item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
269p | Pare weloet | Cucurbitaceae |
Beschrijving | Deze klimplant verschilt van de gewone pare daarin, dat de vruchten anders
van vorm zijn. Ze hebben geen wratten en zijn vaak zeer lang gerekt. Weloet
is het Javaansche woord voor aal.
Ze zijn eerst witachtig bij den steel en donker groen aan de punt. Wanneer ze rijpen, worden ze ook rood. De plant geeft een onaangename lucht af, die zich aan de handen mededeelt. Bij de gekookte vruchten, die een aangename groente zijn, is daarvan niets te bemerken. |
gebruikt bij: | ||
1062 | Slijm | |
496 | hoest |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
270p | Patikan djawa,patikan kebo | Euphorbiaceae |
![]() |
Beschrijving | Dit onkruid, dat in Indië overal te bekomen is, vindt evenals het volgende
algemeene toepassing bij buikziekte.
Het melksap van deze plant bevat de meeste medicijn. Gedroogd verliest de plant haar kracht niet en kan zoo lang bewaard worden. |
gebruikt bij: | ||
149 | Bronchitis | |
205 | Buikziekte bij volwassenen - Etterige afgang eventueel met bloed | |
256 | Darmontsteking | |
257 258 | Darmzweren | |
573 | Keelaandoening | |
782 | Longontsteking | |
955 | Oogzweertjes | |
197 | Volwassenen - Dunne afgang alleen des morgens en na elken maaltijd krampen | |
1384 | wonden van de huid |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
271p | Patikan tjina | Euphorbiaceae |
Beschrijving | Een veelvuldig voorkomend onkruid, dat steeds gevonden wordt tezamen met de
voorgaande plant die er alleen botanisch van verschilt en onder denzelfden
naam voor dezelfde doeleinden wordt gebruikt.
Dit oogenschijnlijk zoo nietige onkruid, dat tusschen de steenen en op de paden in de tuinen groeit en door iedereen wordt vertrapt, verdient aller belangstelling. De stengels zijn roodachtig, ook de blaadjes. |
gebruikt bij: | ||
10 | Aambeien of haemorrhoiden | |
163 | Algemeene opmerkingen en raadgevingen - bij buikziekten - | |
168 | Buikziekte bij kinderen - Veelvuldige slijmerige afgang | |
167 | Buikziekte bij kinderen - dunne afgang met groene of donkere stof er bij | |
184 | Buikziekte bij kinderen - tengevolge van vallen | |
170 170 | Buikziekte bij kinderen - veelvuldige slijmerige afgang met bloed | |
205 | Buikziekte bij volwassenen - Etterige afgang eventueel met bloed | |
200 | Buikziekte bij volwassenen - Ontlasting vrij normaal, doch vergezeld van dun kersrood bloed | |
230 | Buikziekte bij volwassenen - gevolg van endeldarmontsteking | |
237 | Buikziekten bij volwassenen - als gevolg van koorts in den buik | |
227 | Buikziekten bij volwassenen - door ontstekingen der ingewanden | |
281 | Diarhee of buikloop met nu en dan een paar kleine bloed aderen in de ontlasting | |
317 320 325 | Dysenterie | |
377 379 | Fondament (uitschieten van het) | |
491 | Hitte (inwendige) | |
511 | Hoest (droge) | |
706 | Kouvatten | |
928 930 | Ontlasting |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
272p | Patikan tjina,tikim | Apiacea |
Beschrijving | Met dezen naam duidt men ook een kruid aan, dat als groente wordt
gegeten en te Batavia op de pasars onder den naam tikim wordt verkocht
geneeskruid overeenkomt met daoen gagan.
Zie Semanggi goenoeng. |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
273p | Patjar djawa, patjar koekoe | Lythraceae |
![]() |
Beschrijving | Deze groote heester met vele takdoorns wordt om zijn fraaie bloemen veel
in tuinen geplant. Men noemt hem wel boomreseda of Indische reseda.
De bladeren hebben de eigenschap de nagels rood te kleuren. Er bestaat ook een variëteit met teracottakleurige bloemen. De bloemen zijn geurig. |
gebruikt bij: | ||
381 | Fijt | |
688 | Koorts (verkoelende middelen bij) | |
1352 | Witte vloed |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
274p | Patjar keling | Bixaceae |
![]() |
Beschrijving | Een kleine boom, die op Java veel langs de wegen en voor pagars wordt
aangeplant tot op 2000 m. zeehoogte.
De zaden leveren een fraaie oranjeroode kleurstof en zijn daardoor een handelsartikel. |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
275p | Patjar tjina,patjar tjoelam | Meliaceae |
![]() |
Beschrijving | Een uit China geimporteerde sierheester met kleine gele, welriekende
bloemen, die wel gebruikt worden, om thee geurig te maken.
Gedroogd zijn ze bij de inlandsche medicijnhandelaren te bekomen. |
gebruikt bij: | ||
862 | Menstruatie | |
1285 | Venerische ziekte | |
1327 | Vloeiingen in de wisseljaren |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
276p | Patje,mengkoedoe | Rubiaceae |
![]() |
Beschrijving | Deze lage boom komt aan het zeestrand wel in het wild voor.
De vruchten hebben veel pitten en smaken bitter. In de lage bergstreken wordt echter een veredelde variëteit aangeplant met pitlooze vruchten, die zeer zoet zijn. Anders dan als medicijn worden ze weinig gegeten. Half rijp worden ze wel als roedjak bereid. Rijp zijnde, gaan ze spoedig rotten en verspreiden dan een ondraaglijken stank. De boom wordt in hoofdzaak aangeplant om den wortelbast, die een verfstof levert voor de batik industrie. De jonge bladeren en het sap uit de vruchten zijn een voorbehoedmiddel tegen allerlei kwalen en ziekten, omdat ze het lichaam zuiveren. Uit den bast wordt zalf bereid. Het moes van de rijpe vruchten verwijdert roest van metalen en door dit moes op linnengoed te smeren en dan te bleeken, verwijdert men weervlekken. Voor pluimveehouders bewijst deze boom ook goede diensten. Bij kippendiphtheritis, wanneer de oogen van de dieren dik en ontstoken zijn en uit den bek slijmerig vocht vloeit en bij kippenpokken, wanneer de kap vol uitslag en puisten zit en de afgang slecht en waterig is, dient men de dieren des morgens een theelepeltje patje-sap toe. Vooral uitheemsche kippenrassen en kalkoenen krijgen deze ziekten. Bij pokken wascht men bovendien de ontstoken plekken met dit sap. |
gebruikt bij: | ||
35 | Amandelen (opgezette) | |
40 | Apenpokken, Kinderpokken of Waterpokken | |
236 | Buikziekten bij volwassenen - als gevolg van koorts in den buik | |
395 | Galkoorts | |
575 | Keelaandoening | |
768 776 | Leverziekte | |
874 | Miltziekte | |
1003 | Rheumatiek | |
1110 | Spruw - Hygiënische wenken en dieetvoorschriften | |
1414 | Wormen | |
499 | hoest | |
1382 | wonden van de huid |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
277p | Penawar djambe | Dicksoniaceae |
Beschrijving | Penwar djambe is het goudgele wollige pluis, waarmede de bladstengels
van enkele aardvarens bezet zijn en dat als bloedstelpend middel zonder
weerga is.
Het wordt gewonnen van pakoe simpai Zoo bijvoorbeeld van de pakoe toenggak of pakoe kidang Voorts van de pakoe ari of pakis adji |
gebruikt bij: | ||
121 | Bloedstelpend middel |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
278p | Pete | Fabaceae-Mimosoideae (Leguminosae,Mimosaceae) |
Beschrijving | Een boom, die overal op Java daar de bevolking wordt gekweekt om de zaden.
Deze groeien in groote peulen en worden stinkboonen genoemd. Bij de bevolking zijn ze zeer gewild. Peteboonen zijn voor de inlanders een ware tractatie. Mits niet overdadig gegeten, zijn ze niet ongezond. Ze zuiveren de nieren, maar doen de urine stinken als de boonen zelf. Lijders aan koorts of hoofdpijn doen beter geen peteboonen te eten. |
gebruikt bij: | ||
907 | Nieren (zuivering van de) |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
279p | Peterselie | Apiacea |
Beschrijving | Dit kruid, dat algemeen bekend is, laat zich op Java op elke hoogte kweeken.
Er zijn variëteiten met vlakke blaadjes en ook met gekroesde. Deze laatste neemt men wel krulpeterselie. Op de pasars in peterselie niet altijd te krijgen, maar men kan het met weinig moeite op het eigen erf kweeken. Van groenten en spijzen, die minder gunstig op de nieren werken, kan men daar toevoeging van peterselie de ongunstige werking opheffen. Het gebruik van peterselie is vooral aan te bevelen voor hen, die eiwit in de urine hebben. |
gebruikt bij: | ||
76 | Beet (vergiftige) | |
90 | Blaasaandoening bij kinderen | |
364 | Eiwit in de urIne | |
906 | Nieren (zuivering van de) |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
280p | Pinang | Arecaceae (Palmae) |
Beschrijving | Deze mooie kaarsrechte palm wordt overal op Java tot op 1500 m. zeehoogte
om de vruchten aangeplant. Deze vruchten vormen n.l. het hoodbestanddeel
van den sirihpruim, welke een algemeen genotmiddel is.
De vruchten werken zuiverend op tandvleesch en tanden. Het tandpoeder, dat men er uit kan maken, (voor de bereiding wordt naar het Aanhangsel verwezen) weert wolf uit de tanden. Op Java noemt men de vruchten djambe. Op wonden werkt de jonge fijn gemaakte pinangvrucht genezend zoowel bij mensch als dier. De bladscheeden van den pinangpalm zijn waterdicht en worden ander meer gebruikt, om visch te verpakken. Het palmiet wordt gegeten en tot atjar bereid. |
gebruikt bij: | ||
317a | Dysenterie | |
1195 | Tanden (Onderhoud der) | |
1370 | wonden |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
281p | Pisang | Musaceae |
Beschrijving | Onder dezen naam worden tal van eetbare pisangsoorten gebracht, die behooren
tot sterk uiteenloopende cultuurvormen en afstammen van verschillende
wilde soorten.
Pisang groeit het best in het warme laagland, maar eischt goeden grond. Enkele van de meest bekende soorten zullen hier worden vermeld. Pisang radja is wel de meest gewilde ooftpisang. Het is een smakelijke soort, doch voor zwakke magen minder geschikt. Deze pisang moet vooral goed worden gekauwd. Het hart is moeilijk te verteren en voor kinderen is deze soort dan ook niet aan te bevelen. Pisang Ambon is een groote zachte soort, ronder van vorm dan de pisang radja en groen van schil. Daarom spreekt men ook wel van pisang idjo. Deze pisang is zeer aromatisch, verkoelend en laxeerend en zuivert het lichaam. Volgens oud Javaansch gebruik is het goed, om na de bevalling pisang idjo te eten, om stortingen te voorkomen. Bij vrouwen, die last hebben van witten vloed, zal die kwaal bij het eten van pisang idjo verergeren. Pisang soeso is wel een van de fijnste soorten. De vruchten zijn smakelijker, naarmate ze rijper geplukt zijn. Dit laat veelal te wenschen over. Deze pisang is belangrijk droger dan de twee eerstgenoemde, maar licht verteerbaar en daarom bij uitstek geschikt als kindervoedsel. Kinderen en volwassenen, die last hebben van slijm in de ontlasting, mogen van deze pisang niet eten. Pisang mas is een kleine soort, die bij volkomen rijpheid honigzoet smaakt en bijzonder geschikt is voor personen met een moeilijken afgang. Pisang kepok is een stoofpisang. Hiervan bestaan nog weer verschillende variëteiten, waarvan de pisang kepok tjina wel de beste en lekkerste is. Mits goed rijp, zijn ze voor kinderen zeer aan te bevelen. Ze worden met schil en al gekookt en warm gegeten met wat boter. Ook kan men ze stoven met wijn, suiker en kaneel. Men maakt er ook pisang goreng van of bakt ze in meel. Gestoofd met goela djawa, is deze pisang ook zeer gezond. Van de variëteit pisang kepok gablok kan men een smakelijken hutspot maken, door ze te staven met aardappelen en spek of vleesch. De pisang bidji, ook wel pisang batoe en pisang kloetoek genoemd, met haar talrijke pitjes wordt niet gegeten, doch uitsluitend als medicijn gebruikt. Deze pisang wordt overal aangeplant, omdat de bladeren algemeen als pakmateriaal worden gebruikt. Pisang kidang heeft een rooden schil en is zeer verkoelend en laxeerend. Personen met zwakke magen krijgen na het eten van deze vrucht licht last van maagzuur. Pisang poeloet of pisang baji is, zoals de naam reeds aanduidt, in het bijzonder geschikt voor heel kleine kinderen. Pisang blitoeng is een soort met zeer groote vruchten, die zeer voedzaam zijn en gunstig werken op de spijsvertering. Deze groeit voornamelijk in de bergstreken. Pisang tandoek is een groote stoofpisang, die zeer voedzaam en smakelijk is. Ze wordt ook wel aan schijfjes gesneden en dan geroosterd gegeten. Om deze pisang te kunnen roosteren, mag ze niet te rijp zijn. Ze kan dan als brood worden gegeten met boter en goela djawa. voor kinderen is dit een beter voedsel dan slecht zuur brood. Als de vrucht goed rijp is, kan men er meel van bereiden, door de aan schijfjes gesneden vruchten te drogen en dan te stampen. Het fijne meel, dat men zoo krijgt, als pap gekookt, is een uitstekend en licht verteerbaar kindervoedsel.
|
gebruikt bij: | ||
16 | Aambeien of haemorrhoiden | |
108 | Bloeddiarhee | |
120 | Bloedstelpend middel | |
206 | Buikziekte bij volwassenen - Etterige afgang eventueel met bloed | |
287 | Diarhee of buikloop In hevige mate en meestal een voorbode van leverziekte | |
290 | Diarhee of buikloop met bloed als gevolg van koorts in den buik | |
267 268 270 | Diarhee of buikloop | |
317h 323 | Dysenterie | |
345 | Eeltwonden | |
454 | Haargroei (bevorderen van den) | |
464 | Haaruitval | |
473 | Haarwassching | |
476 | Handen (zachte) | |
684 | Koorts (verkoelende middelen bij) | |
712 | Kraamvrouwen | |
749 | Laxeermiddelen | |
940 | Ontlasting (moeilijke) | |
931 | Ontlasting bij kinderen | |
1132 1133 | Spijsvertering (Slechte) | |
1086 1093 | Spruw (Indische) | |
1102 | Spruw - Hygiënische wenken en dieetvoorschriften | |
1151 | Stoelgang | |
1164 1169 | Storting na de bevalling | |
1446 | Zoogen | |
1403 | wonden (wasschen, zuiveren en afsluiten van) |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
282p | Pisang akar | Annonaceae |
Beschrijving | Pisang ankar noemt men op pisang gelijkende vruchten van De oranjegele vruchten, met bruine haartjes bezet groeien aan trossen. Ze smaken ook als pisang en worden, niettegenstaande ze zeer veel zwarte pitjes bevatten, door de inlanders gaarne gegeten. |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Naam in het boek | Familie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
283p | Pitjisan | Polypodiaceae |
![]() |
Beschrijving | Een kleine varen, die zich hecht aan steenen of boomstammen. De platte ronde
vlezige blaadjes gelijken op dubbeltjes,vandaar de naam.
Bovenop zijn de blaadjes glad en aan de onderzijde zacht behaard. Men zij gewaarschuwd, geen blaadjes in te zamelen van planten, die op giftige stammen groeien. |
gebruikt bij: | ||
122 | Bloedstelpend middel | |
1194 | Tanden (Loszittende) | |
1196 | Tandvleesch | |
1325 | Vloeiingen als gevolg van een val | |
1359 | Witte vloed |
item | Indon. naam | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
53s | Pitjisan |
Beschrijving | Met denzelfden naam worden nog enkele geheel verschillende
planten aangeduid, die ter voorkoming van verwaring hier vermeld worden:
In de eerste plaats Dan Ten slotte |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
284p | Ploso | Fabaceae-Faboideae (Leguminosae,Papilionaceae) |
Beschrijving | Een kleine boom, die in den bloeitijd opvalt door de mooie oranje bloemen.
De ploso is een van de boomen, waarop de schildluizen wonen, die de lak afscheiden, welke na inzameling en zuivering schellak heet. |
gebruikt bij: | ||
72 | Beet (vergiftige) |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
285p | Poelasari | Apocynaceae |
Beschrijving | Deze liaan met mooie witte bloemen komt op verschillende eilanden van
onzen Archipel in de hooge bosschen der bergen voor.
De bast wordt ingezameld en vormt een belangrijk handelsartikel. Hij ziet er uit als kaneel. In vrijwel geen enkel samengesteld inlandsch geneesmiddel zal poelasaribast (meestal met adas) onbreken. In den medicijnhandel spreekt men van adas-poelasari, als ware het een ingrediënt. |
gebruikt bij: | ||
20 | Aambeien of haemorrhoiden | |
156 157 163 | Algemeene opmerkingen en raadgevingen - bij buikziekten - | |
89 | Blaasaandoening als gevolg van kouvatten | |
174 | Buikziekte bij kinderen - Dunne schuimige ontlasting | |
164 | Buikziekte bij kinderen - Geringe ontlasting met persingen | |
176 | Buikziekte bij kinderen - Tengevolge van kouvatten | |
168 | Buikziekte bij kinderen - Veelvuldige slijmerige afgang | |
182 | Buikziekte bij kinderen - bij het tanden krijgen | |
167 | Buikziekte bij kinderen - dunne afgang met groene of donkere stof er bij | |
183 | Buikziekte bij kinderen - gevolg van spruw | |
178 | Buikziekte bij kinderen - klimaatwisseling in het gebergte | |
180 | Buikziekte bij kinderen - tengevolge van Inwendige hitte | |
184 | Buikziekte bij kinderen - tengevolge van vallen | |
170 | Buikziekte bij kinderen - veelvuldige slijmerige afgang met bloed | |
201 | Buikziekte bij volwassenen - Dunne afgang met bloed | |
203 204 | Buikziekte bij volwassenen - Ontlasting met bloed en slijm | |
199 | Buikziekte bij volwassenen - Veelvuldige ontlasting van enkel slijm gepaard met krampen en een gevoel van uitputting | |
214 | Buikziekte bij volwassenen - door het gebergte | |
230 | Buikziekte bij volwassenen - gevolg van endeldarmontsteking | |
195 | Buikziekte bij volwassenen, - Dunne afgang | |
242 | Buikziekten - Recept voor gedroogde kruiden | |
239 | Buikziekten bij volwassenen - als gevolg van koorts in den buik | |
227 | Buikziekten bij volwassenen - door ontstekingen der ingewanden | |
284 | Diarhee of buikloop In hevige mate en meestal een voorbode van leverziekte | |
281 | Diarhee of buikloop met nu en dan een paar kleine bloed aderen in de ontlasting | |
261 272 | Diarhee of buikloop | |
304 309 310 316 317 319 320 325 326 327 334 | Dysenterie | |
375 | Fluimen (opgeven van) | |
493 | Hitte (inwendige) | |
506 | Hoest bij kinderen | |
632 | Koorts | |
839 | Maden | |
855 | Mazelen | |
869 | Menstruatie (wegblijven van de) | |
943 | Ontsmettingsmiddel | |
982 | Pokken | |
1084 1088 1090 1091 | Spruw (Indische) | |
1156 | Stopmiddel | |
1168 | Storting na de bevalling | |
1236 | Uitslag | |
1281 | Urineeren (pijnlijk) | |
1297 | Verkoudheid op de borst | |
1325 | Vloeiingen als gevolg van een val | |
500 | hoest |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
286p | Poele | Apocynaceae |
![]() |
Beschrijving | Deze hooge boom is verbreid over den geheelen Archipel en komt ook op Java
voor beneden 900 m. zeehoogte.
Op Java treft men twee variëteiten aan. Een met lichtgroene bladstelen en bladnerven en een met paarse. Deze laatste noemt men ter onderscheiding wel poele woengoe. Het hout is nog zachter dan lindehout en wordt gebruikt als surogaat voor kurk. Het is zeer geschikt, om er messen op aan te zetten en voor drijvers van vischnetten. De bast, in den inlandschen medicijnhandel bekend als babakan poele, is reukeloos en bitter. Gedroogd kan hij lang worden bewaard zonder zijn goede eigenschappen te verliezen. De getah poele, dat is het melksap, dat bij beschadiging rijkelijk uit de jonge takken en uit de bladstelen vloeit, wordt op wonden van dieren gedruppeld, om ze vrij te houden van maden. Versch gehakte bast met bladeren van dezen boom geeft men met wat zout aan het vee als een goed middel tegen mond- en klauwzeer. Paarden, die steeds mager blijven en er ziekelijk uit zien, zoals dat veel het geval is in Indië met de Australische tuigpaarden, geeft men circa 20 gram wortelbast - goed fijn gemaakt - door het voeder. |
gebruikt bij: | ||
27 | Abcessen | |
162b | Algemeene opmerkingen en raadgevingen - bij buikziekten - | |
302 | Dorens | |
442 | Gezwellen (etterige) | |
847 848 | Malaria | |
984 | Pokken (Spaansche) | |
1071 | Splinters in de huid | |
1188 | Suikerziekte | |
1306 | Verzwakking | |
1337 | Waterzucht |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
287p | Poeloetan,legetan | Malvaceae |
![]() |
Beschrijving | Deze kleine sterk vertakte heester met taaie stengels groeit op zonnig
terein.
Er komen aardige zachtrose bloemen aan. De vruchten zijn dicht bezet met stekelharen, waardoor ze zich gemakkelijk aan de kleeren hechten, net als klitten. |
gebruikt bij: | ||
160 | Algemeene opmerkingen en raadgevingen - bij buikziekten - | |
106 | Blindedarmontsteking | |
133 | Bloedzweer | |
660 | Koorts als gevolg van zweren in de ingewanden | |
991 | Puisten |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
288p | Poering | Euphorbiaceae |
Beschrijving | Een sierheester, de zoogenaamde croton, die in de Molukken inheemsch is, maar
op Java veelvuldig in tuinen wordt aangekweekt en als pagerplant dienst doet.
De wortel en de bast zijn geneeskrachtig. Aan jonge buffelkalveren, die mager blijven, geeft men wel enkele jonge takjes goed fijn gewreven - als eetlustopwekkend en wormverdrijvend middel. De croton-olie staat als zeer giftig bekend. |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
289p | Poetjoeng | Flacourtiaceae |
![]() |
Beschrijving | Deze hooge boom, die op Batavia meest kepajang wordt genoemd, is over
den geheelen Archipel verspreid en komt op Java beneden 1000 m. zeehoogte
zoowel wild als gecultiveerd voor.
De bladeren en de zaden bevatten blauwzuur. Het gebruik, dat er van gemaakt wordt, berust in hoodzaak op de bederfwerende eigenschappen. De zaden, op een bepaalde manier bereid, waardoor ze voor consumptie niet meer schadelijk zijn, (zie hiervoor in het Aanhangsel), dienen onder den naam van kloewak bij de bereiding van sambals. Van de zaden wordt dage gemaakt. Ook wordt er olie uit geperst, die heilzaam is voor uitwendig gebruik. De bladen zijn een uitnemend middel ter wering van parasieten en hoewel ze giftig zijn, is het uitwendig gebruik van een aftreksel als desinfectiemiddel geen bezwaar. |
gebruikt bij: | ||
1369 | wonden |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
290p | Posor | Acanthaceae |
![]() |
Beschrijving | Dit kruid met lila bloemen wordt veel in de bosschen aangetroffen. Het
groeit in de warmte en in een gematigd klimaat.
Men vermenigvuldigt het door stekken of door zaden. |
gebruikt bij: | ||
716 | Kraamvrouwen | |
1272 | Middelen ter bevordering van het urineeren |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
291p | Pranadjiwa | Fabaceae-Faboideae (Leguminosae,Papilionaceae) |
Beschrijving | Deze heester groeit op enkele bergen op Java tussen 4000 en 6000 voet
boven zeehoogte.
De vruchten zijn een vermaard, doch moeilijk te bekomen geneesmiddel. De zaden worden fijn gekauwd, of wel gestampt en met melk ingeslikt. Ze zijn zeer bitter en bevatten een groote dosis giftige stof, die bedwelming teweegbrengt. Ze zijn buitendien bekend als een wellust opwekkend middel. Het is twijfelachtig, of ze als geneesmiddel werkelijk wel zoo heilzaam zijn. In ieder geval is groote voorzichtigheid geboden. Naast deze echte pranadjiwa worden in den inlandschen medicijnhandel de zaden verkocht van twee kalongsoorten, n.l. |
gebruikt bij: | ||
791 | Longtering | |
112 | bloedspuwing |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
292p | Rabarber | Polygonaceae |
Beschrijving | Deze Plant met haar groote bladeren wordt om de eetbare bladstelen
tegenwoordig ook in Indië voor de Europeesche tafel gekweekt. Deze cultuur
heeft beneden 1000 m. zeehoogte weinig kans van slagen. De stelen worden
- tot moes gekookt - gegeten en vormen een gezonde spijs met een zacht
laxeerende werking.
Zie ook Kelembak. |
gebruikt bij: | ||
10 21 | Aambeien of haemorrhoiden | |
153 158 | Algemeene opmerkingen en raadgevingen - bij buikziekten - | |
191 | Buikziekte bij volwassenen - Ontlasting van harde stof, omgeven door dof draderig slijm | |
230 | Buikziekte bij volwassenen - gevolg van endeldarmontsteking | |
232 234 | Buikziekten bij volwassenen- door inwendige hitte | |
653 | Koorts als gevolg van zweren in de ingewanden | |
969 | Opium (ontwennig) |
item | Indon. naam | Ned. naam | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
54s | Ragi | gist |
Beschrijving | is gist gemaakt van gepelde rijst. Deze ragi wordt op de pasars in kaakjes verkocht. |
gebruikt bij: | ||
428 | Gewrichten (pijnlijke) | |
1180 | Stuipen |
item | Indon. naam | Latijnse naam | Familie | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
293p | Ramboetan | Sapindaceae (Sapotaceae) |
Beschrijving | Een groote vruchtboom, die weinig eischen aan den bodem stelt en op Java
vrijwel overal groeit beneden 300 m. zeehoogte.
De vruchten hebben een roode knobbelige schil. Elke knobbel loopt uit in een borstel, die aan het einde eenigszins haakvormig is omgebogen. De ramboetanvrucht is een tafelvrucht bij uitnemendheid. Vooral de vruchten uit de omstreken van Batavia zijn zeer gewild. De beste variëteiten zijn wel de ramboetan si matjan en de ramboetan lebak boeloes. Van beide zijn de vruchten, als ze rijp worden geplukt, donker rood. De eerste is beslist zoet, de tweede een eengszins zoetzuur van smaak. De grof vezelige zaadhuid laat zich vaak moeilijk van het vruchtvleesch scheiden. Voor kinderen vooral is het slecht, die schorsachtige zaadhuid mede in te slikken. Ook de getah uit de schil veroorzaakt bij kinderen vaak puistjes in den mond, wanneer ze, in plaats van de schil daar te snijden of met twee handen er af te wringen, deze met de tanden verwijderen. Het beste is, het witte vruchtvleesch met een mes van de pitten te snijden en dit dan nog even met water af te spoelen. |
gebruikt bij: | ||
274 | Diarhee of buikloop | |
310 | Dysenterie | |
1163e | Stopmiddel |