item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
26p | Bengle | Zingiberaceae |
Beschrijving | Een plant, die op drassigen grond, zoowel in het warme laagland als in het hooge gebergte, groeit.
De gele onaangenaam smakende wortelstok werkt verwarmend, uitdrogend en pijnstillend en wordt dan ook door de Javanen in verschillende medicijnen gebruikt. |
gebruikt bij: | ||
186 | Buikziekte bij kinderen - tengevolge van ingewandswormen | |
524 | Hoofdpijn door kouvatten | |
950 | Oogen (doffe) | |
1300 | Vervetting |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
27p | Benzoe | Styracaceae |
Beschrijving | Een hooge boom, waarvan de bast na insnijding een hars laat uitvloeien, dat in den handel benzoe heet. Op Java is deze boom vrij zeldzaam, op Sumatra veel algemeener. Het product heet op Java menjan madoe of menjan poetih en is in den inlandschen medicijnhandel geregeld verkrijgbaar. |
gebruikt bij: | ||
198 | Buikziekte bij volwassenen - Dunne afgang zonder bloed |
item | Indon. naam | Ned. naam | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
10s | Bertjita | alleen de naam van het simplex |
Opmerking(pr): | Als U meer weet over dit simplex zou ik dat graag vernemen:piet@hoefsmid26.nl |
gebruikt bij: | ||
835 | Maden | |
1295 | Verkoudheid op de borst |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
28p | besaran | Moraceae |
![]() |
Beschrijving | Dit is de Indische moerbei, die na verwant is aan de Europeesche Morus
nigra L., welke men ook wel eens gepoogd heeft, om aan te planten.
De vruchten zijn sappig, maar kunnen niet worden getransporteerd, waardoor het debiet van het gekweekte product niet groot kan zijn en dit alleen voor plaatselijke consumptie bestemd is. Ook de bladeren van deze Indische soort dienen als voedsel voor de zijderupsen. |
gebruikt bij: | ||
627 | Koorts | |
1409 | wonden (wasschen, zuiveren en afsluiten van) |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
29p | Bidara, widara | Rhamnaceae |
Beschrijving | Een boom, die op Java overal voorkomt tot op 400 m zee hoogte. De
vruchten van de wildgroeiende soorten zijn klein en bitter. Bij goede
bemesting geven de gecultiveerde boomen grootere vruchten, die zeer
smakelijk zijn en het best kunnen worden vergeleken met appels met een
dunne gele schil. Ze worden bij voorkeur gekweekt van tjangkokans.
Volwassenen kunnen zonder nadeelige gevolgen wel twaalf vruchten achtereen nuttigen. Kinderen naar verhouding minder Overmatig gebruik veroorzaakt diarhee. |
gebruikt bij: | ||
390 | Gal (afdrijven van de) | |
1292 | Vergiftiging |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
30p | Bidara laoet,bidara pait | Strychnaceae (Loganiaceae) |
Beschrijving | Dit kleine boompje levert het echte slangenhout. Het is inheemsch op de
kleine Soenda-eilanden Op Java is het zeldzamer vooral in het Westen.
Het hout is algemeen op de pasars op Java te bekomen. Van het geraspte hout wordt thee getrokken, de zoogenaamde bidara laoet thee, die den eetlust opwekt. De werking is zuiverend en verkoelend. Geregeld gebruik maakt, dat men een mooie frische gelaatskleur krijgt. |
gebruikt bij: | ||
164 | Buikziekte bij kinderen - Geringe ontlasting met persingen | |
237 | Buikziekten bij volwassenen - als gevolg van koorts in den buik | |
241 | Buikziekten bij volwassenen - door malaria | |
234 | Buikziekten bij volwassenen- door inwendige hitte | |
425 | Gelaatskleur (frissche) | |
537 | Huiduitslag | |
761 | Leverziekte | |
812 | Maagkwalen | |
999 | Puistjes in het gelaat | |
1090 | Spruw (Indische) | |
1238 1239 | Uitslag in het gelaat | |
1236 | Uitslag |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
31p | Bidara laoet,bidara pait | Simaroubaceae |
Beschrijving | Een strandboompje dat in het Westelijk deel van den Archipel veel voorkomt maar op Java niet wordt aangetroffen. Alhoewel de hiervoor genoemde boom als de echte Bidara laoet moet worden beschouwd zoo wordt op Sumatra en omliggende eilanden algemeen de wortelbast van dezen boom voor hetzelfde doel en onder den zelfden naam gebruikt. |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
32p | Bidara oepas | Convulvulaceae |
![]() |
Beschrijving | Een windend kruid met mooie klokvormige witte bloemen, dat het best
groeit in de warmte en aangekweekt wordt, om de geneeskrachtige
wortelknollen. De stengels zijn dun, rond en glad. Vermenigvuldiging
geschiedt door het uitplanten van zulke knollen.
Het sap, dat uit de geraspte knollen wordt geperst, bevat de werkzame bestanddeelen. Ook wordt het raspsel wel met water uitgetrokken. In vetten grond kunnen de knollen zeer groot worden. In enkele streken worden deze knollen ook wel als voedsel door de bevolking genuttigd. Voor medicinaal gebruik zijn echter de kleine knolletjes te verkiezen. Men oogst de knollen, wanneer de bovengrondsche plant afsterft. Bidara oepas heeft een goede reputatie als geneesmiddel tegen suikerziekte. Dat suikerziekte echter met bidara oepas altijd te genezen is, is een dwaling. Als de suikerziekte gepaard gaat met andere kwalen, helpt bidara oepas ook niet. Ook is het verkeerd, om bij het gebruik van bidara oepas geen nauwkeurig dieet te volgen, zooals dat bij suikerziekte is voorgeschreven. |
gebruikt bij: | ||
215 | Buikziekte bij volwassenen - door het gebergte | |
298 | Diphtheritis | |
486 | Heeschheid | |
577 | Keelaandoening | |
647 | Koorts als gevolg van longontsteking, bronchitis of tuberculose | |
783 | Longontsteking | |
788 | Longtering | |
1186 | Suikerziekte | |
1225 | Typhus | |
1293 | Vergiftiging | |
117 | bloedspuwing | |
497 | hoest | |
1382 | wonden van de huid |
item | Indon. naam | Ned. naam | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
11s | Blendbok gebang | gom van de palm Corypha utan |
Beschrijving | is de gom uit den top van de gebang. Deze gom is zeldzaam en daarom duur. In den inlandschen medicijnhandel is ze niettemin geregeld verkrijgbaar. In verschen staat wordt ze door de bevolking wel gebruikt voor het afsluiten van wonden. Zie Corypha utan |
gebruikt bij: | ||
318 | Dysenterie |
item | Indon. naam | Ned. naam | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
12s | Blendok Kelor | exudaat van moringa oleifera. |
Beschrijving | is de getah die uitvloeit, wanneer de kelor aan
den stam door insecten wordt beschadigd.
Deze getah is aanvankelijk wit, doch wordt aan de lucht blootgesteld spoedig donkerbruin. Ze lost in water niet op, maar zwelt wel, wanneer ze in het water gedompeld wordt. |
gebruikt bij: | ||
218 | Buikziekte bij volwassenen - door kouvatten op de ingewanden |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
33p | Bligoe | Cucurbitaceae |
Beschrijving | Aan deze klimplant groeit de waskalebas of Chineesche reuzenmeloen. Van deze vruchten maakt men tang kwe, dat is een gezochte Chineesche lekkernij. Voor de bereiding van tang kwe wordt verwezen naar het Aanhangsel. Bligoe noemt men in het algemeen de groote langwerpige vruchten. De kleine langwerpige heeten koendoer en de ronde worden laboe genoemd. Op Java heeten ze ook wel boewah bonteng. |
gebruikt bij: | ||
180 | Buikziekte bij kinderen - tengevolge van Inwendige hitte | |
304 315 | Dysenterie |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
34p | Blimbing manus | Oxalidaceae |
Beschrijving | De zoete blimbing is een gecultiveerde variëteit van deze wilde soort, die zeer zuur is. De blimbing Demak is zoet en zeer gezocht als tafelvrucht. Zij is gezond, mits men haar goed schilt en alleen het sap er van inslikt. Bij keel- en buikaandoeningen doet men beter, geen blimbing te eten. Ook niet als de maag van streek is. |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
35p | Blimbing woeloeh | Oxalidaceae |
Beschrijving | Van deze zure blimbing bestaan witte en groene variëteiten. Beide worden uit zaad geteeld. Wanneer de plant goed verzorgd wordt en flink bemest, zal ze reeds na drie jaar vruchten dragen. Het scherpe vruchtensap werkt zuiverend en wordt onder meer gebruikt, om vlekken uit waschgoed te verwijderen. De donker roodbruine bloemen worden tot stroop gekookt. |
gebruikt bij: | ||
134 | Bof | |
507 | Hoest bij kinderen | |
574 | Keelaandoening | |
1011 | Rheumatiek | |
1123 | Spruw in den mond |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
36p | Blindjo | Gnetaceae |
Beschrijving | Deze boom is algemeen bekend. De jonge blaadjes en de vruchten worden bij de rijsttafel gebruikt. Van de vruchtjes maakt men emping, die in kokende olie gebakken de smakelijke kripik blindjo levert. Bladeren zoowel als vruchten zijn eenigszins laxeerend en veroorzaken prikkeling, waarom ze niet gegeten mogen worden door personen met een gevoelige keel. |
gebruikt bij: | ||
736 | Laxeermiddelen |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
37p | Bloeboek loepa | Verbenaceae |
Beschrijving | welke boom alleen op Sumatra voorkomt en ter Oostkust sepoegang wordt genoemd. Van de verkoolde pitten uit deze vruchten maakt men met klapperolie een zalfje. |
gebruikt bij: | ||
15 18 | Aambeien of haemorrhoiden |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
38p | Bloestroe | Cucurbitaceae |
![]() |
Beschrijving | Dit is de komkommersoort, die de plantenspons levert. Het is een klimplant, die zoowel in de laagvlakte als op hooger gelegen terein groeit en vetten grond eischt. Vier maanden na het zaaien van de pitten heeft men reeds volop vruchten. Van de jonge vruchten kan men smakelijke gerechten bereiden. Zoodra de rijpe vruchten een geelachtige tint krijgen, worden ze afgesneden en op een luchtige plaats aan de steeltjes opgehangen. Aan de onderzijde snijdt men een paar cm dikte weg, waardoor het vocht kan uitdruipen. Na twee of drie etmalen wordt het vezelnet uit de schil gescheurd en in kalkwater uitgespoeld. Dan worden ze uitgeslagen en in den wind gedroogd. Gaat dit drogen te snel, dan worden de sponzen bros en gaat het te langzaam, dan is er gevaar voor beschimmelen. Zijn ze eenmaal droog, dan kan men de zaden er uit schudden en zijn ze voor het gebruik gereed. Deze luffasponzen, die vroeger algemeen in de Indische badkamers werden gebruikt, zijn wat in onbruik geraakt. |
gebruikt bij: | ||
56 | Baden | |
132 | Bloedzweer | |
710 | Kraamvrouwen | |
747 | Laxeermiddelen | |
869 | Menstruatie (wegblijven van de) | |
1254 | Urineeren met bloed | |
1446 | Zoogen |
item | Indon. naam | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
13s | Boenga lawang,kembang lawang |
Opmerking(pr): | De bedoelde zeldzame vruchten zijn zeer waarschijnlijk |
Beschrijving | Heeten zoowel de kruidnagelen als de halfrijp gedroogde vruchten van enkele kaneelachtige planten. Wat men in den inlandschen medicijnhandel ,op Java onder boenga lawang verstaat, zijn de jonge gedroogde vruchten van een buitenlandsche soort. Deze zijn echter zeldzaam en als regel levert men een inheemsch surogaat. |
gebruikt bij: | ||
112 | bloedspuwing |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
39p | Boewah nona | Annonaceae |
![]() |
Beschrijving | Een bekende vruchtboom, die veel in het wild voorkomt en door cultiveeren veredeld is. De veredelde vruchten bevatten veel meer pitten dan de wilde. Aangezien de bloemen, die eenigszins op kenanga gelijken, bedwelmend zijn, moet men deze boom nimmer dicht bij woningen planten. |
gebruikt bij: | ||
260 | Diarhee of buikloop | |
922 | Ongedierte |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
40p | boewah tempajan | Sterculiaceae |
Beschrijving | Zo heeten de zaden van een hier niet inheemschen boom.Ze worden voor
den inlandschen medicijnhandel geregeld aangevoerd uit Siam en van het
Maleische schiereiland. Men noemt ze ook wel boewah semangkok, omdat elk zaadje, des avonds met wat water in een kopje gedaan, door uitzetting en slijmvorming dit den volgenden morgen geheel vult. Van het dunne schilletje gezuiverd, en met wat stroop of kandijklontjes gemengd, wordt dit vocht gedronken onder den naam van boewah tempajan thee. |
gebruikt bij: | ||
13 | Aambeien of haemorrhoiden | |
82 | Binnenkoorts | |
191 | Buikziekte bij volwassenen - Ontlasting van harde stof, omgeven door dof draderig slijm | |
233 | Buikziekten bij volwassenen- door inwendige hitte | |
266 | Diarhee of buikloop | |
322 | Dysenterie | |
599 | Kindervoeding | |
663 | Koorts als gevolg van zweren in de ingewanden | |
1113 | Spruw - Hygiënische wenken en dieetvoorschriften | |
1180 | Stuipen | |
1246 | Uitslag in den mond |
item | Indon. naam | Ned. naam | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
14s | Boomwas | een hars van Canarium commune |
Beschrijving | noemt men de witte taaie hars die bij beschadiging uit het onderste deel van den stam en van de wortels van de kanari vloeit. In den drogerijenhandel op java is het verkrijgbaar onder den naam getah kanari. In de apotheek heet deze hars elemi. |
gebruikt bij: | ||
1236 | Uitslag |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
41p | Boonen | Fabaceae-Faboideae (Leguminosae,Papilionaceae) |
Beschrijving | Een groote verscheidenheid van boonen behoort tot deze botanische soort.
Ze hebben alle eigen namen en verschillende kunnen hier niet onvermeld blijven. In de eerste plaats de bruine boon, die in de bergstreken van Oost- en Midden-Java en in de Preanger gekweekt wordt voornamelijk ten behoeve van den Europeaan. De import van Hollandsche bruine boonen overtreft echter vere, hetgeen hier te lande wordt gekweekt. Dan is er een vorm met gespikkelde zaden, die vrij algemeen voorkomt en met den naam katjang djogo wordt aangeduid. Verder de sperzieboontjes, ook wel slaboontjes of princesseboontjes geheeten, die een dagelijksch pasarartikel vormen. Snijboonen zijn op de hoofdplaatsen ook geregeld verkrijgbaar. Ten slotte de witte boon of katjang bodas, die echter weinig gekweekt wordt. Wat op Java te koop is, is meestal geimporteerd uit Holland. |
gebruikt bij: | ||
596 | Kindervoeding | |
1443 | Zog (middelen ter opwekking van het) |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
42p | Brambang oetan | Amaryllidaceae |
Beschrijving | Dit is een Amarillus-achtige plant met fraaie witte bloemen, die geuren als de Europeesche lelie, doch minder sterk. De bloembladen zijn aan den rand gekarteld en hangen als sierlijke linten om de plant heen. Ze zijn niet meer dan een vinger breed. De plant blijft laag bij den grond. |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
43p | Brambang sabrang | Iridaceae |
![]() |
Beschrijving | Deze plant, die ook wel bawang sabrang wordt genoemd, is een bolgewas, dat niet veel meer dan een halve meter hoog wordt. In het wild groeit ze op lossen rooden grond. Om de fraaie witte .bloemen, die tegen den avond open gaan en zich na enkele uren reeds weder sluiten, wordt ze ook als sierplant aangekweekt. De bladeren gelijken op die van een bekende aardorchidee (Spathoglottis). Ze zijn fraai groen geribd en enkele vingers breed. De bol ziet er uit als een roode ui, doch is geheel reukeloos. |
gebruikt bij: | ||
163 | Algemeene opmerkingen en raadgevingen - bij buikziekten - | |
369 | Endeldarmontsteking |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
44p | Bratawali | Menispermaceae |
![]() |
Beschrijving | Deze klimmende heester heeft hartvormige bladeren en stengels ter dikte
van een pink, die dicht bezet zijn met wratten of knobbels. Hij groeit
het best in de warmte en komt veelvuldig in het wild voor. Men
vermenigvuldigt dezen heester door stekken. De bloemen zijn klein en
fijn. De stengels worden door de inlandsche medicijnhandelaren verkocht.
Ze zijn walgelijk bitter. |
gebruikt bij: | ||
351 | Eetlust opwekkend middel | |
547 | Huiduitslag (venerische). | |
532 | Huiduitslag | |
681 | Koorts (terugkeerende) | |
905 | Nierbloeding | |
1283 | Venerische ziekte | |
1402 | wonden (wasschen, zuiveren en afsluiten van) | |
1366 | wonden |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
45p | Brobos | Fabaceae-Faboideae (Leguminosae,Papilionaceae) |
Beschrijving | Een kruid met zeer krachtig wortelstelsel dat in rubbertuinen graag als bodembedekker wordt gebruikt. Het komt voor tot op 1000 m zeehoogte, zoowel op droog als op vochtig grazig terein. Het plant zich voort door zaad, dat het geheele jaar door wordt voortgebracht en het is een goed veevoeder. |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
46p | Canna (Indische wilde) | Cannaceae |
Beschrijving | Deze cannasoort, die zeer verbreid is in den Archipel, heeft puntige bladeren en kleine roode bloemen. Van de zwarte zaden maakt de bevolking wel kralen, die tot bidsnoeren worden geregen. De gecultiveerde soort met groote bloemen, die veel als sierplant in tuinen voorkomt, doch geen zaden voortbrengt, wordt aangeduid met den naam Italiaansche canna. |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
47p | Cassia | Lauraceae |
Beschrijving | Deze middelmatig hooge boom komt in het hooggebergte verspreid voor. De
donkergrijze bast geeft een scherpen kaneelgeur af en levert dan ook het
product, dat als binnenlandsche kaneel wordt verkocht en onder den naam
van cassiabast ook een belangrijk uitvoerproduct is. Het product, de
eigenlijke kaneel, wordt kajoe manis of koelit manis genoemd, in het
javaansch manis djangan. Niet te verwarren met zoethout dat kajoe manis
tjina heet. Het hout is fijn van structuur en doet eenigszins denken aan
perenhout. Ook aan den verschen bast is de kaneellucht duidelijk waar te
nemen. De echte kaneel is afkomstig van |
gebruikt bij: | ||
309 | Dysenterie | |
1218 | Transpireermiddel |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
48p | copal,damar minjak,pohon damar radja (molukkken) | Araucuriacea |
Beschrijving | Copal is de handelsnaam voor de hars, die gewonnen wordt uit de stammen
van de boomen, die ,op het Maleische schiereiland damar minjak worden
genoemd en in de Molukken met den naam pohon damar radja worden
aangeduid. Het is de |
item | Indon. naam | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
15s | Dage |
Beschrijving | is een versnapering of toespijs, die bereid wordt uit verschillende oliehoudende zaden zooals katjang tanah, kemiri,koro,poetjoeng, widjen enz. |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
49p | Dadap | Fabaceae-Faboideae (Leguminosae,Papilionaceae) |
![]() |
Beschrijving | Een zeer bekende boom die overal in den Archipel in het wild groeiend of
verwilderd wordt aangetroffen. De inlanders gebruiken de dadop veel om
er sirih en peper tegen op te leiden. Verder is hij algemeen in gebruik
als schaduwboom in de koffietuinen waar hij tevens dienst doet als
grondverbeteraar. In het wild wordt bijna uitsluitend de gestekelde
variëteit aangetroffen die met den naam dadop doeri wordt aangeduid. De
ongestekelde variëteit die door stekken wordt voortgeplant noemt men op
Java dadop serep of dadop serep. |
gebruikt bij: | ||
1 | Aambeien of haemorrhoiden | |
109 109 | Bloedingen (inwendige) | |
180 | Buikziekte bij kinderen - tengevolge van Inwendige hitte | |
204 | Buikziekte bij volwassenen - Ontlasting met bloed en slijm | |
206 | Buikziekte bij volwassenen - Etterige afgang eventueel met bloed | |
223 229 | Buikziekten bij volwassenen - door ontstekingen der ingewanden | |
285 | Diarhee of buikloop In hevige mate en meestal een voorbode van leverziekte | |
292 | Diarhee of buikloop met bloed als gevolg van koorts in den buik | |
311 324 | Dysenterie | |
630 641 | Koorts | |
876 | Miskraam | |
946 | Ontstekingen (inwendige) | |
1101 | Spruw (Indische) | |
1167 | Storting na de bevalling | |
1357 | Witte vloed |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
50p | Dalima | Punicaceae |
![]() |
Beschrijving | Een heester die op Java alleen gecultiveerd voorkomt. Men onderscheidt
naar de kleur der vruchten vier variëteiten n.l. 1e dalima poetih met witte bloemen, witte schil en witte zaadhuid. De wortelbast van deze variëteit wordt gebruikt tegen lintworm. Schil en bloemknoppen neemt men tegen buikziekte. 2e dalima itam met roode bloemen en donker paarse schil. Deze wordt gebruikt tegen dysenterie maar mag niet worden afgekookt aangezien de buikziekte dan zou verergeren. 3e dalima merah eveneens met roode bloemen doch met roode schil en donkeroode zaadhuid. 4e dalima wantah of dalima soesoen met dubbele roode bloemen die als sierplant wordt gekweekt. De schil is samentrekkend en kan als lichte thee getrokken als stopmiddel worden ingenomen. De schil van alle vier variëteiten bevat stoffen die de maag in meerdere of mindere mate van streek brengen. |
gebruikt bij: | ||
162f | Algemeene opmerkingen en raadgevingen - bij buikziekten - | |
202 | Buikziekte bij volwassenen - Dunne afgang met bloed | |
209 | Buikziekte bij volwassenen - als gevolg van zwakke ingewanden | |
306 329 334 | Dysenterie | |
781 | Lintworm | |
1155 | Stopmiddel |
item | Indon. naam | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
16s | Damar |
Beschrijving | is de inlandsche naam voor allerlei harsen. Het woord beteekent in het javaansch licht en in het maleisch ook fakkel of toorts in verband met het gebruik dat men van die harsch maakte. Zie ook onder copal |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
51p | Daoen djinten | Lamiaceae (Labiatae) |
Beschrijving | Een kruid met houtachtige stengels, dat tot op 1000 m zeehoogte in tuinen wordt aangeplant. De vleezige bladeren, die oorzaak zijn, dat de plant ook met den naam daoen tebel wordt aangeduid, zijn zeer welriekend en worden gebruikt, om er het hoofdhaar en de kleederen onder het wasschen mede te bestrijken. Op Java heet de plant ook wel daoen koetjing. Deze plant bloeit zelden en wordt door stekken vermeerderd. |
gebruikt bij: | ||
144 | Braken (tegen het) | |
518 | Hoofdpijn | |
966 | Opgezet gevoel | |
1088 1098 | Spruw (Indische) | |
1120 | Spruw in den mond | |
1171 | Stuipen | |
1447 | Zoogen |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
52p | Daoen doedoek | Fabaceae-Faboideae (Leguminosae,Papilionaceae) |
![]() |
Beschrijving | Een halfheester, die op Java voorkomt tot op 1500 m zeehoogte op zonnig en niet te droog terein. Deze plant, dankt haar naam aan den eigenaardigen vorm der bladeren. De bladeren worden versch of in gedroogden staat inwendig gebruikt en ook wel uitwendig als tapel tegen lendenpijn. Het is niet raadzaam, deze bladeren lang achtereen te gebruiken, omdat het lichaam er dan te veel aan went en de uitwerking dan geringer is, zooals dat met vele Indische planten het geval is. De bladeren zoowel als de peultjes helpen niersteenen oplossen, waarom deze plant ook wel wordt aangeduid met den naam gempoor watoe of kedji beling. De voortteling geschiedt door middel van zaad. |
gebruikt bij: | ||
2 3 4 21 | Aambeien of haemorrhoiden | |
23 | Aambeien(droge) | |
753 | Laxeermiddelen | |
915 | Niersteen. |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
53p | daoen katoen | Euphorbiaceae |
![]() |
Beschrijving | Deze heester komt veel langs de wegen voor en als pager. De bladeren worden als groente verkocht. Te Batavia heeten ze op den pasar ook wel daoen kartoe. |
gebruikt bij: | ||
1435 | Zog (middelen ter opwekking van het) | |
1446 | Zoogen |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
54p | Daoen mangko | Araliaceae |
Beschrijving | Een pagerheester, die in de Molukken veel wordt aangetroffen. De jonge bladeren worden wel gegeten. De oudere worden gesneden, opgekookt en dan in de zon gedroogd en gebruikt, om er het haar mede te wasschen en het een aangenamen geur te geven. Ook zijn ze dienstig om de vieze zweetlucht te verbergen, waarom ze worden gebruikt, om er de oksels mede te wasschen. |
gebruikt bij: | ||
466 | Haaruitval |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
55p | Daoen oerat | Plantaginaceae |
![]() |
Beschrijving | Dit is de Hollandsche weegbree, groeit in Indië in het hooggebergte, maar is met eenige zorg ook wel aan de kust te kweeken. Dit eenvoudige plantje met vele goede eigenschappen heet in Midden-Java sangkoebah. Door de wortels te koken met klapperolie, krijgt men de minjak oerat, die heilzaam is bij verzwikkingen. |
gebruikt bij: | ||
14 | Aambeien of haemorrhoiden | |
125 | Bloedvergiftiging | |
183 | Buikziekte bij kinderen - gevolg van spruw | |
402 | Galsteen | |
760 | Leverziekte | |
792 | Longziekte | |
916 | Niersteen. | |
1001 | Pijnstillend middel | |
987 | Puisten | |
1008 | Rheumatiek | |
1034 1035 | Schurft | |
1125 | Spruw in den mond | |
1142 | Steenpuisten | |
1313 | Verzwikking | |
1365 | wonden |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
56p | Daoen poko | Lamiaceae (Labiatae) |
![]() |
Beschrijving | Dit plantje is een vorm van de Europeesche akkermunt Mentha arvensis linn. en komt op Java voor tusschen 150 en 1200 m zeehoogte. In Europa wordt uit de bladeren van deze en andere soorten de pepermuntolie gedistilleerd. Minjak poko wordt in Indië niet gewonnen, maar is als pepermuntolie in alle apotheken verkrijgbaar. |
gebruikt bij: | ||
23 | Aambeien(droge) | |
34 | Amandelen (opgezette) | |
216 219 | Buikziekte bij volwassenen - door kouvatten op de ingewanden | |
193 | Buikziekte bij volwassenen, - Dunne afgang | |
244 | Cholera | |
251 | Cholerine Hieronder verstaat men een lichte cholera | |
413 | Gassen | |
450 | Griep | |
502 503 504 | Hoest als gevolg van kouvatten | |
1060 | Slijm | |
1181 | Stijve nek | |
1215 1220 | Transpireermiddel | |
1341 | Windkoliek |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
57p | Daoen pransman, daoen prasman | Asteraceae (Compositae) |
![]() |
Beschrijving | Deze plant met onderaardsche uitloopers groeit tot op 1600 m zeehoogte en wordt veel op de erven aangeplant. De medicijnverkoopsters op de pasars hebben de bladeren geregeld in vooraad. |
gebruikt bij: | ||
683 | Koorts (Tjilatjapsche) | |
679 | Koorts (koude) | |
650 651 | Koorts als gevolg van vallen, kneuzingen enz. | |
625 | Koorts | |
849 | Malaria | |
1098 1099 | Spruw (Indische) | |
1334 | Waterzucht | |
1452 | Zuur op de maag |