae-Mimosoideae (Leguminosae,Mimosaceae) |
Beschrijving | Een boompje met fraaie lichtgroene samengestelde bladeren, dat op Java
overal wordt aangetroffen tot op 1500 m zeehoogte.
De zaden zitten in peulen en worden door de bevolking zoowel rauw als gekookt gegeten. Een vorm met kleinere peulen noemen de Javanen lamtara en als zoodanig is deze boom den planters welbekend, die hem gebruiken als pagerplant, als schaduwboom, als windhaag en als groenbemester. |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
174p | Kemoekoes | Piperaceae |
Beschrijving | Deze klimplant, die groeit als peper en sirih, komt wildgroeiend voor in
het westelijk deel van den Archipel. Op Java ziet men ze vaak aangeplant
op koffie- en cacao-ondernemingen. In de Europeesche geneeskunde worden
de vruchten onder den naam van Fructus Cubebae of staartpeper gebruikt
tegen gonorhoe. De werking is verwarmend en opdrogend. Reuk en smaak
zijn aromatisch.
Ook in Indische medicijnen tegen venerische ziekten komt vaak kemoekoes voor. |
gebruikt bij: | ||
274 | Diarhee of buikloop | |
1215 1218 | Transpireermiddel | |
1284 | Venerische ziekte | |
1357 | Witte vloed |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
175p | Kemoening | Rutaceae |
Beschrijving | Deze boomheester wordt alom aangekweekt om de fraaie sterk riekende
witte bloemen, voornamelijk in de heete kuststreken.
De geur der bloemen veroorzaakt op den langen duur dikwijls hoofdpijn. De bladeren zijn geneeskrachtig evenals de olie uit den gebranden bast gewonnen. |
gebruikt bij: | ||
592 | Kiespijn | |
1285 | Venerische ziekte | |
1304 | Vervetting |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
176p | Kenanga | Annonaceae |
Beschrijving | Deze boom, die wildgroeiend voorkomt tot op 1200 m zeehoogte plant men in de desa's en ook in de hoofdplaatsen veel om zijn welriekende bloemen. De bast is geneeskrachtig. Uit de bladeren verkrijgt men door distillatie de kenanga olie. Het hout van den kenanga is zeer broos, zoodat men aan de jeugd het klimmen in kenangaboomen moet verbieden. |
gebruikt bij: | ||
424 | Geelzucht | |
546 | Huiduitslag (rimpellge), overigens veel gelijkend op panoe | |
635 | Koorts |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
177p | Kendal | Boraginaceae |
Beschrijving | Een boom, die op Java algemeen voorkomt tot op 700 m zeehoogte. De
schors en de bladeren zijn geneeskrachtig.
De boom draagt vruchten, die licht rood worden en glimmend glad zijn als kersen en zoo ,overvloedig, dat de takken er van doorbuigen. |
gebruikt bij: | ||
627 | Koorts | |
849 | Malaria | |
856 857 | Mazelen |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
178p | Kentang djawa | Lamiaceae (Labiatae) |
Beschrijving | Een plant met sappige kantige stengels en donker violette bloemen. Aan
de wortels ontwikkelen zich knollen zooals aardappelen. Deze knollen
zijn kleiner en behalve de heel jonge uitwendig zwart. Ze worden gekookt
of soms ook wel rauw gegeten.
De vermenigvuldiging geschiedt door stekken. De Javaansche naam voor deze knollen is gembili. |
gebruikt bij: | ||
437 | Gezwellen (branderige) | |
1396 | wonden (verzachten en opdrogen van) |
item | Indon. naam | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
37s | Kentang djawa |
Beschrijving | is ook de naam voor een van de beste variëteiten aardappels, welke in indie worden aangeplant. Ze zijn wat geel van kleur, maar zeer smakelijk en hebben minder last van ziekten dan verschillende andere variëteiten, die voor de Europeesche tafel gekweekt worden. Zie Aardappel. |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
179p | Kentji,selada aer | Brassicaceae |
Beschrijving | Een sterk vertakt moeraskruid, de Hollandsche witte waterkers, die in
het gebergte wel gekweekt wordt. De cultuur slaagt alleen in helder
stroomend water. De jonge topstukken zijn dan malsch en zoet. Zijn de
omstandigheden niet gunstig, dan is de groei trager en smaakt de
waterkers bitter.
In West-Java is dit kruid geregeld op de pasars verkrijgbaar. |
gebruikt bij: | ||
13 | Aambeien of haemorrhoiden | |
596 | Kindervoeding | |
904 | Nicotine-vergiftiging |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
180p | Kentjoer | Zingiberaceae |
![]() |
Beschrijving | Deze plant wordt veelvuldig gekweekt, liefst in lossen grond in gematigd
klimaat.
De bladeren blijven zeer laag. De wortels nemen spoedig veel plaats in en putten den grond sterk uit. Ze zijn zeer aromatisch, werken verwarmend en staan bij de bevolking in hoog aanzien. Als de kentjoer bij den aanvang van den Oost-moesson het blad verliest, graaft men de wortels uit. De knolletjes kunnen tegen het begin van den West-moesson weer worden uitgeplant. |
gebruikt bij: | ||
309 | Dysenterie | |
515 | Hoest (droge) | |
615 | Koliek | |
703 | Kouvatten | |
786 | Longtering | |
818 | Maagkwalen | |
958 | Oorpijn | |
1091 | Spruw (Indische) | |
1214 | Transpireermiddel |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
181p | Kepel | Annonaceae |
Beschrijving | Deze vruchtboom komt op Java in het heuvelland voor. De bruinachtige
vruchten groeien tegen den stam aan. Ze geven aan de urine een geur van
viooltjes en worden daarom gegeten, om de sterke lucht van stinkende
urine weg te nemen.
De boewah kepel zuiveren de nieren en andere organen. Volgens het Javaansche bijgeloof moeten zwangere vrouwen deze vruchten eten, om mooie kinderen te baren. In vroeger tijden stond de boom in Midden-Java in zoo hoog aanzien, dat het den minderen verboden was, er van te eten. Ze werden uitsluitend in de kratons geplant voor de landsgrooten. |
gebruikt bij: | ||
906 | Nieren (zuivering van de) | |
1251 | Urine (stinkende) | |
1457 | Zwangerschap |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
182p | Kerklelie | Liliaceae |
Beschrijving | Deze plant met haar fraaie bloemen wordt in indie in de bergstreken
aangeplant.
De bloembladen legt men in olijfolie, tot ze geheel zijn opgelost. Deze olie verzacht en heelt wonden. |
gebruikt bij: | ||
141 | Borstpijn | |
443 | Gezwellen (etterige) | |
1395 | wonden (verzachten en opdrogen van) |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
183p | Kesambi,ketjatil (java) ,ketjatjil (midden java) | Sapindaceae |
Beschrijving | Deze boom wordt op java beneden 1000 m zeehoogte aangetroffen in de
djati-bosschen.
De zaden leveren de beroemde Makasser-olie die voor het hoofdhaar wordt gebruikt. |
gebruikt bij: | ||
458 | Haargroei (bevorderen van den) |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
184p | Ketan | Poaceae (Graminea) |
Beschrijving | Deze rijstsoort, de zoogenaamde kleefrijst, is den Indischen menschen wel
bekend. Eigenlijk zijn er verschillende variëteiten, die onderscheiden
worden in zwarte en witte ketan.
De zwarte ketan, ketan iring of ketan itam, wordt voor het voedzaamst gehouden. Van ketan in het algemeen mag men niet te veel eten, omdat ze moeilijk te verteren is. Dagelijksch gebruik veroorzaakt slechten stoelgang. Voor kinderen is ketan te zwaar en ze is ook af te raden voor buiklijders. Inlanders, die zwaren veldarbeid verichten, zullen van het eten van ketan echter geen bezwaren ondervinden. Bij paarden wekt het eten van ketan hevige kolieken op. Merang van ketan itam wordt in den inlandschen medicijnhandel verkocht. Evenals merang van andere rijstsoorten wordt het voor haarwassching gebruikt, terwijl aftreksels ook wei voor inwendig gebruik bestemd zijn. Het heeft, naar bekend, een abortieve werking. Voor de toepassing wordt verwezen naar recept |
gebruikt bij: | ||
1165 | Storting na de bevalling |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
185p | Ketapang | Combretaceae |
Beschrijving | Een groote boom, die op Java alleen dicht bij de kust voorkomt. Er zijn
variëteiten met roode en met gele vruchten. Van beide is de pit voedzaam
en laxeerend.
Zwangere vrouwen moeten ze dagelijks eten; ze bevorderen den stoelgang en de ontwikkeling der borsten. Overdadig gebruik veroorzaakt buikloop. In de Indische keuken zijn ze beter ter vervanging van amandelen dan kanarizaden. De boom wordt uit zaden voortgeteeld. |
gebruikt bij: | ||
162c | Algemeene opmerkingen en raadgevingen - bij buikziekten - | |
138 | Borsten (ontwikkelling van de) | |
755 | Laxeermiddelen | |
939 | Ontlasting (moeilijke) | |
1441 | Zog (middelen ter opwekking van het) | |
1460 | Zwangerschap |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
186p | Ketela nl:bataat, zoete aardappel | Convulvulaceae |
Beschrijving | Dit kruipende kruid levert de voedzame verkoelende knollen, ook wel
bataten genaamd, die een voorname plaats innemen onder de inlandsche
voedingsgewassen.
Men eet ze gekookt, gestoomd of gepoft. Ze gaan gauw tegenstaan en veroorzaken opgeblazenheid vooral bij vrouwen, die reeds veel kinderen hebben gehad. Voor buiklijders en leverlijders zijn ze ongeschikt. |
gebruikt bij: | ||
1381 | wonden (jeukerige) |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
187p | Ketela pohoeng | Euphorbiaceae |
Beschrijving | Deze heesterachtige plant wordt overal op Java door de bevolking
gecultiveerd. De wortels zijn een zeer belangrijk voedingsmiddel. Het
zijn de bekende cassavewortels, waaruit het cassavemeel wordt bereid.
De gedroogde rauwe wortels heeten gaplek en worden veelal in min of meer primitieve Chineesche fabriekjes tot gaplekmeel verwerkt en vormen een zeer belangrijk uitvoerartikel. In de laatste jaren wordt de cassave ook op Europeesch geleide ondernemingen aangeplant en het meel op meer geperfectioneerde wijze verwerkt tot tapioca. Voor zieken in het algemeen en voor buiklijders in het bijzonder is tapioca niet zoo goed als arowroot. Het eten van de bereide wortels is verkoelend. Zwakke magen kunnen ze niet verdragen en leverlijders mogen ze niet gebruiken. Het eten van cassavewortels veroorzaakt een onaangenaam opgezet gevoel. Het heet, dat de stekken, die omgekeerd in den grond geplant worden, giftige wortels krijgen. De nadeelige werking wordt verminderd door het koken. Worden ze echter gepoft genuttigd, zooals de Javaan ze gaarne eet, dan zijn ze zeer schadelijk en kan het gebruik den dood tengevolge hebben. De verschijnselen zijn: gedurig braken, vreeselijke benauwdheid, krampen, zwakke polsslag, grauwe gelaatskleur met ingezonken oogen en moeilijke urineloozing. Als tegengif dienen de Javanen den patiënt rauw bloed toe van een ajam tjemani, dat is een kip met zwart vel, zwarte veeren en zwarte pooten. De jonge bladeren worden als groente gegeten. De variëteit met roode stelen en roode bladnerven is speciaal aan te bevelen voor dysenterie- en buiklijders. Ze werken verkoelend en wekken moedelooze patiënten op. |
gebruikt bij: | ||
162h | Algemeene opmerkingen en raadgevingen - bij buikziekten - | |
79 | Beri-Beri | |
972 | Opwekkend middel |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
188p | Ketepeng tjina | Fabaceae-Caesalpinioideae (Leguminosae,Caesalpiniaceae) |
![]() |
Beschrijving | Een heester, die tot op 1400 m zeehoogte op Java voorkomt en bij voorkeur
op vochtige plaatsen groeit. Hij wordt ook wel als sierheester gekweekt.
Bij Australische paarden geneest men schurft, door de huid twee maal daags in te wrijven met een mengsel van de bladeren van ketepeng tjina en sirihkalk. De plant wordt uit zaad gekweekt. Een variëteit, die wat forscher is met zeer ,donker paarse stelen en nerven en donker oranje bloemen, wordt ketepeng kebo genoemd. |
gebruikt bij: | ||
347 | Eeltwonden | |
539 | Huiduitslag | |
750 | Laxeermiddelen | |
834 | Maden | |
975 | Panoe kemibang | |
1026 1028 | Ringworm |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
189p | Ketimoen | Cucurbitaceae |
Beschrijving | Deze plant, de komkommerplant, groeit overal en is bekend om de verkoelende
werking van haar sappen.
Het sap is heilzaam voor galsteenlijders. Ze moeten het lepelsgewijs innemen, met kleine hoeveelheden aanvangende, tot de maag er aan gewend is. De goede gevolgen zal men spoedig kunnen waarnemen. De vruchten zijn niet geschikt voor buiklijders en voor patiënten met zwakke magen. Ketimoen wordt over het algemeen door veel menschen slecht verdragen. Dat komt, omdat men veelal het sap weggooit. Maakt men komkommersla aan met al het sap dat de vrucht bevat, dan zal men er veel minder last van hebben. In tijden, als er cholera heerscht, mag men deze vrucht in het geheel niet nuttigen. |
gebruikt bij: | ||
398 | Galsteen | |
677 | Koorts bij kleine kinderen | |
630 | Koorts | |
1273 | Middelen ter bevordering van het urineeren | |
906 | Nieren (zuivering van de) | |
920 | Niersteen. | |
1074 1075 | Sproeten | |
1106 1107 | Spruw - Hygiënische wenken en dieetvoorschriften | |
1179 | Stuipen | |
1226 1227 | Typhus | |
1316 | Vlekken op de huid |
item | Indon. naam | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
38s | Ketjatil |
Beschrijving | is de javaansche naam voor de kesambizaden die in Midden Java ketjatjil worden genoemd |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
190p | Ketjipir | Euphorbiaceae |
Opmerking(pr): | Het genus Binnen deze familie komen wel klimplanten voor, maar peulen beslist niet. Ketjipir is de Indonesische naam voor |
Beschrijving | Een windend kruid, dat veel op de erven en op sawahdijkjes wordt aangeplant.
De bladeren en de jonge spruiten worden als groente gegeten. Een aftreksel wordt geneeskrachtig geacht. De peulen worden zoowel jong als oud bij de rijsttafel gebruikt en werken bloedzuiverend. Zwangere vrouwen, die aan huiduitslag lijden of huidzweren hebben tengevolge van venerische ziekte, dan wel wier mannen door zulke ziekte zijn aangetast, moeten tijdens de zwangerschap veel ketjipir eten, vermengd met temoe ireng, en ze moeten dit volhouden tijdens het zoogen ter voorkoming van besmetting van het kind. |
gebruikt bij: | ||
596 | Kindervoeding | |
606 | Klierachtigheld bij kinderen | |
713 | Kraamvrouwen | |
1449 | Zoogen | |
1461 | Zwangerschap |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
191p | Ketjoeboeng | Solanaceae |
![]() |
Beschrijving | Deze heester met dikke houtachtige takken, komt onder drie vormen voor,
namelijk een variëteit met witte bloemen, een met kleine enkele bloemen,
ook wel ketjoeboeng kasihan genaamd, en een met groote dubbele donker
paarse bloemen, de ketjoeboeng merah of ketjoeboeng itam.
De bloemen heeten giftig te zijn, de witte het ergst. Wetenschappelijk onderzoek heeft uitgewezen, dat die giftigheid niet zoo erg is. De plant wordt vermenigvuldigd door stekken, zoowel als uit zaad. De rook van gedroogde bloemen of zaden werkt verdoovend. Door dezen rook bijvoorbeeld met behulp van een bamboe kokertje in gesloten kamers te blazen, treedt bij hen, die zich daarin bevinden, een bedwelming op, die een vasten slaap tengevolge heeft. Naar het heet, wordt dit middel wel toegepast door dieven, om het operatieterein veiliger te maken. Bij ketjoeboeng vergiftiging moet men alle moeite doen, om den patiënt wakker te houden. Het beste tegengif is heel sterke koffie en toevoer van versche lucht. |
gebruikt bij: | ||
434 | Gezwellen | |
611 | Knokkelkoorts | |
709 | Kouvatten | |
838 | Maden | |
938 | Ontlasting (moeilijke) | |
956 957 | Oorpijn | |
1013 1019 | Rheumatiek | |
1068 1069 | Spit | |
1287 | Verdoovend middel | |
1307 | Verzwikking |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
192p | Ketjombrang | Zingiberaceae |
Beschrijving | Een forsch kruid dat ijle stoelen vormt met stengels tot een arm dikte
en tot 5 m hoog. In de bergstreken komt het veelvuldig voor. Het wordt
door stekken of door de wortelstokken vermenigvuldigd en ook in lagere
streken wel door de bevolking aangeplant op open plekken nabij de erven.
In het tweede jaar komen er bloemen en vruchten aan. Deze laatste gelijken eenigszins op groote ananassen en zijn helder rose of rood soms zeer donker. |
gebruikt bij: | ||
1207 | Transpiratielucht |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
193p | Ketoembar | Apiacea |
Beschrijving | Dit kruid wordt in de laagvlakte zoowel als in de bergstreken geteeld.
De bladeren worden door de Chineesche bevolking gaarne als moeskruid gegeten. De vruchtjes, koriander geheeten, worden als specerij in de Indische keuken gebruikt en zijn ook een bekend inlandsch geneesmiddel. Veel van hetgeen hier verkocht wordt, is echter van den overwal geimporteerd en niet hier gekweekt. Ketoembar verhoogt de werking der maagsappen. Vleesch, dat met ketoembar gekruid is, is gemakkelijker te verteren. Omdat het verteringsvermogen van het menschelijk lichaam in de tropen kleiner is dan in de gematigde luchtstreken, komt ketoembar in bijna alle Indische keukenrecepten voor. Ook bij de bereiding van dengdeng is ketoembar onmisbaar. |
gebruikt bij: | ||
157 | Algemeene opmerkingen en raadgevingen - bij buikziekten - | |
176 | Buikziekte bij kinderen - Tengevolge van kouvatten | |
182 | Buikziekte bij kinderen - bij het tanden krijgen | |
167 | Buikziekte bij kinderen - dunne afgang met groene of donkere stof er bij | |
183 | Buikziekte bij kinderen - gevolg van spruw | |
202 | Buikziekte bij volwassenen - Dunne afgang met bloed | |
216 | Buikziekte bij volwassenen - door kouvatten op de ingewanden | |
242 | Buikziekten - Recept voor gedroogde kruiden | |
241 | Buikziekten bij volwassenen - door malaria | |
227 | Buikziekten bij volwassenen - door ontstekingen der ingewanden | |
232 234 | Buikziekten bij volwassenen- door inwendige hitte | |
274 | Diarhee of buikloop | |
309 317 319 323 327 331 | Dysenterie | |
384 | Gal | |
650 | Koorts als gevolg van vallen, kneuzingen enz. | |
810 | Maagkramp | |
824 | Maagsappen (opwekken van de) | |
877 | Misselijkheid | |
1130 | Spijsvertering (Slechte) | |
1084 | Spruw (Indische) | |
1116 | Spruw - Hygiënische wenken en dieetvoorschriften | |
196 | Volwassenen - Dunne afgang alleen des morgens en na elken maaltijd krampen | |
1444 | Zog (middelen ter opwekking van het) | |
498 | hoest |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
194p | Kimpoel | Araceae |
![]() |
Beschrijving | Dit is een caladium met eetbare wortels, waarvan echter uitsluitend de
uitloopers genuttigd worden.
In West-Java heeft men ze met groene en met paarse stelen. Van de tales is deze plant te onderscheiden, doordat de bladeren eenigszins anders aan den steel zitten. De steel zit als het ware ,onder het midden van het blad vast. Evenals van de tales dienen de bovengrondsche deelen tot varkensvoeder. |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
195p | kinabast | Rubiaceae |
Beschrijving | Kinabast wordt verkregen van verschillende Cinchona soorten. Hier te
lande bijna uitsluitend van Deze boomen groeien op groote hoogte in de Preanger en in Midden-Java. De bast wordt gebruikt in verschillende inlandsche medicijnen. |
gebruikt bij: | ||
283 | Diarhee of buikloop met nu en dan een paar kleine bloed aderen in de ontlasting | |
306 329 | Dysenterie |
item | Indon. naam | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
39s | Kinine |
Beschrijving | wordt meestal in tabletvorm geleverd en is het fabriekmatig bereide werkzame bestanddeel van de kinabast in een gemakkelijk oplosbare verbinding. |
gebruikt bij: | ||
36 | Amandelen (opgezette) | |
642 | Koorts | |
846 | Malaria | |
896 | Netelroos | |
1178 | Stuipen |
item | Indon. naam | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
40s | Kino |
Beschrijving | is de ingedikte donkeroode gom, die bij beschadiging uit den
bast van enkele boomsoorten vloeit, o.a. bij de
sana kembang Pterocarpus indicus en de ploso, Butea monosperma.
Om de samentrekkende eigenschappen gebruikt men deze kino in tandpoeders en mondspoelingen. |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
196p | Klabet | Fabaceae-Faboideae (Leguminosae,Papilionaceae) |
Beschrijving | Dit gewas komt op Java niet voor.
De zaden, die hier gebruikt worden, om den haargroei te bevorderen, gemengd worden onder parems, in bedak voorkomen en bij de inlandsche medicijnenhandelaren te verkrijgen zijn, worden uit Britsch-Indië geimporteerd. |
gebruikt bij: | ||
459 | Haargroei (bevorderen van den) | |
1305 | Vermoeidheid (lichamelijke) |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
197p | Klengkeng | Fabaceae-Caesalpinioideae (Leguminosae,Caesalpiniaceae) |
Beschrijving | Deze klimmende heester komt op Java van de kust tot op 1000 m zeehoogte voor.
De vruchten bevatten twee of drie zaden als grijze knikkers. Ze zijn in den inlandschen medicijnhandel geregeld verkrijgbaar. De witte zaadkernen zoowel als de bladeren geeft men aan kinderen als wormdrijvend middel. |
gebruikt bij: | ||
1062 | Slijm | |
1418 | Wormen |
item | Indon. naam | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
41s | Koelit lawang |
Beschrijving | is de sterk naar kruidnagelen riekende schors van Te Batavia spreekt men ook wel van kajoe lawan. |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
198p | Koenir,koenjit | Zingiberaceae |
Beschrijving | Deze plant komt over geheel Java wildgroeiend voor vooral in djati-bosschen
en is een van de meest bekende temoe soorten, dat zijn planten, die om den
wortel gezocht zijn. De Javaan noemt haar koenir of temoe koening. In de
Maleische streken zegt men koenjit. Men kan deze plant gemakkelijk zelf op het erf kweeken. Het beste gelukt dit in lossen grond. Als de aarde goed wordt omgespit, krijgt men overvloedig knollen. Deze knollen worden ge stampt of geraspt en leveren zoo de kerie, die dient, om spijzen te kruiden en geel te kleuren. Men kiest daarvoor bij voorkeur de kleine zijknollen, terwijl de hoofd- of moederknol als medicijn wordt aangewend, vooral wanneer deze overjarig is. Deze hoofdknol of empoe, zooals de Javaan zegt, moet op de doorsnee oranjekleurig zijn en bevat veel olie. De knol moet versch worden gebruikt, want gedroogd heeft hij althans als ontsmettingsmiddel weinig waarde meer. Vermenigvuldiging geschiedt door het uitplanten van afgesneden knollen. Op Sumatra eet men de bladeren, die zeer aromatisch zijn, als groente. |
gebruikt bij: | ||
20 | Aambeien of haemorrhoiden | |
157 | Algemeene opmerkingen en raadgevingen - bij buikziekten - | |
38 | Apenpokken, Kinderpokken of Waterpokken | |
172 | Buikziekte bij kinderen - Ontlasting met slijm en bloed | |
176 | Buikziekte bij kinderen - Tengevolge van kouvatten | |
168 | Buikziekte bij kinderen - Veelvuldige slijmerige afgang | |
182 | Buikziekte bij kinderen - bij het tanden krijgen | |
167 | Buikziekte bij kinderen - dunne afgang met groene of donkere stof er bij | |
183 | Buikziekte bij kinderen - gevolg van spruw | |
170 | Buikziekte bij kinderen - veelvuldige slijmerige afgang met bloed | |
202 | Buikziekte bij volwassenen - Dunne afgang met bloed | |
203 | Buikziekte bij volwassenen - Ontlasting met bloed en slijm | |
199 | Buikziekte bij volwassenen - Veelvuldige ontlasting van enkel slijm gepaard met krampen en een gevoel van uitputting | |
220 | Buikziekte bij volwassenen - infectie bijvoorbeeld door slecht drinkwater | |
198 | Buikziekte bij volwassenen - Dunne afgang zonder bloed | |
216 | Buikziekte bij volwassenen - door kouvatten op de ingewanden | |
210 | Buikziekte bij volwassenen - door verwijding van den dikken darm | |
230 | Buikziekte bij volwassenen - gevolg van endeldarmontsteking | |
193 | Buikziekte bij volwassenen, - Dunne afgang | |
242 | Buikziekten - Recept voor gedroogde kruiden | |
239 | Buikziekten bij volwassenen - als gevolg van koorts in den buik | |
241 | Buikziekten bij volwassenen - door malaria | |
227 | Buikziekten bij volwassenen - door ontstekingen der ingewanden | |
234 | Buikziekten bij volwassenen- door inwendige hitte | |
257 258 | Darmzweren | |
281 | Diarhee of buikloop met nu en dan een paar kleine bloed aderen in de ontlasting | |
264 | Diarhee of buikloop | |
317 319 325 327 | Dysenterie | |
384 | Gal | |
401 | Galsteen | |
551 | Infectie | |
553 | Jeuk | |
724 | Kramp | |
756 | Laxeermiddelen | |
786 | Longtering | |
810 | Maagkramp | |
858 | Mazelen | |
860 | Menstruatie | |
950 | Oogen (doffe) | |
979 981 | Pokken | |
1031 | Roos | |
1063 | Slijmkoliek | |
1081 1084 | Spruw (Indische) | |
1116 | Spruw - Hygiënische wenken en dieetvoorschriften | |
1201 | Tandvleesch (Ziek en ontstoken) | |
1240 | Uitslag in het gelaat | |
1241 | Uitslag op het hoofd | |
1237 | Uitslag | |
1343 1349 1356 1358 1361 | Witte vloed | |
1458 | Zwangerschap | |
1400 | wonden aan den voet |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
199p | Koenir poetih,koentji pepet | Zingiberaceae |
![]() |
Beschrijving | Dit is een temoe soort met meestal fraai geteekende bladeren. De wortel
lijkt uiterlijk veel op temoe koentji, doch de bijknolletjes hangen bij
deze soort aan lange steeltjes en niet aan smalle halzen.
Een variëteit met effen lichtgroene bladeren wordt temoe lati genoemd. De bovengrondsche plant sterft in Juli of Augustus af. Na enkele maanden komen de bloemen te voorschijn, die er uitzien als orchideen. Ze hebben een fijnen geur. Eerst maanden later komen de bladeren weer. De hoofdknol of empoe bevat veel zetmeel, dat stoppend werkt. De waterige bijknolletjes werken verkoelend en het meel, daaruit bereid, als arowroot, geeft men aan patiënten met zwakke ingewanden. Zie ook temoe lati. |
gebruikt bij: | ||
153 | Algemeene opmerkingen en raadgevingen - bij buikziekten - | |
52 | Baarmoederverzakking | |
203 | Buikziekte bij volwassenen - Ontlasting met bloed en slijm | |
210 | Buikziekte bij volwassenen - door verwijding van den dikken darm | |
242 | Buikziekten - Recept voor gedroogde kruiden | |
371 | Endeldarmontsteking | |
814 | Maagkwalen | |
963 | Opgezette buikorganen | |
1160 | Stopmiddel | |
1359 | Witte vloed |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
200p | Koeping matjan | Saxifragaceae |
Beschrijving | Onder dezen naam worden in den inlandschen medicijnhandel op Java de
blaadjes verkocht van de zoogenaamde moederplant ( |
gebruikt bij: | ||
959 | Oorpijn |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
201p | Koeweni | Anacardiaceae |
Beschrijving | Een vruchtboom, die na verwant is aan de mangga. In enkele streken spreekt
men wel van mangga koeweni. Te Batavia noemt men de vruchten kebembem.
De rijpe vruchten, die niet zeer groot worden, hebben een uitgesproken terpentijnsmaak en worden daarom door de Europeanen niet gegeten. De inlanders achten dit blijkbaar geen bezwaar. Het sap uit den stam is zeer scherp en veroorzaakt ontsteking van de huid, waarom de boom gemeden wordt. |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
202p | Koffie | Rubiaceae |
Beschrijving | De koffie wordt op Java gekweekt in de bergstreken. Enkele soorten willen
ook wel in de warmte groeien.
De echte Java-koffie is geen massaproduct meer, maar een fancy artikel. Wat op Java aan koffie wordt geproduceerd en uitgevoerd is hoofdzakelijk robusta. Koffie als drank is opwekkend, doch voor zwakke magen moeilijk te verdragen. Koffie, met koud water getrokken, is niet zoo schadelijk, als die met kokend water gezet. Zij, die een hartkwaal hebben, buiklijders, zenuw-, lever- en galsteenlijders mogen geen koffie drinken, evenmin zij, die een galachtig gestel hebben of lijden aan slapeloosheid. Des morgens gedronken, wekt koffie op. Des avonds gedronken verdrijft ze den slaap. Koffie, die men des morgens wil drinken, moet men een nacht laten trekken. Gebrande koffie is een goed desinfecteermiddel. Men strooit het om lijken. Om rozen en andere planten vrij te houden van insecten, strooit men koffiedik op de aarde in den pot. |
gebruikt bij: | ||
12 | Aambeien of haemorrhoiden | |
91 | Blaaskoliek | |
140 | Borstkwaal | |
800 | Lijken | |
1274 | Middelen ter bevordering van het urineeren | |
909 | Nierkoliek | |
942 | Ontsmettingsmiddel | |
971 | Opwekkend middel | |
1049 | Slapeloosheid | |
1054 | Slijm |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
203p | Kol banda,kol bandang | Nyctaginaceae |
![]() |
Beschrijving | Deze lage boom, de zoogenaamde koolboom, wordt op Java alleen gekweekt
aangetroffen.
Hij wordt vermenigvuldigd door stekken. De groote bladeren zijn, als ze nog jong zijn, bleekgeel en worden later licht groen. Bloemen ziet men er zelden aan. De bladeren worden wel gegeten als surogaat voor kool. |
gebruikt bij: | ||
1137 | Steenpuisten |